Reinder Storm is conservator cartografie, geografie en reizen bij de Bijzondere Collecties van de UvA. De cartografische collectie bestaat uit vele duizenden kaarten, atlassen en aanverwante materialen. Een belangrijke deelcollectie is het grote bruikleen - sinds 1880 - van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG), met als hoogtepunt de verzameling losse kaarten die afkomstig is van het befaamde antiquariaat van Frederik Muller.
Lichtkaart versus historische cartografie
Amsterdam, Pieter Mortier, 1700
In april 2017 maakte de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA nieuwe beelden openbaar van de aarde bij nacht. Deze zogenaamde ‘nachtkaart’ is voor verschillende doeleinden bruikbaar. Het gaat dan bijvoorbeeld om verschijnselen op de korte termijn, zoals grootschalige storingen in stroomvoorziening door oorlog of aardbevingen. In combinatie met andere gegevens kan de lichtkaart ook bijdragen aan onze kennis over ontwikkelingen op lange termijn, zoals luchtvervuiling of klimaatverandering.
De stap van de NASA-lichtkaart naar historische cartografie lijkt groter dan hij in feite is. Om te beginnen is licht cruciaal voor oriëntatie op de omgeving. Het belang van licht heeft dus uiteraard ook zijn weerslag gehad op inhoud en vormgeving van kaarten. Niet voor niets is in de Bijbel licht – na hemel en aarde – het eerste dat geschapen wordt, op de eerste dag (Genesis I: 3-5.). Juist aansluitend bij de passage uit Genesis is een zeer merkwaardige weergave van de aarde na de eerste scheppingsdag te zien op een detail van de ‘generale waereld kaart’ van Pieter Mortier uit omstreeks 1700. De afbeelding toont de ‘weereld zonder water’, niet mooi rond zoals we gewend zijn, maar min of meer mislukt, als een rimpelige, wormstekige vrucht, zie de afbeelding bovenaan.
Om in Bijbelse sferen te blijven: na de uittocht uit Egypte zwierven de Israëlieten veertig jaar door de woestijn. Overdag wees het Opperwezen in de vorm van een wolk hen de weg. ’s Nachts nam deze de gedaante aan van een ‘kolom van vuur’ (Exodus 13: 21). Dit is door kaartenmakers als bron van inspiratie opgepakt. Mathematicus, boekhandelaar en kaartenmaker Jacob Aertsz Colom noemde zijn zeemansgids (en ook zijn huis) de ‘vyerighe colom’, duidelijk een verwijzing naar de passage uit het Bijbelboek Exodus.
Amsterdam, J.A. Colom, 1652
Niet alleen is op de fraaie titelprent de ‘vurige kolom’ duidelijk zichtbaar, in het licht ervan wordt les gegeven in cosmografie en zeevaartkunde door Petrus Plancius.
Een ander voorbeeld van Bijbelse inspiratie door een kaartenmaker is de ‘lichtende zee-fakkel’ van Van Keulen.
Amsterdam, Van Keulen, 1750-1753
In dit kolossale boek zijn overigens niet alleen kaarten te vinden, maar ook kustprofielen of ‘kunstopdoemingen’.
Amsterdam, Van Keulen, 1750-1753
Het lijkt nu ongelooflijk, maar ooit hebben zeelui aan de hand van dit soort tekeningetjes kusten moeten (en kunnen) herkennen, zodat ze wisten waar ze zich bevonden.
Een kaart van Van Keulen van hetzelfde gebied, spreekt ons nu veel meer aan. Om te beginnen omdat we met het kaartbeeld als zodanig veel meer vertrouwd zijn.
Amsterdam, Van Keulen, 1753.
Maar ook de mooie kleuren zijn na al die eeuwen nog altijd onweerstaanbaar. Waarom die zo mooi gebleven zijn? Juist ja, omdat ze altijd in het donker zijn bewaard. Waarmee maar gezegd wil zijn dat licht soms ook heel schadelijke gevolgen kan hebben. Reden te meer om zorgvuldig te letten op de invloed ervan. Daarbij kunnen de gegevens van NASA, zoals gemeld, goede diensten bewijzen.