Tussen 1852 en 1916 verscheen het Jaarboekje voor de leden van het Nederlandsch Instituut van Ingenieurs. Het is een soort almanak annex agenda, met een enorme hoeveelheid informatie. Zo bevat het exemplaar voor 1873 gegevens over ‘Spoorwegstations en Halten, in Nederland’ en ‘in Nederlandsch Indië’; ‘Spoorwegstations en halten met telegraafkantoren en niet aan spoorwegen gelegen telegraafkantoren’; ‘Gouvernements telegraafkantoren op Java en Sumatra’ en een ‘Verkorte terminologie der metrieke maten en gewigten’.
Dan zijn er nog achttien vaste bijlagen, met gegevens over zaken als de ‘Slagdrempeldiepte onder AP der Sluizen en Waterkeeringen om de Zuiderzee’ en ‘Gewigt van koperen pijpen per strekkende Engelsche voet’. Kortom, een amalgaam aan feiten waarmee een ingenieur zijn voordeel zou kunnen doen.