Jorn Koelemaij studeerde Sociale Geografie en Planologie en Urban Studies in Amsterdam. Hij promoveert nu bij de vakgroep Geografie aan de Universiteit Gent. Daarnaast neemt hij plaats in de hoofdredactie van AGORA Magazine. Voor geografie.nl blogt hij over alles op het snijvlak van reizen, sport en geografie.
Stressvolle scratch map-dilemma's
Ongeveer twee jaar geleden kreeg ik, vlak na mijn verhuizing naar Gent, een scratch map cadeau. Het idee hierachter is op het eerste gezicht vrij eenvoudig: je krast de plaatsen die je in je leven reeds bezocht hebt weg, om op die manier de kaart van steeds wat meer kleur te voorzien. Zeker voor geografen, in veel gevallen toch een bovengemiddeld reislustig volkje, een vermakelijke wanddecoratie. Bovendien blijkt de kaart veelal een eerste blikvanger voor bezoekers, hetgeen regelmatig direct tot leuke gespreksonderwerpen leidt (denk bijvoorbeeld aan overeenkomstige reisbestemmingen en -ervaringen).
Tot zover het ‘onschuldige’ gedeelte. De ervaring heeft mij inmiddels namelijk geleerd dat deze kaart ook kan leiden tot soms vrij hoogoplopende spanningen: denk hierbij niet alleen aan afgunst of concurrentiestrijd (ik noem geen namen!), maar ook aan verschillen van mening over respectievelijk de ‘spelregels’ of de geopolitieke positionering ten opzichte van betwiste gebieden of regio’s. Anders dan bij Monopolie of Risk wordt er bij de scratch map geen boekje met regels bijgeleverd, dit leidt direct tot het eerste onvermijdelijke dilemma: ‘wanneer mag je krassen’? Is ‘een stempel’ bij slechts een overstap op een luchthaven genoeg, of moet je effectief ergens overnacht hebben? Hoeveel waarde heeft het eigenlijk als je ouders je toen je drie jaar oud was ooit hebben meegenomen naar Noorwegen, en je je er feitelijk niets meer van herinnert? En indien je (zoals een oud-collega van me) ooit illegaal de grens tussen Litouwen en Kaliningrad (Rusland) bent overgestoken en vervolgens bent opgepakt? Alles tot aan Vladivostok openkrassen, ja of nee?
Een halve dag in Rusland geweest: alles tot aan Vladivostok openkrassen, ja of nee?
Dat brengt ons bij het tweede dilemma: wat kras je precies? Terwijl niemand het me ooit kwalijk heeft genomen dat ik heel Slowakije van kleur heb voorzien terwijl ik slechts een weekendje in Bratislava heb doorgebracht, is gebleken dat bijvoorbeeld de VS al snel tot een stuk meer discussie leidt. Zo merkte een vriend van mij onlangs hoofdschuddend op dat hij het ‘flauw’ vond dat ik nagenoeg het hele land, inclusief Alaska, had uitgekrast, terwijl ik slechts Californië en Nevada had bezocht. ‘Als je dan toch bezig bent,’ zo merkte hij enigszins terecht op, ‘waarom dan ook niet meteen Hawaii en Puerto Rico (de ‘51e-staat’?)? En hoezo La Réunion (Frans departement ten oosten van Madagaskar), Frans-Guyana, de Falklandeilanden en Bermuda niet?’ Ook de Canarische Eilanden heb ik overigens tot op de dag van vandaag ‘dicht’ gelaten, ondanks dat ik toch meerdere keren het vasteland van Spanje heb aangedaan. De Balearen zijn daarentegen wel (onterecht?) ‘gekleurd.’ Waarom weet ik eerlijk gezegd ook niet. Van hemzelf weet ik overigens op mijn beurt dat op zijn kaart het hele Verenigd Koninkrijk inmiddels volledig blauwgekleurd is, terwijl ik ten zeerste betwijfel of hij ooit voet in Wales heeft gezet.
Consequent zijn blijkt dus soms nog best moeilijk. Het tevoorschijn toveren van kleuren op de kaart betekent regelmatig ook geopolitieke kleur bekennen. Zo zullen mijn Chinese collega’s het me vast niet zo in dank afnemen wanneer ze zien dat ik Taiwan, ondanks mijn eerdere bezoek aan China, keurig heb dichtgelaten. Ik besef me eigenlijk nu pas dat ik bij Tibet daarentegen niet heb stilgestaan. Een ander voorbeeld is Oekraïne: ondanks dat het nog een paar maanden voor de Maidan-revolutie (en alles wat erop volgde) was dat ik samen met een studievriend langs Odessa en Kiev reisde, ben ik er nog niet over uit wat ik nu precies met de Krim aan moet.
West-Sahara (Marokko?) en Kosovo (Servië?), nog zoiets. Gelukkig maar dat ik in 2013 in Moldavië ook de nauwelijks-erkende, semi-autonome deelstaat Transnistrië heb bezocht: scheelt toch weer een klein dilemma. Deze zomer staat er een reisje naar Georgië op het programma: misschien toch ook maar eens uitzoeken hoe je Abchazië en Zuid-Ossetië precies binnenkomt?
Het ‘dilemma’ waar het uiteindelijk om gaat is volgens mij het volgende: wil je een zo kleurrijk-mogelijke kaart, of is dat te saai? Of hang je stiekem liever de provocatieve, recalcitrante betweter uit door bijvoorbeeld het nogal omstreden buitenlandbeleid van een land als Nicaragua te volgen? Wellicht is het volgen van de positionering van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, en daarbij het niet overdreven ter discussie stellen van het construct ‘natiestaat’ voor de meesten in dat opzicht uiteindelijk toch de meest politiek-correcte, ethische en consequente ‘spelregel’. Of zou ik misschien toch eens moeten overwegen om een nieuwe kaart aan te schaffen, en daarop strengere spelregels toepassen om zo tot een meer bescheiden en –natuurgetrouw beeld te komen, zoals de persoon op bovenstaande foto heeft gedaan?