Tussen fabriek en beukenwoud - een wandeling in de Weense wijk Ottakring

1 maart 2015
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2015
toerisme
Wenen
Opinie
Wenen
FOTO: BEZIRKSMUSEUM OTTAKRING
Panoramafoto ten tijde van de bouw van de Vorortelinie (1898), met het talud van de spoorlijn links van de hoofdweg (de tegenwoordige Kendlerstrasse). Het grote gebouw midden links in het open veld is het eerste paviljoen van het Wilhelminenspital. Achter de schoorstenen van de steenfabriek de nieuwbouw van de Austria Tabakfabriek.

In het septembernummer van Geografie schreven Gert-Jan Hospers en Peter Timmerman over het rode, donkere en groene Wenen. Dat inspireerde Paul Hesp, zelf woonachtig in de stad, ons uit te nodigen voor een wandeling door de wijk Ottakring.

Als je bij het station van Ottakring een blokje om loopt, ben je duidelijk in een oude fabriekswijk met woonkazernes en grauwe bedrijfspanden; maar daartussen vind je ook oude dorpshuizen en pal achter het station een hypermoderne torenflat. Neem je de bus in westelijke richting, dan rijd je binnen vijf minuten langs Jugendstilvilla’s en nog eens tien minuten later langs de rand van een eindeloos beukenbos. Wat verklaart die variatie?

Op de eerste complete kadasterkaart van Wenen en omgeving, uit het tweede decennium van de 19e eeuw, vind je het dorp Ottakring als een lint van boerderijen aan een kronkelend weggetje dat de oever van een beek richting stad volgt. Rondom liggen weiden, bouwland en wijngaarden; in het westen de heuvels van het Wienerwald. Aan de rand van het woud, met wijds uitzicht over de Donauvlakte, ligt de buitenplaats Schloss Wilhelminenberg.

Midden 19e eeuw begon men de wallen rond Wenen te slechten om de industriële ontwikkeling ruim baan te geven. In de jaren 1890 werden plaatsjes als Ottakring opgeslokt door de snel groeiende metropool. Door de buitenwijken kwam een spoorlijn die de hoofdlijnen naar het noorden en westen van het keizerrijk met elkaar verbond. De Vorortelinie, bedoeld om snel troepen te vervoeren, was ook een ideale industrielocatie. Begin 20e eeuw werden rond station Ottakring glas, metaal, machines, textiel, levensmiddelen, sigaretten en bakstenen geproduceerd. De al bestaande brouwerij profiteerde van de betere verbindingen en groeide uit tot een van de grootste in het hele rijk. In het open land werd het Wilhelminenspital gebouwd, een parkachtig ziekenhuiscomplex, en op de hellingen onder het Wienerwald verrezen villa’s; in de Liebhartstalstrasse zijn in de lange, smalle tuinen nog de oude landbouwpercelen te herkennen.

De industrie trok duizenden arbeiders uit het hele keizerrijk naar Ottakring. Binnen enkele decennia verdween veel van het open land onder een rasterpatroon van woonkazernes. Met de Eerste Wereldoorlog kwam de woningbouw praktisch tot stilstand, al bleven de fabrieken op volle toeren draaien voor de oorlogseconomie. De opmars van de rechthoekige woonblokken stopte iets ten westen van de spoorlijn bij de Maroltinger- en Sandleitengasse. Het rurale verleden is zo zichtbaar gebleven in het stratenpatroon en de straatnamen van Ottakring ten westen van die lijn. En de primaire sector is nooit helemaal verdwenen: er zijn nog kwekerijen, imkers en wijngaarden.

Siedlerbewegung

In 1918 viel het keizerrijk uiteen. De industrie van de kleine republiek Oostenrijk verloor een groot deel van haar marktgebied en de economie stortte in. Aan de rand van Wenen schoten overal ‘wilde nederzettingen‘ uit de grond, waar duizenden werk- en daklozen in zelfgebouwde hutten op braakliggend terrein probeerden te overleven met moestuin, geitenstal en kippenhok. Met steun van de groeiende coöperatieve en arbeidersbewegingen en het door de Sozialdemokratische Partei Österreichs (SPÖ) gedomineerde gemeentebestuur werd de Siedlerbewegung al gauw beter georganiseerd; er werden architecten van naam aangetrokken, zoals de pionier van het moderne bouwen, Adolf Loos.

Wenen
FOTO: PAUL HESP
Siedlung Starchant: de grote tuinen met knoestige oude fruitbomen herinneren eraan dat men hier aanvankelijk zelfvoorzienend probeerde te leven.

In het nog landelijke westen van Ottakring ontstonden grote volkstuincomplexen, ook uit nood geboren. Alleen de woningbouwcooperaties Neuland en Heim bouwden er twee kleine Siedlungen. De huizen werden, zoals toen gebruikelijk, grotendeels door de leden zelf gebouwd en de grote tuinen met hun knoestige oude fruitbomen herinneren eraan dat men aanvankelijk zelfvoorzienend probeerde te leven. Tegen het eind van de jaren 1920 werd dit principe losgelaten en werkten woningcorporaties meer en meer samen met de gemeente.

De bottom-up ontwikkeling werd al gauw overschaduwd door een omvangrijk top-down bouwprogramma van de gemeente (zie Geografie september 2014). Op het terrein van een zandafgraving in West-Ottakring verrees de Sandleitenhof, met meer dan 1500 woningen en een complete infrastructuur, van theater en bibliotheek tot en met artsenpraktijk en kleuterschool, het grootste project in Wenen. Even verderop, waar nog open land aan de spoorlijn lag, kwam het Kongressbad, voluit Schwimm, Sonnen und Luft bad Gemeinde Wien, een regelrecht volksgezondheidsprogramma.

