Jan Buursink (82) overleden

26 januari 2018
Auteurs:
Henk Donkers
Geograaf, aardrijkskundeleraar, wetenschappelijk medewerker, docent geografie/planologie/milieu en wetenschapsjournalistiek, wetenschapsjournalist
in memoriam
Nieuws
FOTO: HENK DONKERS
Jan Buursink in juli 2017

Op 22 januari is in Nijmegen prof. dr. Jan Buursink overleden. Hij is 82 jaar geworden. Hij was van 1978 tot 2000 algemeen hoogleraar sociale geografie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, de tegenwoordig Radboud Universiteit. Hij was ook enige tijd decaan van de Faculteit der Beleidswetenschappen.

 

Jan Buursink groeide op in Enschede, studeerde sociale geografie in Groningen, werd aardrijkskundeleraar in Drachten en wetenschappelijk medewerker in Groningen. Daar promoveerde hij in 1967 op 'Centraliteit en hiërarchie',  een onderzoek naar verzorgingscentra en hun verzorgingsgebieden. Daarin paste hij de centrale-plaatsen-theorie van Walter Christaller toe op Nederland. Christaller had zijn theorie ontwikkeld voor landelijke, geografisch tamelijk homogene gebieden. Buursink wilde onderzoeken of zijn theorie ook gold voor industriegebieden met een dicht en onregelmatig stedenpatroon zoals Twente, Noord-Brabant en Zuid-Limburg. Op basis van zijn onderzoek maakte hij een veelgebruikte kaart van Nederland met een hiërarchie van centrale plaatsen en hun verzorgingsgebieden, en ontwikkelde hij zich tot een veelgevraagd deskundige op het gebied van de geografie van de dienstensector, stadsgeografie en distributieplanologie. In Groningen kon hij al vroeg hoogleraar worden maar daarvoor voelde hij zich te jong.

Toen er in 1978 een leerstoel in Nijmegen kwam bij de vakgroep nederzettings- en bevolkingsgeografie, solliciteerde hij daarop en werd hij hoogleraar sociale geografie. Daar ging hij zich bezighouden met city marketing, dubbelsteden en stedelijke groeicoalities.

Na zijn afscheid als hoogleraar in 2000 bleef hij nog lang onderzoek doen en artikelen schrijven. Zo schreef hij (met oud-collega’s) een verdienstelijke moderne stedelijke monografie over Nijmegen (Het eigentijdse Nijmegen). Vlak voor zijn dood werd in het januarinummer van Geografie zijn artikel ‘Mijn geografische spoor’ gepubliceerd. Daarin onderzoekt hij het verband tussen de plaatsen waar hij woonde (Enschede, Groningen, Drachten en Nijmegen) en zijn geografisch onderzoek. Elke woonplaats riep weer andere geografisch interessante en relevante vragen op die het onderzoeken waard bleken. Jan Buursink heeft zijn sporen verdiend en nagelaten.

Jan Buursink had de laatste jaren een kwakkelende gezondheid, maar toch kwam zijn overlijden onverwacht na een val in huis.