Vluchtelingenstroom Syrië vergroot waterstroom

1 maart 2017
Auteurs:
Henk Donkers
Geograaf, aardrijkskundeleraar, wetenschappelijk medewerker, docent geografie/planologie/milieu en wetenschapsjournalistiek, wetenschapsjournalist
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2017
politiek
water
Jordanië
Israël
Syrië
Kennis
foodvalley
FOTO: HECTOR ABOUID/FLICKR

Klimaatverandering en waterschaarste zijn mede oorzaak van de Syrische burgeroorlog en de vluchtelingencrisis. Dat vluchtelingenstromen omgekeerd ook de waterstromen beïnvloeden, was nog niet eerder aangetoond.

 

In 2013 meldde het Jordaanse ministerie van water en irrigatie een plotselinge, spectaculaire toename in de watertoevoer van de Yarmouk naar het stuwmeer achter de Al-Wehda-dam. De Yarmouk is de belangrijkste zijrivier van de Jordaan en de voornaamste waterbron van Jordanië. Vlak voor het punt waar hij in de Jordaan uitmondt, ligt sinds 2007 de Al-Wehda-dam. Het stuwmeer erachter is een belangrijk waterreservoir van Jordanië. Vandaar krijgen de boeren op de Oostelijke Jordaanoever via het King Abdullah-kanaal water voor de bevloeiing van hun velden. Het stuwmeer zou oorspronkelijk een capaciteit krijgen van 480 miljoen kubieke meter, maar dat werd uiteindelijk slechts 155 miljoen kubieke meter.

yarmouk
Figuur 1. Stroomgebied Yarmouk

De Yarmouk passeert meerdere landen. Zowel Syrië als Jordanië heeft recht op water uit de rivier, en sinds de annexatie van de Golan Hoogten maakt ook Israël als derde oeverstaat daar aanspraak op. Jordanië is economisch en militair de zwakste van de drie en kan zich het minst doen gelden. De stroomafwaartse ligging is evenmin gunstig. Jordanië maakte herhaaldelijk afspraken met Syrië en Israël over de verdeling van het water uit de Jordaan en de Yarmouk, maar krijgt nimmer de afgesproken hoeveelheden.

Waterschaarste

Weinig landen hebben zo te lijden van waterschaarste als Jordanië. De komst van honderdduizenden vluchtelingen uit Syrië en Irak heeft het watertekort extra nijpend gemaakt. In Jordanië zelf regent het weinig, en de Jordaan en de Yarmouk bevatten nog maar weinig water als deze het land bereiken. Israël (Jordaan) en Syrië (Yarmouk), die stroomopwaarts liggen, hebben er dan al heel veel water aan onttrokken. Verreweg het grootste deel van het water in de Yarmouk komt uit bronnen in Syrië. Om zo veel mogelijk water vast te houden voor eigen gebruik, vooral irrigatie, heeft Syrië 21 dammen en stuwmeren aangelegd in zijriviertjes van de Yarmouk. Daardoor komt er nog maar weinig water in de rivier en het Al-Wehda-stuwmeer terecht.

In 2013 nam de toevoer naar het stuwmeer ineens toe met 340% en dat is sindsdien min of meer zo gebleven (figuur 2). Werd de opslagcapaciteit tot 2013 slechts voor 10% benut, na 2013 steeg dat tot ongeveer 30%. Jordanië is blij met het extra water, maar de watertekorten zijn er lang niet mee opgelost. Eigenlijk profiteren alleen de boeren stroomafwaarts op de Oostelijke Jordaanoever ervan. De steden en vluchtelingenkampen in de hooglanden liggen te ver weg en vooral te hoog. 

Vluchtelingenstroom

Waar komt de plotselinge toename van de afvoer van de Yarmouk vandaan? De link met de burgeroorlog in Syrië is natuurlijk snel gelegd, maar bestaat er ook een causaal verband? De opstand tegen het regime van Bashar al-Assad begon in 2011 en twee jaar later kwam de enorme vluchtelingenstroom op gang. Experts beweren dat klimaatverandering, waterschaarste en slecht waterbeheer een belangrijke rol spelen in het Syrische conflict (zie kader op pag. 16), maar is dat omgekeerd ook zo? Heeft het conflict, en de vluchtelingenstroom in het bijzonder, een rol in de plotselinge veranderingen in de waterstromen? En zo ja, welke dan? In 2011-2012 kwam er ook een einde aan een langdurige droogteperiode. Ligt daar de oorzaak niet? 

watervolume waterstroom
Figuren 2, 3 en 4.

Amerikaanse en Canadese onderzoekers hebben de kluwen van oorzaken en gevolgen proberen te ontrafelen en rapporteerden daarover afgelopen december in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS. Hun conclusie: er is inderdaad een causaal verband tussen het extra water en de vluchtelingenstroom (figuur 3). 

Veldonderzoek konden ze vanwege de oorlog in Syrië niet doen. Daarom hebben ze satellietbeelden geanalyseerd en het Syrische deel van het stroomgebied van de Yarmouk vergeleken met het Jordaanse deel en de door Israël geannexeerde Golan Hoogten. Deze twee aangrenzende gebieden lijken in veel opzichten op het Syrische deel, maar verschillen op één punt: er zijn geen grote aantallen mensen op de vlucht geslagen. De invloed van deze ene variabele is er dus goed uit te filteren.

