1 september 2022
Virginie Mamadouh
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Herman van der Wusten
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam

Het Westen op de helling

Dit artikel is verschenen in: geografie september 2022
Oekraïne & Rusland
geopolitiek
Kennis
BEELD: EUROPESE COMMISSIE
De leiders van de G7 en de EU op 27 juni verzameld aan de ronde tafel in Beieren, terwijl Zelensky online aangeschoven is.

Het ‘Westen’ heeft na de Tweede Wereldoorlog gestalte gekregen in een aantal instituties. Drie daarvan – EU, G7 en NAVO – kwamen eind juni achter elkaar bijeen. De oorlog in Oekraïne gooide de  eerder vastgestelde agenda’s overhoop. Hoe moet het Westen omgaan met de rollen van vermeende uitlokker van de Russische invasie, gastheer van een massale stroom vluchtelingen, en militaire en financiële steunverlener?

 

Na 1945 werd het ‘Westen’ de kern van de door de Verenigde Staten gedomineerde politieke wereldorde. Van meet af aan hoorde daar het Europese deel ten westen van het IJzeren Gordijn bij, net als Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en later Zuid-Korea en Taiwan. Het ‘Oostblok’, onder leiding van de Sovjet-Unie, verzette zich tegen deze wereldorde. In het westerse kamp zelf bestonden verschillen van inzicht over de machtsverhoudingen. Was het gewicht van de VS allesbepalend of waren de staten min of meer elkaars gelijken? Frankrijk bleef de eigen positie tegenover de Amerikaanse hegemonie benadrukken, het Verenigd Koninkrijk schurkte dicht aan tegen de VS en de Duitse Bondsrepubliek liet zich zo weinig mogelijk uit over de internationale relaties. De kleinere landen probeerden neutraal te blijven of voegden zich geruisloos naar de koers van de VS. Nederland richtte het buitenlandse en defensiebeleid sterk op dat van de VS.

Aan het eind van de Koude Oorlog moesten de West-Europese landen opnieuw hun positie bepalen tegenover het uiteenvallende Oostblok

Val van de Muur

Aan het eind van de Koude Oorlog (1989-1991) moesten de West-Europese landen opnieuw hun positie bepalen tegenover het uiteenvallende Oostblok. Ze deden dat in een moeizaam proces door met twaalf landen de Europese Unie (1992) op te richten, in 1995 uitgebreid tot vijftien. Met de landen van het voormalige Oostblok werden veel banden opgebouwd en een aantal trad toe tot de NAVO en de EU. In de jaren 1990 werden ook positieve relaties aangegaan met Rusland in de vorm van een EU-Rusland Strategisch Partnerschap en een Partnerschap voor de Vrede (NAVO). De G7, met als vaste leden Frankrijk, Duitsland, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Japan, Canada en de Verenigde Staten, en vaste gast EU, ruimden een speciale plaats in voor Rusland, hoewel het criterium van hoge economische ontwikkeling daarvoor eigenlijk geen basis bood.

Wat het Westen beschouwde als het einde van een ongewenste tweedeling, werd in de voormalige Sovjet-Unie echter beleefd als een ongewenste uitbreiding van het westerse kamp. In het vanaf 2000 door Poetin geleide Rusland groeide snel ongenoegen over de eigen positie ten opzichte van het Westen. In 2005 noemde president Poetin de ontbinding van de Sovjet-Unie ‘de grootste geopolitieke ramp van de 20e eeuw’. In zowel Georgië als Oekraïne, vroegere deelrepublieken van de Sovjet-Unie, ontbrandden heftige conflicten rond hun internationale positie, met tussenkomst van zowel Rusland als het Westen. Het liep uit op Russische gewapende interventies in Georgië (2008) en de Krim en Donbas (2014) en uiteindelijk de Russische invasie van Oekraïne dit jaar. Opnieuw moest het Westen zich bezinnen op haar positie en de te varen koers.

