Er zijn legio manieren om taal en aardrijkskunde in de les te combineren. Hieronder vind je een paar suggesties.
Geef leerlingen na een veldwerk of aardrijkskundig onderzoek(je) een creatieve schrijfopdracht over het onderwerp. Laat ze bijvoorbeeld een gedicht, verhaal, betoog of haiku schrijven, of een beschrijvende ansichtkaart vanuit een plaats.
Laat ze een autobiografie schrijven over een aardrijkskundig onderwerp. Vraag de leerlingen bijvoorbeeld om een kort verhaal te schrijven vanuit het perspectief van een rivier. Hierin kunnen ze de geschiedenis en het landschap beschrijven, evenals de impact van menselijke activiteiten op de rivier.
Laat de leerlingen een nieuwsartikel schrijven over een recente natuur- of milieuramp in een bepaalde regio. Ze kunnen verslag uitbrengen over de oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen.
Laat ze een strip maken over een aardrijkskundig onderwerp zoals dag en nacht, de seizoenen, het weer, ontbossing, klimaatverandering, migratie.
Als je de inhoud van kinderboeken koppelt aan de aardrijkskundeles sla je twee vliegen in één klap: je behandelt de lesstof én je besteedt tijd aan kinderboeken lezen. In deze link staan boeken over geografische onderwerpen voor diverse leeftijden en niveaus.
Oudere leerlingen kunnen een aardrijkskundig onderwerp afsluiten door een verhaal te schrijven voor jongere leerlingen of een informatieboek (inclusief inhoudsopgave en woordenlijst) voor de presentatie op een ouderavond.
Laat kinderen in groepjes een eigen (ei)land ontwerpen en er een kaart van maken. Met natuurlijk denkbeeldige steden, rivieren en bergen, maar ook ideeën over een vlag, valuta, taal, wetten en tradities.
