´Schuldig landschap´ wordt Lernort

2 mei 2022
Auteurs:
Ben de Pater
Departement Sociale Geografie & Planologie Universiteit Utrecht
Dit artikel is verschenen in: geografie mei 2022
Kennis
FOTO: KASA FUE/WIKIMEDIA COMMONS
Het voormalige Reichparteitaggelände: links achterin het Zeppelinfeld met de voormalige hoofdtribune, rechts de Große Straße en op de voorgrond de onvoltooide Kongresshalle, met het tijdelijke pretpark NürnBÄRland op de Volksfestplatz (juli 2021).

Reichsparteitagsgelände in Neurenberg

Nederland heeft in Lunteren zijn Muur van Mussert, Duitsland in Neurenberg zijn Reichsparteitagsgelände – tot 1933 een gebied voor recreatie en sport, na 1945 een ‘schuldig landschap’. Net als hier speelde in Duitsland de discussie wat de toekomst van nazi-erfgoed moet zijn. Sloop? Restauratie? Instandhouding?

 

Een uitgesproken toeristenstad is Neurenberg niet, in elk geval niet zoals bijvoorbeeld Heidelberg en Dresden dat zijn. In 2019 trok de stad 2 miljoen toeristen, goed voor 3,6 miljoen overnachtingen. De meesten blijven een of twee dagen en bezoeken dan de binnenstad met de Kaiserburg, het Albrecht Dürer-huis, de gotische kerken, stadsmuren, vakwerkhuizen en het Germanisches Nationalmuseum. Aan het Reichsparteitagsgelände, hemelsbreed 4 kilometer ten zuidoosten van de binnenstad, komen ze niet toe. Reisgidsen en toeristenfolders maken er ook niet uitgebreid melding van; de middeleeuwse (en na 1945 herbouwde) monumenten krijgen alle aandacht. Toeristen op een Stadtrundfahrt doen een vluchtige indruk op: de bus staat even stil bij het Zeppelinfeld. Het aantal bezoekers dat het complex verkent, is betrekkelijk bescheiden: naar schatting jaarlijks 300 duizend.

Wie ronddwaalt op het terrein van de NSDAP-partijdagen, herkent de megalomanie en de propagandakracht die ook spreken uit de foto’s en films van destijds. Vooral natuurlijk Triumph des Willens, die Leni Riefenstahl maakte van de partijdagen in 1934, en destijds in bioscopen te zien was. Het begin is akelig overtuigend in zijn beeldtaal. Door de wolken komt het toestel met Hitler aanvliegen. Neurenberg met de Kaiserburg ligt aan zijn voeten: hier komt de nieuwe keizer! De film zal toenmalige bioscoopbezoekers trots hebben ingeboezemd: het Nieuwe Duitsland is opgestaan. De huidige kijker ziet vooral het propagandaraffinement: marcherende mannen, brandende fakkels, zwaaiende vaandels, opzwepende toespraken, opwindende marsmuziek, wapperende vlaggen, juichende massa’s, adorerende vrouwen, lachende kinderen.

De mensen die destijds fysiek op de partijdagen aanwezig waren, moeten zijn meegesleurd en hun individualiteit hebben verloren. Het maximale effect werd bereikt toen in 1935 langs de randen van het Zeppelinfeld 152 schijnwerpers werden geïnstalleerd. Bij invallende duisternis gingen hun lichtstralen honderden meters loodrecht de lucht in. Hun licht verbond de aarde met de hemel, net als het vliegtuig dat Hitler uit de hemel naar de aarde bracht.

BEELD: U.S. NATIONAL ARCHIVES AND RECORDS ADMINISTRATION
Beeld van de Reichsparteitag in 1937, waar schijnwerpers rond het Zeppelinfeld hun lichtstralen
loodrecht de lucht in zenden, als connectie met het hemelse rijk.

