1 september 2023
Gert-Jan Hospers
Stad en Regio en Radboud Universiteit

Málaga: meer dan zon, zee en zand

Dit artikel is verschenen in: geografie september 2023
toerisme
Spanje
Kennis
FOTO: ALAIN ROUILLER/FLICKR
Aan de Plaza de la Merced ligt het geboortehuis van Pablo Picasso. Het plein, de omliggende bars en restaurants worden druk bezocht door toeristen.

Málaga heeft de afgelopen twee decennia een transformatie ondergaan. De ongekroonde hoofdstad van de Costa del Sol, voorheen vooral aankomst- en vertrekpunt, trekt zelf een groeiend aantal toeristen, onder wie veel cultuurliefhebbers. Ook bij internationale investeerders en digital nomads staat de stad steeds meer op het netvlies.

 

Vanouds kennen veel zonaanbidders de Spaanse stad Málaga (circa 580.000 inwoners) alleen vanwege het vliegveld. Als ze er geland zijn, reizen ze door naar Marbella, Torremolinos, Nerja of andere badplaatsen aan de Costa del Sol. Maar sinds enkele jaren besluiten steeds meer mensen hun vakantie in Málaga zelf door te brengen. Sommigen blijven er zelfs hangen, als inwoner of ondernemer. Terecht, want de stad is booming en biedt voor elk wat wils. Dat heeft niet alleen te maken met het zonovergoten klimaat en de ligging aan zee, de historische binnenstad en de ontspannen levenshouding van de Malagueños. Met lokale ondernemers en cultuurpartners heeft het gemeentebestuur vanaf het begin van de 21e eeuw flink in de stad geïnvesteerd, zowel in de fysieke, economische en culturele infrastructuur als in de marketing daarvan. Zo is het havengebied bij het centrum getrokken, werd de binnenstad autovrij gemaakt en kreeg de plaatselijke kunst- en cultuursector een financiële impuls. Als Pablo Picasso, die in 1881 in Málaga ter wereld kwam, zijn geboortestad anno 2023 terug zou zien, zou hij ongetwijfeld trots zijn. 

Culturele bezienswaardigheden in Málaga

Kunst en cultuur

Tijdens het Franco-regime (1939-1975) zat Málaga met Picasso, een anti-nationalistische en daarom omstreden figuur, in zijn maag. Maar met de democratisering van Spanje na Franco profileerde de stad zich steeds vaker met de kunstenaar, die er overigens alleen zijn jeugd heeft doorgebracht. Zijn geboortehuis werd gerestaureerd en in 2003 ging het Museo Picasso Málaga open. Hoewel de collectie schilderijen en beeldhouwwerken grotendeels uit het privébezit van de familie Picasso komt en dus vooral minder bekende werken omvat, was het museum vanaf het begin een publiekstrekker. Het Museo Picasso Málaga was een aanjager van de cultural turn in de stad. Bestaande musea kregen een upgrade en in de loop der jaren kwamen er nieuwe bij.

Intussen telt Málaga ruim dertig musea, waaronder een aantal met grote aantrekkingskracht. Het Museo de Málaga, het grootste van Andalusië, toont archeologische vondsten en schone kunsten uit de regio. Ook in het Museo Carmen Thyssen Málaga kom je aan de hand van schilderijen van en uit de streek veel te weten over de geschiedenis van Andalusië. Daar ontdek je onder andere dat Málaga een indrukwekkend industrieel verleden heeft. Rond het midden van de 19e eeuw was dit na Barcelona de meest geïndustrialiseerde stad van Spanje. Textielnijverheid, ijzerproductie en de zeep-, voedings- en genotmiddelenindustrie zorgden voor banen, welvaart en culturele bloei. In de hoek van de haven schittert de fel gekleurde glaskubus van het Centre Pompidou Málaga. Het is in 2015 geopend als eerste dependance van het moederhuis in Parijs en toont kunst uit de 20e en 21e eeuw, mede in tijdelijke exposities. Door zich te verbinden aan het ‘sterke merk’ Centre Pompidou lijkt Málaga het Guggenheim-effect van Bilbao te willen imiteren. De vraag is of dat gaat lukken – en of het überhaupt nodig is. Want de stad staat bij cultuurliefhebbers vooral bekend om de wijk Soho Málaga, die zich heeft ontwikkeld tot een mekka van street art. Vanaf 2013 heeft de gemeente bekende graffiti-artiesten uitgenodigd de destijds verloederde wijk letterlijk en figuurlijk kleur te geven. Het resultaat mag er zijn, maar getuige de hippe horeca met het bijbehorende publiek (studenten, creatieve professionals en toeristen) heeft die culture led-development ook geleid tot gentrificatie. Dat het Centro de Arte Contemporáneo de Málaga (CAC), een centrum voor moderne avant-gardekunst, gratis toegankelijk is, doet daar niets aan af. 