23-24 juni: Europese Raad in Brussel

Met het uitbreken van de oorlog afgelopen februari kwam de verhouding tussen Oekraïne en de EU in een nieuw licht te staan. Een week vóór het overleg van de Europese Raad van regeringsleiders over die kwestie legde de Europese Commissie een voorstel op tafel. Ze deed dat op basis van een door de Oekraïense president Zelensky ingevulde vragenlijst. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen had die een aantal weken daarvoor persoonlijk aan hem overhandigd. Een dag voor de bekendmaking van het Commissievoorstel waren vier leden van de Raad ook nog op stel en sprong naar Kiev gereisd: de regeringsleiders van de drie grootste lidstaten, Duitsland, Frankrijk en Italië, en die van Roemenië, om naast de sociaaldemocratische en liberale ook de christendemocratische stroming in de EU te vertegenwoordigen. De unanieme uitkomst was dat de Europese Raad Oekraïne verwelkomde als kandidaat-lidstaat. Daarbij werd ervan uitgegaan dat het land snel nog aanvullende informatie over de corruptie en het functioneren van de rechtsstaat zou leveren. Vervolgens zou de Commissie nog met een aanvullend rapport komen, waarna de feitelijke toetredingsonderhandelingen konden beginnen. Deze ongewone versnelling van de procedure werd in commentaren geduid als een ‘geopolitieke beslissing’. Niet de feitelijke politieke en economische situatie in Oekraïne was maatgevend, maar de oorlog waarin het land is verwikkeld en de positie die de EU daarbij inneemt.

Tegelijk met Oekraïne werd ook Moldavië toegelaten. Georgië werd meer op afstand gehouden (geen officiële bekendmaking van de kandidaat-status, wel de aankondiging dat dit er op een later tijdstip alsnog in zit). Dat was opnieuw een kwestie van geopolitiek. Later sprak de Raad zich ook uit over de voortgang van het proces in de West-Balkan. Daarin werd ten slotte enige vooruitgang geboekt.

26-28 juni: G7 in Schloss Elmau

De G7 kwamen op 26-28 juni in de Beierse bergen bijeen voor hun jaarlijkse vergadering. Het door de Duitse gastheer lang vóór de oorlog gekozen motto luidde ‘Vooruitgang op weg naar een rechtvaardiger wereld’, maar de oorspronkelijk voorbereide agenda moest vanwege Oekraïne worden aangepast. President Zelensky was per video aanwezig. In het eindcommuniqué speelde het land de hoofdrol.

De leiders spraken andermaal hun steun uit en deden forse toezeggingen over 2,8 miljard US dollar voor humanitaire hulp en 29,5 miljard ter ondersteuning van het Oekraïense staatsbudget. Ook werd al voortvarend gesproken over de wederopbouw van het land en de brede samenwerking die daarvoor gestart zou worden. Op hetzelfde moment werd in het centrum van Kiev een flatgebouw in een woonwijk door een Russische raket verwoest en een dag later ver van de frontlijn in midden-Oekraïne een winkelcentrum.

Voor het overige hielden de G7 zich bezig met grote vragen rond klimaatverandering, energietransitie en het aan de gang houden van de wereldeconomie. De G7 worstelden om een uitweg te vinden in de energiecrisis, met aan de ene kant een verdere beperking van de aanvoer van olie uit met name Rusland, en aan de andere kant een rem op de prijsstijging. Maar een oplossing vonden ze nog niet. Het eindcommuniqué sloot af met: ‘en verder voorwaarts naar een rechtvaardiger wereld’.

In 2005 noemde president Poetin de ontbinding van de Sovjet-Unie ‘de grootste geopolitieke ramp van de 20e eeuw’

29-30 juni: NAVO in Madrid

Sinds het einde van de Koude Oorlog en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie had de NAVO als militaire alliantie geen duidelijk doel meer. Behalve dan voor de Centraal en Oost-Europese landen, die zich bevrijd hadden van de Sovjet-Unie, en de NAVO beschouwden als een aantrekkelijke schuilplaats en de beste garantie om hun net teruggekregen onafhankelijkheid en veiligheid niet te verliezen. Polen, Hongarije en Tsjechië traden als eerste toe in 1999, andere landen volgden in 2004, 2009, en 2017, en als laatste Noord-Macedonië in 2020 (figuur 1). Rusland zag deze uitbreidingen juist als een bedreiging, ondanks pogingen van de NAVO tot samenwerking, zoals in het Partnerschap voor Vrede (aangegaan in 1994), dat open stond voor niet-NAVO- lidstaten. Ook Rusland nam deel, maar dat liep al snel op niets uit.

Met de Russische oorlog in Oekraïne zijn de twijfels over nut en zin van de militaire alliantie in het Westen in één klap van tafel. De nieuwe NAVO-lidstaten worden gesterkt in hun overtuiging dat NAVO-lidmaatschap onontbeerlijk is om een Russische invasie te ontmoedigen. Landen in de regio die nog geen lid zijn (Oekraïne, Georgië en Bosnië) willen dat graag worden, en twee EU-lidstaten die militair altijd hun eigen weg gingen, Finland en Zweden, hebben het vertrouwen in hun traditionele buitenlandbeleid verloren. Zij vroegen voor de top in Madrid een NAVOlidmaatschap aan.