Voor 1933

Op het terrein dat het Reichsparteitagsgelände zou worden, lag sinds de 14e eeuw de Dutzendteich, een meer aangelegd voor de watervoorziening van de stad. Vanaf de 18e eeuw kregen het waterreservoir en de groene oevers een recreatieve functie: er kwamen cafés en biertuinen, je kon er zwemmen, roeien en een bootje huren. Rond 1900 gold het als het belangrijkste recreatiegebied voor de destijds ruim een kwart miljoen Neurenbergers. Er viel altijd wel wat te beleven. In 1906 bood het terrein onderdak aan een 70 hectare grote tentoonstelling met paviljoens die lieten zien hoe modern Beierse bedrijven wel niet waren. In 1909 landde er een zeppelin, in 1912 opende een dierentuin de poorten en vond er het zangfeest van de Deutscher Sängerbund (met 35.000 deelnemers) plaats, in 1916 kwamen er de eerste volkstuintjes. Je kon er roeiwedstrijden zien en je in de Luitpoldhalle vergapen aan de machines van fabrikant MAN. En je kon de als vuurtoren vermomde uitkijktoren beklimmen, die ter gelegenheid van de tentoonstelling was gebouwd – geen Eiffeltoren (symbool van de Parijse wereldtentoonstelling in 1889), maar toch. In 1871 hadden de Spoorwegen er een stationnetje geopend, zodat het recreatiegebied gemakkelijk vanuit de stad te bereiken was.

BEELD: B.J. KÖBBEN / GEOGRAFIE
Reichsparteitagsgelände, geprojecteerd op een kaart van de huidige toestand

Na de Eerste Wereldoorlog kreeg Neurenberg een links-liberale burgemeester, Hermann Luppe, die samen met de lokaal machtige sociaaldemocratische partij ijverde voor de volksgezondheid. Het Naerholungsgebiet kreeg behalve een recreatieve ook een sportieve functie. Zo werd een 100 meter lang zwembad gebouwd. Blikvanger werd een modern stadion voor voetbal en atletiek. Het ontwerp kreeg in 1928 op de Olympische Spelen in Amsterdam een gouden medaille. Ook parken werden aangelegd. Ze boden ruimte voor politieke massabijeenkomsten. In 1927 en 1929 hield de NSDAP er haar partijdagen.

Neurenberg was in de ogen van Hitler vanwege de vele vakwerkhuizen en het verleden als keizerlijke residentie in het Heilige Roomse Rijk de Duitse stad bij uitstek. Na 1933 herstelden de nazi’s zelfs zo goed mogelijk het ‘puur’ middeleeuws-Duitse karakter van de Altstadt. Modernistische toevoegingen werden verwijderd of weggemoffeld (zie voor details het artikel van Hagen en Ostergren). Neurenberg lag bovendien mooi centraal in het land, en het gebied rond de Dutzendteich bood volop ruimte. De SPD-gekleurde stad was er niet gelukkig mee, maar nadat Hitler de macht had gegrepen en burgemeester Luppe een paar weken later was afgezet, waren de kaarten geschud. Vanaf september 1933 tot en met september 1938 zouden er partijdagen gehouden worden. De Reichsparteitag des Friedens, die op 2 september 1939 van start zou gaan, werd op het nippertje afgelast. Een dag eerder was Duitsland namelijk Polen binnengevallen en was de Tweede Wereldoorlog begonnen.

