Liberaal woonbeleid leidt tot grotere vermogensongelijkheid
Barend Wind concludeert in proefschrift: ‘Liberaal woonbeleid in Nederland leidt tot grotere vermogensongelijkheid’.
Vandaag promoveert Barend Wind aan de Universiteit Tilburg met een proefschrift getiteld Housing Wealth in Europe: Institutions and Inequality waarin hij concludeert dat de stimulering van het eigenwoningbezit door de overheid zoals in Nederland, heeft geleid tot een ongelijkere woonvermogensverdeling. Een blik over de grens leert hem daarbij dat dit niet nodig is maar voortkomt uit de specifiek Nederlandse situatie, die een van de koplopers in Europa blijkt op het gebied van woonvermogensongelijkheid.
Een schokkende conclusie volgens de auteur, omdat juist een meer rechtvaardiger vermogensopbouw de achtergrond was van het stimuleren van eigen woningbezit, maar het lijkt erop dat ‘woonvermogen net zo’n belangrijke scheidslijn wordt als inkomen of opleidingsniveau’.
De verruimde financieringsmogelijkheden als onderdeel van het stimuleringsbeleid hebben er ook voor gezorgd dat huishoudens met een lage sociaal-economische status een huis hebben waarbij zij er helaas niet in slagen dit daadwerkelijk af te betalen. Zij bouwen hierdoor weinig vermogen op, zeker wanneer ze de overwaarde van hun woning gebruiken om hun relatief lage inkomens aan te vullen. Tegelijkertijd heeft de liberalisering van de hypotheekmarkt geresulteerd in structureel opgeblazen en volatiele woningprijzen.
Een additioneel probleem is dat huishoudens met een lage sociaal-economische status zich zelden hebben kunnen inkopen in buurten met stijgende woningprijzen, waardoor ze veel minder hebben geprofiteerd van waardestijging.
Barend Wind studeerde Sociale Geografie in Amsterdam en is momenteel werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen bij de afdeling Planologie.