Ondanks verzet van de Turkse president Erdogan (die hulp van Zweden en Finland wilde afdwingen bij het bestrijden van Koerdische bewegingen) is de aanvraag in Madrid goedgekeurd. Deze beslissing moet nu geratificeerd worden in alle dertig betrokken staten. Na deze uitbreiding zullen nog maar 4 van de 27 EU-lidstaten geen lid zijn van de NAVO: Ierland, Oostenrijk, Malta en Cyprus. Geen van hen heeft een leger van betekenis.

In Madrid werd ook het NAVO 2022 Strategisch Concept aangenomen. De NAVO profileert zich opnieuw duidelijk als verdedigingsalliantie: ter verdediging van het territorium van haar leden en daarmee van democratie en vrijheid. Het document stelt onomwonden dat Rusland de vrede en de veiligheid in Europa ondermijnt, en identificeert de ambities en het beleid van China als een bedreiging voor de belangen, veiligheid en waarden van de alliantie.

Op de NAVO-top is besloten de alertheid te verhogen (300.000 militairen in hoogste staat van paraatheid) en meer troepen in de oostelijke lidstaten te stationeren. Er wordt gebroken met de trend van dalende uitgaven en terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Europa. De al lang afgesproken norm voor militaire uitgaven (2% bruto binnenlands product, bbp) is krachtig herbevestigd: deze vormt nu eerder een bodemwaarde dan een streefdoel. Andere heikele thema’s bleven onbesproken, zoals de verschuiving in de deling van de lasten met vermindering van het aandeel van de VS en vergroting van het Europese deel in de verdediging van het Europese Westen, en de taakverdeling tussen de EU en NAVO op defensiegebied. Een indirect sein dat de neuzen in de EU en de NAVO dezelfde kant opstaan, was het referendum in Denemarken om af te komen van de zelf opgelegde weigering deel te nemen aan militaire samenwerking in EU-verband. De Scandinavische NAVO-lidstaat maakte deze beweging vrijwel gelijktijdig met Zweden en Finland, die nu dus opschuiven richting het NAVO-lidmaatschap.

De regeringsleiders presenteerden de NAVO nog eens nadrukkelijk als defensieorganisatie – waarmee ze zich expliciet tegenover de Russische verwijten stellen. De alliantie blijft Rusland in dat verband waarschuwen het NAVO-grondgebied niet aan te vallen.

Uitzicht

De nu geopende weg naar EU-lidmaatschap voor Oekraïne en de stellig verankerde relatie met de NAVO, alsmede de effening van het pad voor Zweden en Finland om tot de NAVO toe te treden, zijn belangrijke verschuivingen op de politiek-militaire kaart van Europa. Hoe deze kaart er straks uit zal zien, is vóór beëindiging van de acute oorlogstoestand niet te zeggen. Staat Europa opnieuw voor een verdeling in politiek-militaire vakken? Zou daarin ruimte bestaan voor een EU met Oekraïne, Moldavië, wellicht Georgië en de West-Balkan? Binnen de NAVO en de unie zelf wordt nagedacht over een EU met een sterker eigen defensieapparaat. Zou zo’n EU in nauwe coördinatie met de NAVO en met minder inbreng van de VS dan voorheen weer een nieuw Westen kunnen vormen? Met een dikker of dunner lijntje naar staten aan de overzijde van Atlantische, Indische en Grote Oceaan, en de G7 als effectief pressieorgaan in wereldhandelsinstituties?

Het lijkt er intussen op dat de relaties tussen Europa en Rusland verstoord zullen zijn. Hoe zal in zo’n neo-Koude Oorlogsklimaat de internationale orde in het Euraziatische Westen vorm krijgen? De ontwikkelingen zullen sterk afhangen van wat zich buiten Europa afspeelt. Noch Europa noch Rusland zal bij machte zijn daar de eerste viool te spelen.

Voor andere plekken in de wereld is de impact van de oorlog in Oekraïne dubbelzinnig. De een ziet er vooral provincialisme van de Europeanen in, want ondertussen escaleert het conflict tussen China en de VS verder en versnelt de klimaatverandering. Taiwanezen vrezen een precedentwerking, Koerden zien een versterking van de positie van president Erdogan. En honderden miljoenen mensen in tal van Afrikaanse en Aziatische landen vrezen hongersnoden, massale sterfte en politieke ontwrichting door de verstoring van graanexporten. Deze mensen hebben veel gemeen met degenen die in het oorlogsgebied verblijven. Zij hebben belang bij een onmiddellijk staakt-het-vuren en een dringende zoektocht naar creatieve diplomatieke oplossingen. •

Klik hier voor een extra artikel over de publieke opinie over de oorlog in Oekraïne.