Waterstromen

In zowel het Syrische als het Jordaanse deel van het stroomgebied nam het geïrrigeerde areaal tussen 2000 en 2006 toe, in Syrië veel sterker dan in Jordanië. Tijdens de droogte van 2006-2008 liep het areaal in beide landen terug, in Syrië sterker dan Jordanië. Maar waar het geïrrigeerde areaal in Jordanië in 2012 weer enigszins steeg, zette in Syrië een sterke daling (47%) door (figuur 4). Die vermindering is alleen te verklaren uit de op gang gekomen vluchtelingenstroom. Boeren lieten hun landerijen onbeheerd achter.

Ook het waterniveau in de reservoirs ondervindt invloed van de exodus. Je zou verwachten dat ze goed gevuld zouden zijn, omdat er minder water naar de akkers gaat. Het tegendeel bleek waar. De waterreservoirs in Syrië vertoonden een heel andere ontwikkeling dan die op de Golan Hoogten. Tot 2012 liepen de ontwikkelingen gelijk op, daarna daalden de waterniveaus in Syrië dramatisch, precies in de jaren waarin honderdduizenden mensen het gebied verlieten (figuur 5). Dat kwam omdat de reservoirs niet of slecht beheerd werden of doelwitten van militaire acties vormden. Ze waren in handen van de rebellen en die misten de technische kennis en informatie om de dammen en reservoirs goed te beheren. 

middellandse zeegebied

De onderzoekers concluderen dat de afname van 47% in het geïrrigeerde areaal en de daling van 49% in de wateropslag zijn toe te schrijven aan de exodus van mensen. Die veranderingen verklaren voor 48% de ruime verdrievoudiging (340%) van de toestroom van water van Syrië naar Jordanië c.q. het Al-Wehda-stuwmeer.

De meeste onderzoeken gaan over waterschaarste als oorzaak van conflicten of over watervoorzieningen als militair doel of als wapen in de strijd. Dit onderzoek kijkt naar verbanden in de andere richting. Het geeft inzicht in de gevolgen van conflicten en vluchtelingenstromen voor het stroomgebied van een (internationale) rivier.

opslag in waterreservoirs
Figuur 5.
Watertekorten en het conflict in Syrië

Watertekorten spelen naast vele andere factoren (religieuze en sociaal-politieke spanningen, economische achteruitgang, de Arabische Lente) een rol in het conflict in Syrië. Maar hoe dan? Syrië kampt al decennia met watertekorten. Het is een droog land (gemiddeld valt er maar 250 mm neerslag) en 60% van de hernieuwbare hoeveelheid water komt uit het buitenland (Libanon, Turkije). Syrië is afhankelijk van waterbronnen die het met andere landen moet delen, wat conflicten oplevert met Irak, Libanon en Turkije. Door de enorme bevolkingsgroei (3 miljoen in 1950, 22 miljoen in 2012) is de hoeveelheid beschikbaar water gedaald van 5500 m3 (1950) tot 760 m3 (2012) per persoon per jaar. Syrië behoort dan ook tot de categorie landen die lijdt aan ‘ernstige waterstress’.

Daar komt bij dat de neerslag grote schommelingen vertoont.Tussen 1900 en 2005 kampte het land met zes ernstige droogtes (jaren met minder dan een derde van de gemiddelde neerslag). Tussen 2006 en 2011 werd Syrië geconfronteerd met de ergste en langste droogte uit haar recente geschiedenis. De oogsten mislukten jaar op jaar, de economische situatie op het platteland verslechterde en honderdduizenden trokken berooid naar steden als Aleppo, Damascus, Homs en Hama. Velen kwamen terecht in kampen en konden geen baan vinden, wat tot sociale onrust en spanningen leidde.

Slecht waterbeheer verergerde de situatie. Het Assad-regime stimuleerde de verbouw van waterintensieve gewassen als katoen en tarwe, er werden veel te ambitieuze irrigatieprojecten opgezet die door gebrek aan water niet gerealiseerd konden worden, de bestaande methoden waren zeer inefficiënt (83% oppervlakte-irrigatie, 12% beregening en 6% druppelirrigatie) en boeren waren erg afhankelijk van grondwater. Velen pompten ongecontroleerd water op uit eigen putten, waardoor aquifers uitgeput en verontreinigd (verzilting) raakten.

Al deze factoren ondermijnden de veerkracht van Syrië, waardoor het land niet adequaat kon (en kan) reageren op veranderingen. Zoals die in het klimaat. Rond 2008 werd duidelijk dat het klimaat in het oostelijke Middellandse Zeegebied echt aan het veranderen is, eigenlijk al sinds 1970, met minder neerslag in de winter en meer verdamping in de zomer (figuur 6). De klimaatscenario’s, ook de gematigde, voorspellen weinig goeds voor de 21e eeuw. Het wordt er gemiddeld 3,5 tot 7 graden warmer, het gaat nog minder regenen en de evapotranspiratie stijgt. De bronnen waarop de hoofdstad Damascus is aangewezen voor zijn drinkwater, zullen 20 tot 50% minder water leveren. Voor het stroomgebied van de Eufraat- Tigris verwacht men dat er 25 tot 55% minder water terecht komt in beide rivieren. Dat Turkije zelf veel meer water uit deze rivieren gaat gebruiken, werkt extra in het nadeel van Syrië.

Syrië zal de druk op de waterbronnen dus flink moeten verminderen. Dat kan door minder landbouw, meer invoer van landbouwproducten die veel water vragen, efficiëntere irrigatie, andere gewassen, duurzame exploitatie van grondwater en onderhandelingen/afspraken over de verdeling van het water in internationale rivieren en aquifers.