Neergang en opgang

Door de economische crisis van 1929 en de toenemende conflicten tussen het linkse Weense gemeentebestuur en de steeds verder naar rechts opschuivende nationale regering stagneerde de sociale en coöperatieve woningbouw in Ottakring in de jaren '30. Ook na de Anschluss bij nazi-Duitsland in 1938 werd er weinig gebouwd.

Ottakring bleef tijdens de oorlog grotendeels gespaard. Economisch lag Oostenrijk in 1945 echter op de knieën. Toen de inmiddels weer ‘rode’ gemeente de woningbouw hervatte, was dat met beperkte middelen, en het sociaaldemocratisch triomfalisme was begraven. Je ziet het aan de eenvoudige bouwstijl van de woningen uit die tijd: zoals een kind een huis tekent. Maar het leverde Wenen in de jaren '50 en '60 toch zo’n honderdduizend woningen op – ook in Ottakring. Bovendien waren de woningbouwverenigingen zeer actief in West-Ottakring. Tegen de heuvels, met Donaupanorama en op loopafstand van het Wienerwald, groeide het handjevol villa’s tot een complete wijk.

Eind jaren '50 werd Oostenrijk deelgenoot van het Wirtschaft - wunder. De grote behoeft e aan arbeidskrachten trok vanaf de jaren '60 tot begin jaren '80 tienduizenden migranten uit met name Turkije en het toenmalige Joegoslavië naar de Weense industrieagglomeratie. Onderdak vonden ze vooral in de oude huurkazernes, waar ze de plek innamen van de vele autochtonen die inmiddels verhuisd waren naar betere woningen in de sociale sector. Café Dalmatina in de Sandleitenhof markeert ongeveer de westgrens van de migratie naar Ottakring. Vanaf de jaren '80 verdween de meeste industrie uit de oude fabriekswijken, met de brouwerij in Ottakring als belangrijkste uitzondering. Daarvoor in de plaats kwamen woningen, grootwinkelbedrijven en verzorgingflats in de nabijheid van het Wilhelminenspital.

Wenen
FOTO: SNAREPUSHER
De Kornhäusel-Villa in Ottakring is de oudste bewaardgebleven landvilla in Wenen. Na decennia verval is het huis gerestaureerd, maar ook ingesloten door nieuwbouw.

Opwaardering

Na het verdwijnen van het IJzeren Gordijn – op nog geen 60 kilometer afstand – en de toetreding van Oostenrijk tot de EU in 1994 ontwikkelde Wenen zich van een nogal slaperige stad tot hét urbane centrum van Midden-Europa, dat ook veel hogeropgeleiden en zakenlieden uit met name Duitsland en Oost-Europa aantrekt. De gunstige ligging – vanaf station Ottakring ben je met de tram in een kwartier in de binnenstad – in combinatie met goedkope leegkomende ruimte stimuleert allerlei culturele activiteiten in het oude deel van Ottakring, zoals Soho.

Ottakring is nu ook aantrekkelijk voor beter gesitueerden. Je ziet dat direct aan de daken van de oude woonkazernes, ook rond het station: dakraampjes maken plaats voor grote dakkapellen. Voor lofts kan veel geld gevraagd worden. Omdat het Weense huurrecht de nog zittende huurders in zo’n pand beschermt, is er niet echt sprake van gentrificatie, meent het bureau stadsvernieuwing. Ze spreekt liever over ‘opwaardering’ van de wijk: de panden krijgen een opknapbeurt en de middenstand profiteert ook. Rond 2010 haakte de gemeente in op deze ontwikkeling en investeerde met steun van de EU zwaar in de renovatie van het hart van Ottakring: de Brunnenmarkt met omringende straten.

Dit alles heeft de groene periferie nog aantrekkelijker gemaakt. Stadsuitbreiding richting Wienerwald is echter door strenge natuur- en landschapsbeschermingsmaatregelen nauwelijks mogelijk. Wel is er een sluipende ‘verstening’ gaande. In de volkstuincomplexen mag tegenwoordig permanent gewoond worden en tuinhuisjes maken plaats voor kleine villa’s. Ondanks de strikte beperking van de bouwvolumes veranderen deze complexen zo toch van karakter. Grote villatuinen, bijvoorbeeld in het Liebhartstal, worden hier en daar onderverdeeld in percelen waar kleine, luxe flatblokken verrijzen.

Voor grotere projecten zijn echter aanpassingen in het bestemmingsplan nodig en die lijken politiek niet haalbaar. De Weense wethouder voor ruimtelijke ordening heeft zich bijvoorbeeld uitgesproken tegen de verkoop van wijngaarden voor villabouw in het Nobelbezirk Grinzing. Aan de westrand van Ottakring doet bouwgrond inmiddels duizenden euro’s per vierkante meter, maar ‘Ned ois wos an Wert hot, hot a an Preis’, zoals in Weens dialect op een schutting bij station Ottakring staat. Vrij vertaald: Niet alles van waarde is te koop. Van een serieuze bedreiging van het resterende open land, de groene long van de wijk, lijkt geen sprake. De bossen en wijngaarden rond Schloss Wilhelminenberg van de oude kadasterkaart zijn goeddeels behouden gebleven.

 

Met dank aan Jochen Müller van het Bezirksmuseum Ottakring, Ula Schneider van Soho en Kurt Smetana van de Gebietsbetreuung Stadterneuerung Ottakring.

Paul Hesp studeerde sociale geografie in Amsterdam en werkte tot 2013 als consulent voor de UN Industrial Development Organization in Wenen. Als gids bij de wandel- en bergsportclub van de Weense VN-organisaties blijft hij actief geograaf.

 



BRONNEN

Bezirksmuseum Ottakring

Everything Ottakring

Gemeentewoningen en coöperatieve woningbouw

Soho