Het belang van de anderen

1 maart 2019
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2019
Klarendal
Kennis
FOTO: BAS BOERMAN
Voor de wijkkrant Klarendal fotografeerde Bas Boerman zowel 'echte' (foto boven) als 'import' Klarendallers (foto beneden).

in het succesverhaal van de wijk

Het belang van de anderen Het verpauperde, volkse Klarendal is in ruim twintig jaar veranderd in een leefbare wijk, waar oude bewoners en de vaak kapitaalkrachtiger nieuwkomers lang niet altijd mengen, maar toch een nieuwe gemeenschap vormen met elk hun inbreng. Gentrificatie gaat dus niet (alleen) om vervreemding of verdringing – oud en nieuw hebben elkaar nodig om er een succesverhaal van te maken. 

 

In de afgelopen reeks over Klarendal hebben we laten zien hoe verschillende groepen in de gegentrificeerde wijk soms botsen en schuren. Als oude en nieuwe bewoners geen directe relaties onderhouden en geen wezenlijk belang aan elkaars aanwezigheid in de wijk hechten, ligt verdringing op de loer, menen de meeste beleidsmakers en onderzoekers. De concurrentie om de beste plek in de wijk, en de verdringingsmacht van de kapitaalkrachtigste bewoners kunnen zich dan ongebreideld ontvouwen. Kijk je een beetje verder, dan blijkt dat beeld te eenzijdig. De interactie tussen de uiteenlopende bewoners in de wijk is veel complexer. Zelfs als verschillende groepen eerst niets met elkaar te maken lijken te hebben en soms zelfs op ‘de anderen’ afgeven, blijken ze toch vaak op elkaar aangewezen te zijn. Ze maken onbewust gebruik van elkaars aanwezigheid en kunnen niet zonder elkaar. 

Toneelstuk 

De socioloog en sociaalpsycholoog Erving Goffman vergelijkt de plek waar de sociale relaties plaatsvinden met een theater, en het gedrag van de mensen in de wijk met toneelspelen. Men spreekt in dat verband wel over de ‘performativiteit’ van de wijk. Iedereen in de wijk speelt een bepaalde rol. Gezamenlijk voeren de bewoners onbewust een toneelstuk op en vertellen het verhaal van de wijk. De gebouwde omgeving vormt het decor, de overige bewoners zijn de figuranten. Sommige plekken in de wijk staan vol in de schijnwerpers, andere lijken meer verstopt achter de coulissen en blijven buiten het zicht. Toneelstuk, hoofdrolspelers, decor, coulissen en figuranten vormen samen een geheel. Alleen in die specifieke samenstelling en afloop kan het verhaal van de wijk verteld worden en kunnen buitenstaanders het ook begrijpen. 

Kosmopolieten 

In de Arnhemse wijk Klarendal blijkt het al niet anders te zijn. Uit sommige interviews met nieuwe en oude bewoners zou je concluderen dat ze niets met elkaar van doen hebben, en vooral binnen hun eigen groep verkeren. Op z’n best komen mensen elkaar op straat of bij de Albert Heijn tegen en groeten ze elkaar. Maar toch… als je de nieuwe bewoners vraagt wat hen trok in Klarendal, blijken de levendigheid en diversiteit van de wijk belangrijke factoren. Maar waarom dan, als je niet direct met elkaar te maken hebt? Tja, het is toch een bepaalde levensstijl, het geeft het gevoel van iets multicultureels en iets kosmopolitisch – dingen waarmee de nieuwkomers zich graag identificeren. Het maakt ze tot moderne en ruimdenkende mensen en ze kunnen zich daarmee ook profileren ten opzichte van hun vrienden, kennissen, en collega’s. Dat zeggen ze niet hardop, maar uit alles blijkt dat ze de rol van kosmopoliet aannemen. Dat tonen ze niet eens zozeer tegenover de andere buurtbewoners, maar des te meer tegenover de eigen kennissenkring, die misschien helemaal niet in Klarendal te vinden is. Dat zouden ze niet kunnen in een buitenwijk met allemaal dezelfde soort bewoners. Daar zouden ze nauwelijks opvallen, maar in het diverse en bruisende Klarendal kunnen ze zich voordoen als de wat avantgardistische kosmopoliet. Hoewel ze misschien niet direct met andere groepen in de wijk te maken hebben, blijken die heel erg identiteitsbepalend. 