FOTO: MARCUS LINDSTROM/ISTOCK
De kubus van het Centre Pompidou Málaga.

Voor het ‘echte’ Soho van Málaga moet je naar Lagunillas. Deze volksbuurt ligt in het centrum, niet ver van de plek waar Pablo Picasso zijn jeugd doorbracht, en is nog redelijk authentiek. Ook hier kom je overal street art en andere creatieve uitingen op muren tegen, maar dan gemaakt door lokale kunstenaars. De gemeente komt er niet aan te pas met een speciaal opgezet straatkunstbeleid, de artiesten in Lagunillas gaan hun eigen gang. Hun fantasy murals, portretten en cartoons doen niet onder voor die in Soho Málaga. En op de muren gespoten zinnen als ‘Málaga staat niet te koop’ maken duidelijk dat de graffiti tevens een politiek doel heeft. Zou het Lagunillas lukken gentrificatie te voorkomen? Aan de buurtbewoners zal het niet liggen. Ze houden angstvallig in de gaten of de balans tussen de wijkidentiteit en vercommercialisering niet doorschiet.

FOTO: ASTRID WESTVANG/FLICKR
Street art in Lagunillas, het echte Soho van Málaga.

Industrieel erfgoed

In Málaga is de Rio Guadalmedina, die dwars door de stad loopt, behalve een natuurlijke ook een sociale scheidslijn. Volgens de inwoners ten oosten van de rivier zijn de Malagueños aan de overkant ‘anders’. De westzijde van Málaga ademt inderdaad een andere sfeer dan het monumentale, drukke en door toeristen overlopen centrum. Via de haven kom je langs een voormalige olieraffinaderij op een brede boulevard in de wijk Huelin terecht. Hier zie je grote woonblokken in het groen en tref je de ‘gewone’ Malagueño. In het groots opgezette Parque de Oeste vol sculpturen zie je veel gezinnen met kinderen. De boulevard is in trek bij sportievelingen die er ’s ochtends graag fietsen of joggen.

Huelin is de oudste arbeidersbuurt van Málaga en vernoemd naar de stichter, die de wijk in 1870 liet aanleggen voor de werknemers van zijn rietsuikerfabriek. Langs de boulevard herinneren drie fabriekspijpen nog aan die tijd. Even verderop ligt meer industrieel erfgoed: de Tabacalera. In de stilgelegde tabaksfabriek uit 1923 hebben diverse instanties hun intrek genomen. De belangrijkste is het automobielmuseum, een privécollectie van de Portugees João Magelhaes, die circa negentig bijzondere oldtimers van topmerken als Mercedes, Bentley en Ferrari bij elkaar heeft verzameld. Bij elk exemplaar staat een anekdote over de auto en her en der worden kledingstukken uit die tijd geëxposeerd. Het is een wonderlijk museum, maar door de fabrieksomgeving komt de collectie goed uit de verf. Verder is in de Tabacalera een museum voor Russische kunst gevestigd. Jarenlang was het een bezoekersmagneet, maar door de Oekraïne-oorlog zoekt men naar een nieuwe invulling. In een andere vleugel van het complex zit sinds kort een living lab van de gemeente Málaga op het gebied van slimme technologie. Hier wordt geëxperimenteerd met 3D-brillen, gaming-technologie en andere moderne digitale toepassingen.

Volg je de boulevard nog verder naar het zuidwesten, dan kom je langs cultuurcentrum La Térmica. In dit armenhuis uit 1912, eveneens een mooi erfgoedobject, worden allerlei events georganiseerd, vooral op het gebied van eten en muziek. Vanaf deze plek bereik je de rand van het urbane Málaga. Langs de kust wordt het steeds minder druk en zie je behalve locals in strandtenten – die er soms met de hele familie genieten van traditioneel gegrilde sardientjes – ook de meer ‘alternatieve’ toeristen. Zo heeft het oude terrein van de Spaanse oliemaatschappij Repsol Butano, een weinig aantrekkelijk en stoffig perceel, zich ontwikkeld tot een informele camperplaats. In de zomer is dit een populaire plek voor campertoeristen die zich laven aan het ontspannen strandleven. Buiten het seizoen kom je er overwinteraars tegen, hoofdzakelijk uit Noord-Europa.  

