Ribagorza
Ik ga een geheim verklappen. Dat doe ik met enige tegenzin, maar ach, geografen gun ik het mooiste. Komt ’ie: weet je waar je schitterend kunt fietsen (en mountainbiken)? In de Ribagorza.
Huh? In de wat?
In de Ribagorza.
De Ribagorza ligt in het noordoosten van de provincie Huesca, in de autonome regio Aragón. In de Spaanse Pyreneeën en de uitlopers daarvan. De Ribagorza is woest, ruig en leeg. Heel leeg: er wonen nog geen 5 mensen per vierkante kilometer en de hoofdstad Graus heeft slechts 3500 inwoners. Als je houdt van de stilte, de leegte en de afwezigheid van verkeer, moet je daar zijn.
Vanwege de zomerse warmte is vroeg vertrekken een noodzaak. Om half acht zit ik op de fiets. Vanaf onze camping in Puebla de Roda rijd ik zuidwaarts over de A1605 langs het riviertje de Isabena, tot ik na 16 kilometer bij een 11e-eeuws Romaans kerkje linksaf sla en het dorpje Laguarres inrijd. Het is stil in het dorp. Niemand te zien.
Dan gaat het omhoog. Een rustige klim van 8 kilometer voert van 580 meter hoogte over de Puerto de Laguarres (1060 m). Het is een schitterende klim, door een half bebost en slechts beperkt ontgonnen bergland, de Sierra del Castillo de Laguarres, met uitzichten op de hoge, inmiddels zonbeschenen oranje Pyreneeënpunten in het noorden.
Het is nog geen negen uur, maar het begint al warm te worden. Als ik boven even stop, merk ik dat ik hevig transpireer. Ik daal af, naar Benabarre, waar het door de zon geel verlichte kasteel hoog boven het dorp uittorent.
Vanaf de relatief drukke N123 sla ik linksaf. Volgens mijn simpele kaartje voert deze weg naar Lascuarre, maar als ik via de brede, vers geasfalteerde en belijnde weg (van welke subsidie is díe aangelegd?) na zo’n 3 kilometer in Sagarras aankom, eindigt de mooie weg als een hobbelig geval midden in het dorp. Een blaffende hond, maar niemand om de weg te vragen. Vind ik dit vervelend of vooral grappig?
In Castigalou ontbreekt elke richtingaanwijzer en ik sla op goed geluk linksaf. Slecht asfalt. In de eerste kilometers omhoog is dat nog tot daaraan toe, maar in de afdaling is het link. Dan verandert de bochtige, slechte weg opeens in een overzichtelijke, goed geasfalteerde afdaling en raas ik even later door Lascuarre en terug naar de A1605.
Het is inmiddels 38 graden en ik moet nog 16 kilometer en 200 hoogtemeters. Als ik op de camping aankom, staan er 81 kilometer en 2100 hoogtemeter op de teller. Het zweet gutst van mijn voorhoofd en prikt in mijn ogen. Ik moet de neiging onderdrukken met fietskleren en al in het koele zwembad te plonzen. Ribagorza!
Hier wonen nog geen vijf mensen per vierkante kilometer