‘Echte’ Klarendallers 

Omgekeerd geldt dat ook voor de oude bewoners in de wijk, of de wat later gevestigde Turkse mensen, die je eigenlijk ook tot de ‘traditionele’ bewoners van de wijk kunt rekenen. In het achterkamertje van de sigarettenwinkel, onder het genot van het roken, of bij het theekransje van oude bewoners klinkt nog wel eens kritiek op de nieuwe bewoners, die niet ‘ons soort mensen’ zijn. En onder elkaar zijn de ‘echte’ Klarendallers best trots op wie ze zijn, en voelen ze zich de eigenlijke ‘eigenaars’ van de wijk. Maar voordat Klarendal tot Modekwartier werd, was het daar wel een trieste bedoening geworden, met drugs, criminaliteit, werkloosheid en een hoop troep. ‘Trots’ werd toch niet echt zo gevoeld en je kon toen niet met trots over de wijk praten, laat staan dat je daar toen bij wilde horen. Het decor is nu flink opgeknapt en de bezoekers zijn van een andere allure. De oude bewoners kunnen zich weer met recht ‘laten zien’ en trots zijn op ‘hun’ Klarendal. De modeboetieks en nieuwe bewoners vormen daartoe het decor en de figuranten. Zonder hen zijn de oude Klarendallers niet wat ze nu zijn. Nu spelen ze weer een rol van betekenis en is er weer een ‘publiek’ dat naar de wijk kijkt en met aandacht volgt wat daar allemaal gebeurt. Niet alleen de nieuwe winkels en horeca en de opgeknapte publieke ruimte, ook tal van evenementen, zoals de Nacht van de Mode, de Wijken voor Kunst, het Ballroom Theater en activiteiten in De Leuke Linde bieden een podium, waar de bewoners bewust of onbewust tonen wie ze zijn en waarvoor ze staan. En waar ze elkaar kunnen zien. 

Complex samenspel 

Samenleven in een wijk blijkt veel meer dan alleen ‘iets met elkaar te maken te hebben’. Zelfs als mensen niet direct met elkaar omgaan, zijn ze belangrijk voor elkaar. De Nederlandse stadssociologe Talja Blokland bezigt hiervoor het begrip meeting without mating in haar recente boek Gemeenschap als stedelijke praktijk. Dit is, zoals Georg Simmel al aan het begin van de 20e eeuw schreef, misschien zelfs wel de essentie van de moderne stedelijke samenleving. In Klarendal leven de verschillende groepen zoals uit onze interviews bleek niet alleen in anonieme vreedzame co-existentie met elkaar in de wijk. Nee, wie eerst nog zei nauwelijks iets met de ‘anderen’ te maken te hebben, bleek waar dat zinvol leek toch direct de interactie te zoeken. Het vooral door de nieuwe bewoners gefrequenteerde hipstercafé kan bijvoorbeeld zijn naam niet waarmaken als het niet ook de broodjes van de naburige Turkse bakker verkoopt, en af en toe een multicultureel evenement organiseert. 

Het beeld van de wijk als toneel, de straat als decor, en de achterafhoekjes als coulissen, met daarnaast de wijkbewoners als hoofdrolspelers en figuranten, maar tegelijk ook als toeschouwers helpt je begrijpen hoe zo’n gegentrificeerde wijk functioneert. En dan zie je dat gentrificatie in een wijk als Klarendal niet gekarakteriseerd wordt door enkel een gebrek aan interactie tussen oude en nieuwe bewoners of door verdringing, maar juist door een complex samenspel in het succesvolle toneelstuk dat Klarendal heet, ‘wegens groot succes geprolongeerd’.

China
FOTO: BAS BOERMAN

BRONNEN

  • Blokland, T. & G. van Eijk 2011. Mixture without mating: partial gentrification in the case of Rotterdam, the Netherlands. G. Bridge, T. Butler & L. Lees (Eds.). Mixed Communities: Gentrification by Stealth? Bristol: Policy Press. 
  • Blokland, T. 2017. Community as Urban Practice. Cambridge: Polity. 
  • Goffman, E. 1956. The Presentation of the Self in Everyday Life. London: Penguin Books.
  • Simmel, G. 1950. The Metropolis and Mental Life. K. Wolff (Ed.). The Sociology of Georg Simmel. Glencoe: The Free Press.