Een Nederlands probleem dat aandacht behoeft
Nederland wordt gezien als een land dat vooroploopt op het gebied van vervoer en bereikbaarheid. Zo neemt Parijs Nederland als voorbeeld om een stad te creëren waarin alles binnen vijftien minuten bereikbaar is. De schaduwkant van het Nederlandse ‘vooroplopende’ vervoerssysteem is echter dat steeds meer mensen er onvoldoende toegang tot hebben.
Het continu efficiënter willen maken van het Nederlandse openbaar vervoer zorgt bij veel groepen voor een verslechterde mobiliteit. Dit probleem lijkt voorlopig nog onzichtbaar voor beleidsmakers en deskundigen. De geringe aandacht die er voor is, gaat uit naar krimpregio’s. Maar het probleem is juist in stedelijke gebieden groot. De stad wordt namelijk steeds meer voor de rijken, aldus NRC. Zo wordt openbaar vervoer steeds duurder en verslechteren verbindingen. Het wegwerken van deze beperkingen staat echter niet op de politieke agenda. Hier moet verandering in komen.
Vervoersarm
Mensen die door een gebrekkige mobiliteit niet volledig deel kunnen nemen aan de maatschappij zijn vervoersarm. Er zijn verschillende oorzaken van deze gebrekkige mobiliteit. Een krappe portemonnee, bijvoorbeeld. Het hebben van een auto is een flinke kostenpost en het openbaar vervoer wordt steeds duurder waardoor dit geen goede vervanger meer is voor de auto. Mensen zijn gemiddeld dertien procent van hun inkomen kwijt aan vervoer. Dit is twee procentpunt meer dan aan voeding! Bij lage inkomens ligt dit aandeel nog hoger. Hierdoor is het risico op vervoersarmoede groot.
Het huidige aanbod van openbaar vervoer zorgt ook steeds meer voor problemen. Privatisering vindt vaker plaats om openbaar vervoer efficiënter te maken en de kosten beter te dekken. Haltes vervallen of verbindingen worden heringericht. Hierdoor loopt de overstaptijd op. Bussen rijden het vaakst naar de bestemmingen die veel opbrengen, waardoor locaties als industrieterreinen niet goed bereikbaar zijn. Een inwoner uit Tilburg zei hierover: ‘Ik moet vroeg op mijn werk zijn op een industrieterrein. Op dit tijdstip rijden alleen nog geen bussen, waardoor ik geld aan een auto kwijt ben dat ik eigenlijk beter voor andere dingen kan gebruiken.’
Een van de grootste en minst erkende oorzaken is volgens Rob van der Bijl, ov-expert en onderzoeker naar vervoersarmoede, de teruggelopen gebruiksvriendelijkheid van het openbaar vervoer. Het OV-chipkaartsysteem is vanuit zakelijke overwegingen bedacht en daardoor te ingewikkeld voor de gebruiker. Binnen de TU Delft is onderzoek gedaan naar gebruiksproblemen van dit systeem. Hieruit komt naar voren dat het systeem een stuk complexer is dan vroeger. Er worden te veel verschillende producten aangeboden en is er te weinig assistentie in en rondom het openbaar vervoer. Ook hoort het een landelijk te gebruiken systeem te zijn, maar ondertussen moet je nog wel in- en uitchecken wanneer je overstapt naar een andere vervoerder.
Sociale uitsluiting
Vervoersarmoede leidt vaak tot sociale uitsluiting. Dit zorgt voor minder kansen op zelfontplooiing en een slechte toegang tot werk. Iemand die geen baan kan vinden heeft een laag inkomen. Hierdoor is er te weinig geld voor vervoer waardoor sollicitaties slecht te bereiken zijn en alleen banen in de buurt een optie zijn. Zo kom je in een vicieuze cirkel terecht. Ook sociale contacten zijn lastiger te onderhouden en voorzieningen en goederen zijn niet goed bereikbaar. Essentiële voorzieningen zoals ziekenhuizen verplaatsen zich steeds meer naar de rand van de stad. De bereikbaarheid ervan wordt hierdoor slechter. Voor mensen met vervoersarmoede heeft dit consequenties die invloed kunnen hebben op de gezondheid. De samenleving is zich niet bewust van de omvang van vervoersarmoede en de problemen die dit met zich meebrengt. De autoafhankelijke maatschappij blijft hierdoor bestaan.
Fietsen
Tijdens het lezen van dit stuk zal het waarschijnlijk wel in je op zijn gekomen: en de fiets dan? Dit lijkt een gemakkelijke oplossing. Toch biedt de fiets voor lang niet iedereen een uitkomst. De gemiddelde afstand naar werk wordt steeds groter. Hierdoor is fietsen geen optie meer. Daarnaast kan niet iedereen fietsen of vinden mensen fietsen te gevaarlijk. Het fietsverkeer wordt steeds drukker en er komen steeds meer verschillende soorten fietsen. De smalle fietspaden raken hierdoor vol. Mensen die niet sinds hun jeugd in Nederland wonen en dus nooit hebben leren fietsen ervaren dit als erg gevaarlijk. Maar ook voor mensen die opgegroeid zijn in een dorp is het drukke fietsverkeer in een stad enorm wennen. Daarnaast kost een fiets ook geld. Zelfs ‘normale’ fietsen zijn niet voor iedereen te betalen, een e-bike is al helemaal geen optie. Er bestaan, net als bij autobezit, verschillen tussen fietsbezit per inkomensklasse. In een stad als Rotterdam is dit verschil nog groter dan in Nederland in het algemeen: een derde van de groep met lage inkomens heeft geen fiets (tabel 1).
