Tegen alle verwachtingen in werd half juni de veel bekritiseerde en ondemocratische ‘Wet op de bescherming tegen het Coronavirus’ in Hongarije beëindigd. Daar wil premier Viktor Orbán complimenten voor: ‘Dit geeft iedereen de kans om excuses aan te bieden aan Hongarije voor de valse beschuldigingen.’ Het is echter meer dan naïef om Orbán daar een schouderklopje voor te geven. Wat hij verdient is een democratische schop onder zijn kont.
Regelmatig hobbelen paard-en-wagens langs grote blauwe borden die aangeven dat een school, ziekenhuis of weg is betaald met geld van de Europese Unie. De nog altijd armelijke situatie in bijvoorbeeld Noordoost-Roemenië toont de ineffectiviteit van de EU-steun. Hoe valt dit te verklaren?