Ophef over houtkap
Staatsbosbeheer is de uitvoerder bij de aanleg van nieuwe stuifzand- en heidegebieden, waarmee Nederland voldoet aan internationale verdragen. Dat daarvoor bomen worden gekapt, roept heftige protesten op in de media, zoals op www.laatmijstaan.nl. Natuurmonumenten heeft de kap nu voorlopig gestaakt, SBB kijkt naar de minister.
Het klinkt paradoxaal dat we in Nederland steeds meer natuur krijgen, maar minder bos. De bomenkap stuit op groot onbegrip onder het publiek, getuige de felle polemiek in de media. De pijlen worden vooral gericht op Staatsbosbeheer. Op zich niet vreemd, want als beheerder van 260.000 hectare bos en natuurgebieden is SBB verantwoordelijk voor een groot deel van de houtkap in Nederland. Haar opstelling hielp ook al niet. Staatsbosbeheer wees al snel naar andere grondeigenaren zoals provincies, gemeenten, waterschappen en particulieren, minimaliseerde de eigen rol en bleef herhalen dat de burgers slecht geïnformeerd waren en dat SBB de specialist is die zich al 120 jaar sterk maakt voor de natuur en de bossen in Nederland. Een korte samenvatting van de discussie in de media.
Onvrede
Vooral het artikel dat Frits van Beusekom, van 1979 tot 1989 directeur van Staatsbosbeheer, in februari in NRC Handelsblad schrijft, verbindt veel tegenstanders van houtkap. Hij wijst erop dat Staatsbosbeheer vanaf 2010 onder kabinet-Rutte I is getroffen door onverantwoordelijke bezuinigingen en nu de inkomsten tracht te vergroten met grootschalige houtkap door ook natuurbos als productiebos te beschouwen en door kaalkap onder het mom van bosverjonging.
Maria Quist, oud-medewerker Natuurmonumenten en SBB, laakt in april op NRC.nl niet alleen het geldelijke gewin door houtkap, maar ook de onstuitbare veranderingsdrift van directies, managers en ecologen van organisaties die toch ‘worden betaald om natuur te beschermen’.
Oogsten en kappen
Er klinken ook andere geluiden. John Smits, rentmeester en projectmanager monumenten bij Staatsbosbeheer, stelt eind april in Trouw dat houtoogst onderdeel is van goed beheer van de bossen en helpt tegen eenvormigheid. Volgens hem wordt bos tegenwoordig ten onrechte vooral ervaren als natuur en voelt houtoogst als ‘fout’. Hij vindt het pijnlijk en frustrerend dat in de publieke beeldvorming over bosbeheer wordt gesuggereerd dat de commercie het bos zou slopen.
Harrie Hekhuis, hoofd Beheer & Productie Staatsbosbeheer, wijst in april op NRC.nl nog eens op de twee grote uitdagingen waarvoor Nederland staat: het versterken van de biodiversiteit en het vastleggen van zo veel mogelijk CO2. Hij vindt dat hiertoe op diverse plekken binnen Nederlandse natuurgebieden impopulaire maatregelen nodig zijn zoals het weghalen van bomen. Mooie natuur is niet altijd het beste voor het klimaat, aldus Hekhuis.
Stoppen en planten
Zelfstandig adviseur Gerbrand Rustenburg riposteert op NRC.nl: ‘Het is onbegrijpelijk dat je een gezond en volwassen bos kapt voor meer open landschappen. Er is niets tegen heide en stuivende zandgebieden om de biodiversiteit te bevorderen, maar leg die dan aan op bospercelen die door ouderdom of productie vervangen worden of door brand verwoest zijn. Het beheer van ons bos schiet echt tekort. Terecht dat zieke bomen worden neergehaald, maar herinplant vindt veel minder plaats.’ In één moeite door richt hij zich tegen de lobby van de ANWB om 80-kilometerwegen veiliger te krijgen door de bomen in de bermen te kappen.
Rustenburg heeft een beter idee: ‘Langs grote delen van de snelwegen en provinciale wegen, in totaal 13.000 km, is boom noch struik te zien. Daar is plaats voor 10 miljoen bomen.’
Aanpassing
Ruim zestig natuurorganisaties waaronder het Wereld Natuurfonds, Natuurmonumenten en Natuur & Milieu vragen de overheid inmiddels om de ‘kaalkap’ te verbieden. Burgers protesteren tegen gemeentelijke kapplannen en in een enkel geval, zoals in Amersfoort, Tubbergen en Oegstgeest, beginnen ook raadslieden zich te roeren. Natuurmonumenten maakt inmiddels zelf een pas op de plaats met de bomenkap, voor een consultatie met de achterban.
Staatsbosbeheer is nog niet van plan haar kapactiviteiten te staken, maar vraagt om een duidelijker bosbeleid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Carola Schouten kondigde half april aan ‘alles goed in samenhang [te] bekijken’. Als het gaat om de kap van bomen langs wegen, is minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat aan zet. Half mei kondigde ze aan dat het kappen van bomen langs doorgaande wegen een uiterst middel is om de verkeersveiligheid te vergroten. Provincies moeten de gevolgen voor duurzaamheid en natuur goed onderbouwen, als ze in aanmerking willen komen voor geld dat het Rijk hiervoor in 2018 beschikbaar heeft gesteld.