Frank van Dam vindt het jammer dat voetbalgrasvelden steeds vaker plaats maken voor kunstgrasvelden. Het zal ongetwijfeld lekker voetballen en kosten besparen, maar het blijft kunstgras. En kunst is nep.
Nieuwbouw op oude plekken. Dit is het nieuwe stedelijke bouwen in optima forma. Ruimte voor eigen initiatief, ruimte voor particulier opdrachtgeverschap, al dan niet in collectief verband. Geen blauwdrukken vooraf, maar ruimte voor verrassing. Ik hou daar wel van.
Toen ik klein was en in Vlaardingen woonde, gingen we met ons gezin weleens naar zee. Met zijn vijven in de witte Ford Cortina naar Hoek van Holland. Of naar Kijkduin. In de herfst. Vanaf de duinen kijken naar de branding en de hoge golven. Kijkduin: nomen est omen.
Stadsbuurten hebben altijd enkele voorzieningen waarvan er véél zijn. Kappers bijvoorbeeld. Vergelijk het met plattelandsdorpen die als laatste voorziening meestal een kapper overhouden. Ik wil het echter niet over kappers hebben, maar over cafés. Ook daarvoor geldt dat er nog heel veel van zijn. Te veel. Met name in oude stadsbuurten leiden buurtkroegen vaak een kwijnend bestaan. En af en toe sluit er een definitief zijn deuren.
Als hij een beetje neerslachtig is en behoefte heeft aan een goed humeur, fietst Frank van Dam even naar Vroondaal.
De rotondisering van Nederland schrijdt voort. Ons land telt inmiddels bijna vijfduizend rotondes en dat aantal zal in de nabije toekomst nog toenemen. Dat is niet voor niets. Daar is over nagedacht. Rotondes zijn namelijk veiliger dan gewone kruispunten. De statistieken zijn wat dat betreft overduidelijk; lees de rapportages van de SWOV er maar op na.
Frank van Dam blogt deze keer over de stad als decor om in te sporten. In Florence ziet dat er zo uit.
In een stad als Venetië is het de kunst om de toeristische drukte en de tropische warmte te negeren.
Uren speelden we in de zand- en grindbergen van de bouwterreinen en opslagplaatsen van de wegenbouwer van die tijd, P.C. Zanen.