Bijzondere begraafplaatsen

Onder ‘begraafplaatstoeristen’ is Málaga een begrip. De stad heeft twee mooie gemeentelijke kerkhoven: het Cementerio de San Miguel en het Cementerio Inglés. Op de eerstgenoemde springen de monumentale graven, waaronder chique tombes en pantheons, meteen in het oog. De pracht en praal weerspiegelen niet alleen de welvaart van Málaga in de 19e eeuw, maar ook de rivaliteit binnen de lokale elite. Omdat de rijke families niet voor elkaar wilden onderdoen, lieten ze spectaculaire graven bouwen. Op de Cementerio de San Miguel liggen ook kunstenaars en schrijvers begraven, onder wie de Amerikaanse schrijfster Jane Bowles. De Cementerio Inglés (Engelse begraafplaats) heeft een meer Noord-Europese uitstraling. Hier vallen de rust en het vele groen op. De dodenakker is in 1831 gesticht door William Mark, destijds de Britse consul. Mark wilde zijn landgenoten in Málaga een waardige rustplaats geven. Tot die tijd werden protestantse christenen na hun dood op het strand aan hun lot overgelaten, omdat in Spanje alleen rooms-katholieken begraven mochten worden. Veel mensen bezoeken de Engelse begraafplaats om de met schelpen bedekte kindergraven te bewonderen. Ook komt menigeen er om de drukte van de stad te ontvluchten.

Málaga TechPark

Overal in Málaga staan slimme afvalbakken. Dankzij ingebouwde sensoren weet de ophaaldienst of de tonnen al geleegd moeten worden of niet. Ze staan symbool voor de smart city die Málaga graag wil zijn. De gemeente investeert veel in nieuwe digitale technologieën in de hoop de stad daarmee aantrekkelijker, leefbaarder en duurzamer te maken. Daarbij worden ook verbindingen gelegd met toerisme. Zo loopt de stad voorop in smart tourism-toepassingen, waaronder apps die toeristen antwoord geven op hun vragen. Op haar beurt gebruikt de gemeente open data en telefoongegevens om het mobiliteitsgedrag van toeristen te achterhalen.

Sowieso profileert Málaga zich graag als een innovatieve stad. In 2021 kreeg de gemeente de tweede prijs – Dortmund werd eerste – binnen de European Capital of Innovation-competitie. Die award heeft Málaga onder meer te danken aan het feit dat de stad en de omgeving al jaren in trek zijn bij internationale technologiebedrijven. Daar zitten bekende namen tussen als Siemens, Ericsson en Huawei. Google, Vodafone en consultancy-gigant EY (Ernst & Young) hebben in Málaga Europese onderzoekscentra opgezet. Het gaat de bedrijven niet zozeer om de in 1972 opgerichte Universiteit Málaga, waar zo’n 40.000 studenten zijn ingeschreven. Ze komen vooral af op het Málaga TechPark, dat 15 kilometer buiten de stad ligt en dit jaar dertig jaar bestaat. Vanouds is het businesspark, dat tot voor kort Technology Park of Andalusia heette, gespecialiseerd in informatietechnologie. Maar geleidelijk zijn er steeds meer bedrijven bijgekomen die actief zijn in andere hightech-sectoren. Naast de digitale sector en telecommunicatiebranche zijn bijvoorbeeld ook biotechnologie, energietransitie en ruimtevaart goed vertegenwoordigd. Het park heeft een grote rol gespeeld bij de diversificatie van de regionale economie. Op dit moment werken bij de circa 620 ondernemingen die op het Málaga TechPark zijn gevestigd, ongeveer 22.000 mensen.  

FOTO: GRUPO VIATEK
eCityMálaga in Málaga TechPark.

Dat Málaga bij internationale bedrijven zo in trek is, is niet alleen een kwestie van de aanwezige technologische expertise. De toeristische kwaliteiten van de stad zijn eveneens van belang. Neem de luchthaven, de grootste van Zuid-Spanje en een van de belangrijkste van het land, en het ruime en hoogwaardige horeca-aanbod. Daar hebben bedrijven in hun zakelijke verkeer natuurlijk ook baat bij. En sinds de coronacrisis, waardoor tijd- en plaatsonafhankelijk werken gemeengoed is geworden, ontwikkelt Málaga zich tot een hotspot voor digital nomads uit de hele wereld. Sommigen besluiten zich zelfs permanent te vestigen in de stad of de omliggende regio met het aangename klimaat. Niet voor niets bestaat het aantal in de provincie Málaga gevestigde zzp’ers voor 22,6% uit buitenlanders. Dat is ruim twee keer zo veel als in de rest van Andalusië (10,5%) en fors meer dan het cijfer voor Spanje als geheel (13,3%). Málaga’s imago van zon, zee en zand reikt tegenwoordig verder dan toerisme alleen – het komt de hele lokale economie ten goede.