Tabel 1. Fietsbezit per inkomensklasse in Nederland en Rotterdam (in procent)
|
Nederland |
Rotterdam |
Laag |
79 |
68 |
Midden |
88 |
82 |
Hoog |
92 |
90 |
BRON: CBS, 2017
Wat zijn dan wel oplossingen? De meest ingewikkelde is het verminderen van de autoafhankelijkheid. Meer concrete oplossingen zijn het verlagen van de kosten van openbaar vervoer en het creëren van een inclusiever aanbod van openbaar vervoer. Een cruciale oplossing is het verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid van het openbaar vervoer. Specifieker de gebruiksvriendelijkheid van het OV-chipkaartsysteem. ‘Technisch en financieel gezien kan de gebruiksvriendelijkheid gemakkelijk aangepast worden’, aldus Rob van der Bijl. Het probleem zit hem echter in de instanties die deze veranderingen door moeten voeren. Hiervoor is in de eerste plaats erkenning van het probleem nodig.
Nederland zou een voorbeeld kunnen nemen aan landen als Luxemburg en Engeland. Zo wordt vervoersarmoede in Engeland aangepakt met initiatieven als ‘Wheels to work’. Hierdoor kunnen mensen bij de gemeente een bromfiets lenen om naar sollicitaties of naar hun werk te gaan. Hiernaast zet deze organisatie zich in voor betere reisvergoedingen voor werknemers. Luxemburg gaat nog een stapje verder. Hier is het openbaar vervoer gratis geworden voor alle inwoners van het land. Het invoeren hiervan in Nederland heeft al verschillende keren ter discussie gestaan. In eerste instantie om het fileprobleem aan te pakken. Volgens tegenstanders wordt dit probleem hiermee niet verholpen. Maar Michel van Hulten, oud-staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, laat gelukkig aan NPO radio 1 weten dat het niet alleen om het fileprobleem gaat. Het gaat erom dat het mensen in staat stelt om overal te kunnen komen.
FOTO: BASILE/WIKIMEDIA COMMONS
Luxemburg-Stad, centraal station. In Luxemburg mogen alle inwoners gratis gebruik maken van het openbaar vervoer.
Voer voor discussie
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid om iedereen in staat te stellen overal te kunnen komen? Gezien de vele oorzaken van vervoersarmoede is hier niet één verantwoordelijke voor en geeft dit voer voor discussie. Er zijn al eerste stappen gezet in het verzamelen van gegevens over vervoersarmoede in Nederland. Maar er bestaan nog lang niet zoveel gegevens over als over andere onderwerpen binnen mobiliteit, zoals congestie. Laat staan dat we al dichtbij een oplossing van het probleem zijn. Volgens Karel Martens, planoloog en verkeersdeskundige, moeten er in eerste instantie basisprincipes vast worden gesteld waaraan vervoer moet voldoen. Dit laat hij weten aan Verkeerskunde. Vanuit deze basisprincipes kunnen vervolgens plannen opgesteld worden om vervoersarmoede aan te pakken.
Het vergroten van de mobiliteit van een ‘kleine’ groep mensen klinkt als een kostbare opgave. Dit hoeft niet zo te zijn. Er wordt veel geld geïnvesteerd in het verhogen van de mobiliteit van mensen die al mobiel zijn. Een deel van dit geld kan ook gebruikt worden voor het stimuleren van mobiliteit onder mensen met vervoersarmoede, aldus Martens. Voor deze verschuiving van investeringen of andere mogelijke oplossingen is in de eerste plaats erkenning van het probleem nodig. Vervolgens kunnen de oorzaken van vervoersarmoede door samenwerking tussen verschillende actoren aangepakt worden.
Meer aandacht
Schijn bedriegt: het ‘vooroplopende’ vervoerssysteem van Nederland is nog lang niet voor iedereen even toegankelijk. Er is onvoldoende aandacht voor vervoersarmoede. Wanneer er niets verandert, zal het probleem alleen nog maar groter worden. Meer aandacht voor het probleem zal hopelijk resulteren in meer initiatieven zoals ‘Wheels to work’ en in het opstellen van basisprincipes waar vervoer aan moet voldoen. Of gratis openbaar vervoer of andere maatregelen de juiste oplossing zijn, moet nog blijken. Het is belangrijk dat de gebreken van het Nederlandse vervoerssysteem aan het licht komen. Dat is de eerste stap in het verminderen van sociale uitsluiting door vervoersarmoede in Nederland.
BRONNEN
- Bijl, R. van der & Steenhoven, H. van der (2019). Gesprekken over gebrekkige mobiliteit: Vervoersarmoede in de grote stad ontrafelen. Amsterdam: Favas.net.
- Lucas, K., Mattioli, G., Verlinghieri, E., & Guzman, A. (2016). Transport poverty and its adverse social consequences. Proceedings of the institution of civil engineers-transport, 169(6), 353-365.
- Martens, K., Holder, M. ten, & Thijssen, J. (2011). Vervoersarmoede bestaat: mindervaliden en minderbedeelden ervaren belemmering in mobiliteit. Verkeerskunde, 36(2), 34-38.