IJsselbiënnale: geografie en kunst
De IJsselbiënnale 2021 voert langs 27 kunstwerken die gaan over de gevolgen van klimaatverandering voor het landschap en de bewoners. De objecten liggen aan weerszijden van de IJssel tussen Zwolle en Doesburg. De combinatie van een geografisch interessante route en geografisch relevante kunst maakt de IJsselbiënnale voor geografen zeer de moeite waard.
Bij het gehucht Zalk, bij Zwolle maar dan aan de andere kant van de IJssel, ligt een piramide. De Belgische kunstenaar Adrien Tirtiaux wil hiermee de humanitaire gevolgen van de klimaatverandering inzichtelijk maken en noemde zijn kunstwerk ‘The rich will survive’. De piramide verwijst naar de bouwwerken langs de Nijl, maar is ook bedoeld als een bevolkingspiramide. De grote meerderheid van de wereldbevolking bestaat uit armen. Zij vormen de basis van de piramide die is opgebouwd uit goedkope materialen (afvalhout). De rijken der aarde zijn met weinigen en vormen de top van de piramide. Zij worden gesymboliseerd door dure materialen als marmer en metaal. Als het water stijgt, gaan de armen als eersten kopje onder; de rijken houden het langst hun hoofd boven water.
Dit is een van de 27 kunstwerken van de IJsselbiënnale 2021, die de gevolgen van klimaatverandering voor het landschap en zijn bewoners als thema heeft. Ze zijn aan weerszijden van de IJssel te vinden tussen Zwolle en Doesburg en worden met elkaar verbonden door een prachtige fietsroute (met veel pontjes) van 120 kilometer, verdeeld over vier etappes. Van elke etappe is een rondrit te maken die weer bij het beginpunt terugkomt.
De combinatie van een geografisch interessante route en geografisch relevante kunst maakt de IJsselbiënnale voor geografen zeer de moeite waard. Dat geldt ook voor de locatiekeuzes. De meeste kunstenaars doen echt wat met de locatie. Een kunstwerk ligt nooit toevallig op die plek. Aanschaf van het bijbehorende boekje (of raadpleging van QR-codes) is wel aan te bevelen, want ‘je ziet het pas als je het snapt’. De IJsselbiënnale duurt nog tot 19 september. Klik hier voor meer informatie
Hieronder nog enkele voorbeelden van (wat mij betreft) geslaagde verbanden tussen geografie en kunst.
‘Hattem II’ van Edwin Zwakman. Twee afgedankte supertankers dragen in 2084 als de drijvers van een catamaran vier torenflats. Een moderne versie van de Ark van Noach na de Zondvloed.
‘Mycelium’ van Pim Palsgraaf. Een uit een overwoekerde steenfabriek ontsnapt edelhert sleept een vreemdsoortige architectonische woekering achter zich aan. Het brullende hert symboliseert de natuur en lijkt te bezwijken onder het gewicht van de oprukkende verstedelijking. De steenfabrieken leverden de bouwmaterialen, rivieren als de IJssel de grondstoffen. De naam Mycelium verwijst naar netwerken van schimmels onder de grond die organisch materiaal afbreken en voedingsstoffen aanmaken voor nieuw leven. Ze zijn een vorm van woekering met een positief effect. De menselijke beschaving is ook een soort woekering maar dan met minder positieve gevolgen voor de planeet.
‘On the line’ van Marianne Lammersen. Zeven meerpalen met daarop de skylines/silhouetten van dorpen en steden. Ze worden op twee tot drie meter hoogte (zeespiegelstijging) doorsneden door horizontale vormen waarop ze als het ware drijven en waarin ze zich spiegelen. In de skylines zijn iconische gebouwen te herkennen van dorpen en steden langs de IJssel. In de skylines links (met weinig ruimte tussen de meerpalen) zijn de gebouwen verdronken, rechts (met meer ruimte) blijven ze behouden.