In memoriam: J. Piket, mede-oprichter van de Nijmeegse geografie-opleiding
In memoriam: J.J.C. (Jan) Piket, emeritus hoogleraar fysische geografie en cartografie in Nijmegen. Op 22 januari 2020 overleed Jan Piket na een kort ziekbed. Hij werd 94 jaar.
In 1958 legt Jan Piket samen met prof. Ruud Cools het fundament voor de Nijmeegse opleiding sociale geografie en planologie. Piket is fysisch geograaf en de eerste medewerker van Cools die in 1958 gevraagd wordt in Nijmegen een opleiding sociale geografie te starten. Deze moet geschiedenisstudenten in staat stellen een tweede lesbevoegdheid te behalen – voor geschiedenis alleen zijn er te weinig banen in het middelbaar onderwijs. Sociale geografie woont aanvankelijk in bij geschiedenis. Toekomstige aardrijkskundeleraren moeten een flinke portie fysische geografie krijgen volgens het dan geldende academisch statuut. Piket moet het onderwijs daarin verzorgen.
Cools en Piket kennen elkaar – van enige afstand, want ze verschillen zeventien jaar en zijn heel andere persoonlijkheden – van het Aloysius College in Den Haag, waar Cools geschiedenis gaf en Piket aardrijkskunde. Het is de verdienste van Piket dat hij als een soort bouwpastoor de opleiding uitbouwt. Daarvoor krijgt hij ook alle kans na de verhuizing naar een eigen instituut (zelfs een Interfaculteit der aardrijkskunde en prehistorie) aan de Berg en Dalseweg. Aan geld is geen gebrek. Piket mag een prachtige collegezaal laten bouwen, legt de basis voor een mooie bibliotheek, een uitgebreide kaartenverzameling en een fysisch-geografisch museum. Hij doet dat in een tijd van snel groeiende studentenaantallen. Cools bemoeit zich er weinig mee, hoewel hij officieel de baas is.
Piket is de zoon van een smid in Zwammerdam (bij Gouda) en groeit op in een zeer katholiek gezin. Na de mulo gaat hij in 1941 voor een bank werken. Als een oproep voor de Arbeitseinsatz in Duitsland dreigt, duikt hij in 1944 onder op een boerderij in Limburg. Hij leert zichzelf Latijn en Grieks, krijgt daarin later – op de vlucht voor het oorlogsgeweld – in Drenthe les van de vrouw van een eveneens gevluchte arts en wordt na de oorlog als toehoorder toegelaten in de vijfde klas van het gymnasium-bèta in Gouda. Hij begint daar met veel onvoldoendes maar het jaar erop slaagt hij en moet in militaire dienst. Veel dienstplichtigen worden uitgezonden naar Indië vanwege de politionele acties. Piket die echter wars is van geweld, wordt geplaatst bij de psychologische dienst in Den Haag. Daar moet hij testjes afnemen en raakt hij bevriend met André Köbben, de latere hoogleraar culturele antropologie. Die merkt tijdens hun strandwandelingen op dat Piket gefascineerd is door de interactie tussen de zee en het land, en de vorming van strandwallen en duinen. Köbben heeft zijn kandidaats antropologie al op zak, kent de universiteit van binnen en raadt Piket aan fysische geografie te gaan studeren. Dat doet hij in Utrecht.
In het verlengde van zijn afstudeerproject over de geomorfologie in de Oesling (Noord-Luxemburg) begint hij onder begeleiding van prof. Jacoba Hol aan een proefschrift over hetzelfde onderwerp. Dat rondt hij af in 1960 terwijl hij al in Nijmegen werkt. Schrijver W.F. Hermans blijkt eerder op een vergelijkbaar onderwerp in hetzelfde gebied gepromoveerd te zijn, maar tot andere bevindingen gekomen te zijn. Ze waren vreemd genoeg niet op de hoogte van elkaars onderzoek.
In Nijmegen ontpopt Piket zich als een echte onderwijsman. College geven en excursies leiden – hij kan het als geen ander. Aan eigen onderzoek komt hij niet toe, hoewel hij in 1969 lector in de fysische geografie en cartografie wordt en in 1980 hoogleraar. Hij moet veel onderwijs geven, een opleiding opbouwen, en fysische geografie is in Nijmegen slechts een bijvakvoorziening met weinig medewerkers en onderzoeksmiddelen. Publiceren doet hij nauwelijks. ‘Ik publiceer mondeling’, zegt hij. Dat doet hij behalve in Nijmegen ook aan de mo-lerarenopleiding in Tilburg waar hij 25 jaar werkt. Vanwege zijn hart voor onderwijs wordt hij in 1970 gevraagd als voorzitter van de Commissie Modernisering Leerplan Aardrijkskunde (CMLA).
Als in 1988 sociale geografie vanwege teruglopende studentenaantallen opgaat in de nieuwe Faculteit der Beleidswetenschappen (later Managementwetenschappen), gaat Piket op 63-jarige leeftijd vervroegd met emeritaat.
Daar geniet hij nog ruim dertig jaar van. Jarenlang begeleidt hij nog excursies voor oud-studenten, vooral van de mo-opleiding. Die dragen hem op handen.
Voor dit in memoriam is gebruik gemaakt van Onder hoogleraren. 50 jaar geografie, 45 planologie in Nijmegen van Han Oomen (Uitgeverij Fagus, 2008).
Over de controverse tussen W.F. Hermans en J.J.C. Piket verschenen in Geografie twee artikelen:
- Henk Donkers (2016), Ik heb gelijk (maar niet altijd). Prof. J.J.C. Piket (90) over fysisch geograaf dr. W.F. Hermans. Geografie april p.6-11.
- Henk Donkers (2019), Graven in geografisch oud zeer, binnen de driehoek Hermans-Bakker-Piket. Geografie juni p.24-30.