Orbán verdient geen democratisch schouderklopje

13 juli 2020
democratie
Hongarije
Opinie
FOTO: KARIM MANJRA/UNSPLASH

Tegen alle verwachtingen in werd half juni de veel bekritiseerde en ondemocratische ‘Wet op de bescherming tegen het coronavirus’ in Hongarije beëindigd. Daar wil premier Viktor Orbán complimenten voor: ‘Dit geeft iedereen de kans om excuses aan te bieden aan Hongarije voor de valse beschuldigingen’. Het is echter meer dan naïef om Orbán daar een schouderklopje voor te geven. Wat hij verdient is een democratische schop onder zijn kont.

De afgelopen weken hadden critici, waaronder wijzelf, de mond vol over de antidemocratische facetten van de Hongaarse coronawet die Orbán de macht gaf per decreet te regeren. Zo werd het met de wet mogelijk mensen vast te zetten die ‘nepnieuws’ verspreiden. Een eufemisme voor een aanval op onafhankelijke journalisten, zo voorspelden velen. Saillant detail was dat niet het Hongaarse parlement, maar de Orbánregering de einddatum van de wet mocht bepalen. Het parlement werd de facto buiten spel gezet.

Medische noodtoestand

Dat de wet nu is beëindigd, lijkt op het eerste gezicht een goede zaak voor de Hongaarse democratie – of wat daar nog van over is. Of dat echt zo is, moet nog blijken. Voor de beëindiging nam het Hongaarse parlement namelijk een andere wet aan die de steeds autocratischer opererende regering de mogelijkheid biedt een ‘medische noodtoestand’ uit te roepen. Daarmee blijft veel van de kritiek van mensenrechtenorganisaties en journalisten op de coronawet overeind en is het voorbarig Orbán het voordeel van de twijfel te geven.

De afgelopen weken hebben bovendien getoond hoe weinig tijd de zelfbenoemde antiliberaal nodig heeft om de democratie en mensenrechten in Hongarije verder af te bouwen. Terwijl de wereld in de ban was van de coronapandemie, richtte Orbán zijn pijlen op Hongaarse transgenders. Half mei stemde het Hongaarse parlement, waar Orbán’s Fideszpartij nog steeds een comfortabele meerderheid heeft, in met een nieuwe wet die het transgenders onmogelijk maakt hun legale geslacht te veranderen. Niet langer ‘geslacht’, maar ‘geslacht bij geboorte’ wordt opgenomen in het paspoort. Een directe inbreuk op de rechten van een minderheid in een land dat geenszins voorop loopt als het gaat om LHBTIQ-rechten.

Monddood

Daar komt bij dat Orbán, sinds zijn aantreden in 2010, geen coronawet nodig heeft gehad om de jonge Hongaarse democratie stap voor stap de das om te doen. De zorgwekkend lange lijst aan voorbeelden, is tekenend voor de inzet van de Hongaarse regering om iedere criticus - essentieel voor een goed functionerende democratie - monddood te maken.

FOTO: EUROPEAN PEOPLE'S PARTY/FLICKR
Premier Viktor Orbán

Sinds het merendeel van de kranten is overgenomen door zakenvriendjes van de autocratische premier, is weinig meer over van de onafhankelijke Hongaarse media. Het land is hierdoor 66 plaatsen gedaald op World Press Freedom Index en moet Albanië en Sierra-Leone boven zich dulden.

Bij een aanval op onafhankelijke media en journalistiek bleef het echter niet. Met het gedwongen vertrek van de Central European University, die jaarlijks studenten uit meer dan honderd landen verwelkomt, bereikte de Hongaarse academische vrijheid vorig jaar een historisch dieptepunt. Voor het Constitutionele Hof zijn loyalisten aangesteld, ngo’s met buitenlandse financiers moesten het ontgelden en het kiessysteem is ‘geoptimaliseerd’ ten faveure van Fidesz.

Hoewel de Hongaarse coronawet eerder is beëindigd dan veel critici verwachtten, is het naïef te denken dat hierdoor de democratie terugkeert in Hongarije. Zolang Orbán aan de macht is en een tweederde meerderheid heeft in het parlement, kunnen we niet anders dan kritisch zijn over de democratie en de naleving van mensenrechten in Hongarije. Want, zoals de afgelopen weken en jaren bevestigen, we hebben hier nog steeds te maken met een antidemocraat, die beslist geen schouderklopje verdient.

 

Jan Jacob Vogelaar en Lisette Reuvers zijn alumni  van de Central European University.