Het justitiepaleis

1 december 2017
Auteurs:
Manuel Aalbers
geografie en toerisme, KU Leuven
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2017
Blog: Brussels Lof
Opinie
FOTO: PETER FORRET
Het Justitiepaleis toornt uit boven de Brusselse benedenstad.

Kerktorens en kantoorkolossen zijn net als in andere steden bepalend voor de skyline van Brussel, maar er zijn nog twee andere gebouwen die in Brussel domineren: het Justitiepaleis en de Nationale Basiliek van het Heilig Hart, beter bekend als de Basiliek van Koekelberg. Ze zijn geen van beide extreem hoog, maar ze staan op strategische plaatsen bovenop een heuvel. Bijna overal in Brussel zie je minstens een van de twee gebouwen. Ik zie het Justitiepaleis uit mijn keukenraam, hoewel een betonnen schoolgebouw een groot deel van het uitzicht aan de achterkant van mijn appartement op twee hoog blokkeert.

Het Justitiepaleis is goed te zien vanaf het Koningsplein (zie Brussels lof 12). Toch is het een heel ander beest. Het is bijna een eeuw later gebouwd (1866-1883) in een zeer eclectische stijl. Het werd beschouwd als het grootste gebouw van de 19e eeuw. De totale bebouwde grondoppervlakte is ruim 26.000 vierkante meter en telt 8 binnenplaatsen, 27 grote en 245 kleine zalen. De 24.000 ton zware koepel brengt de bouwhoogte op 104 meter en op 142 meter boven de ‘Tweede Algemene Waterpassing’, het NAP van België.

Als Justitiepaleis is het gebouw natuurlijk ook bedoeld om indruk te maken, ontzag op te roepen. Zowel de dimensies van het gebouw als de ligging helpen daarbij. Het paleis staat eigenlijk op het randje van de Brusselse Bovenstad. Door het daar te bouwen en niet verderop, op de top van de heuvel, domineert het de omliggende wijken visueel des te meer. Het gebouw heeft dan ook ingangen aan het Poelaertplein, op de heuvel, en aan Minimenstraat, halverwege de heuvel.

Je hebt hier een prima uitzicht over het gepeupel, een 19e-eeuwse variant van ‘Big brother is watching you’

Als je verder de heuvel af gaat, kom je in de Marollen, een volksbuurt die wat aan de Jordaan doet denken, maar dan wel de Jordaan van vóór decennia gentrificatie. Een deel van de Marollen moest zelfs worden afgebroken voor de bouw van het Justitiepaleis, wat het contrast nog eens versterkt Zoals wel vaker in deze stad (zie Brussels lof 4) vallen de sociale en de fysische geografie ook hier netjes samen. Vanaf het Justitiepaleis heb je een prima uitzicht over de stad en vooral over het gepeupel van de volkswijk erachter, een 19e-eeuwse variant van ‘Big brother is watching you’.

Maar ook in die tijd was het natuurlijk niet alleen justice wat de klok sloeg. Zo werd in 1860 een architectuurwedstrijd uitgeschreven voor een kavel van ruim anderhalve hectare. Geen van de Belgische en buitenlandse ontwerpen voldeed en de beoordelingscommissie gaf de opdracht uiteindelijk doodleuk aan Joseph Poelaert, die zelf een van de juryleden was. Er werd 12 en al snel 15 miljoen Belgische frank begroot voor een kavel van eerst 2 en later 4,63 hectare. Uiteindelijk liepen de kosten op tot 45 miljoen Belgische frank, maar dat mag met de hedendaagse kennis over megaprojecten geen verbazing wekken. Volgens de overlevering bleef Poelaert zijn plannen voortdurend aanpassen en ging hij daar uiteindelijk aan ten onder. Hij overleed in 1879 op 62-jarige leeftijd, vier jaar vóór de voltooiing van zijn meesterwerk.