Nazi-jaren

Hitler gaf Albert Speer opdracht het gebied rond de Dutzendteich, 11 vierkante kilometer groot, aan de nazi-eisen aan te passen. De uitkijktoren werd afgebroken, de dierentuin verplaatst en het stadion geschikt gemaakt voor de Hitlerjugend. De Luitpoldhalle kreeg een nazi-buitenkant en diende voortaan als plek voor NSDAP-bijeenkomsten. De Ehrenhalle, in 1930 ingewijd als monument voor de 9855 soldaten uit Neurenberg die in 1914-1918 waren gevallen, werd opgenomen in de nieuwe Luitpoldarena, waar Hitler tijdens de partijdagen eer bewees aan de doden. Het meest megalomane plan betrof de bouw van het Deutsche Stadion, dat ruimte moest bieden aan 400 duizend toeschouwers. De eerste steen werd in 1937 gelegd, maar veel verder kwam het niet. Onvoltooid bleef ook het gigantische Märzfeld van 955 bij 610 meter. Van de 24 torens die het veld moesten omringen, verrezen er 11, tot de oorlog begon. De bouw van de Kongresshalle was op dat moment al veel verder opgeschoten – daar werkten duizenden aan. Als kolossale opvolger van de Luitpoldhalle moest dit gebouw 50 duizend mensen kunnen herbergen. Ook de 60 meter brede Große Straße tussen het Märzfeld en de Kongresshalle was grotendeels klaar: van de 2 kilometer was driekwart in september 1939 aangelegd. De met graniet betegelde straat was gericht op de 5 kilometer verderop in de binnenstad gelegen Kaiserburg, de voormalige keizerlijke residentie uit de middeleeuwen. Zo legde Speer een historisch verband tussen het Eerste en het Derde Rijk. Maar evenmin als de Kongresshalle is de Große Straße gebruikt voor het beoogde doel: immense parades. De oorlog legde uiteindelijk alle werkzaamheden in het gebied stil.

Wel voltooid en in gebruik genomen is het bekendste deel van het Reichsparteitagsgelände: het Zeppelinfeld en de gelijknamige tribune, gebouwd op de Zeppelinwiese, de weide waar in 1909 Ferdinand Graf von Zeppelin met zijn luchtschip landde. In 1933 en 1934 stonden hier nog houten noodtribunes, maar vanaf 1935 waren de imposante tribunes en torens rondom het veld van 312 bij 285 meter klaar. Er was plek voor 200 duizend mensen. Die werden aangevoerd via station Märzfeld, dat in 1938 was geopend om de honderdduizenden bezoekers van de partijdagen te faciliteren.

Speer legde met zijn architectuur een verband tussen het Eerste en het Derde Rijk
FOTO: ERDUMLAUF/WIKIMEDIA COMMONS
De Große Straße werd nooit gebruikt voor de immense parades van de nazi's, maar diende kort
als landingsbaan voor de geallieerden en later als parkeerplaats tijdens de Volksfesten.

In de oorlog was een deel van het Reichsparteitagsgelände in gebruik als kamp voor Poolse en Russische krijgsgevangenen. Ze werden opgeborgen in het barakken- en tentenkamp dat vóór de oorlog onderdak had geboden aan bouwvakkers, en tijdens partijdagen aan deelnemers.

Op 17 april 1945 namen de Amerikanen het Reichsparteitagsgelände in bezit. Vijf dagen later organiseerden ze een overwinningsparade op het Zeppelinfeld, waarbij het kolossale hakenkruis – tijdens partijdagen gedragen door een ’s avonds verlichte rijksadelaar – op de hoofdtribune werd opgeblazen. Tot 1995 zouden veld en tribune in handen blijven van het Amerikaanse leger.

Na de oorlog

Na 1945 wist Neurenberg zich geen raad met de terreinen. Gêne en ongemak overheersten. Het liefst zou de stad ze vergeten. Bovendien: er viel zo veel te doen. Prioriteit had het herstel van de door luchtbombardementen en strijd op de grond zwaar beschadigde stad. De Amerikanen, de feitelijke machthebbers, waren vooral pragmatisch. De Große Straße gebruikten zij als provisorische landingsbaan, het Zeppelincomplex voor sport, parades, zeepkistwedstrijden en motor- en autoraces, de zogeheten Norisringrennen. Daarvoor werd – en wordt nog steeds – een tijdelijk circuit gebouwd rondom de Zeppelintribune. Ook werd het veld benut voor massabijeenkomsten, van Sudeten-Duitsers die hun oude woongebied terug wilden, Jehova’s getuigen en de Amerikaanse televisiedominee Billy Graham, tot popconcerten. De stad koos zelf geleidelijk ook voor pragmatisme en ad hocbeleid. Op het Märzfeld werden in 1967 de elf torens opgeblazen. Het gebied werd bestemd voor een nieuwe woonwijk, Langwasser. Ook de Luitpoldarena viel onder de slopershamer, op het monument voor de gevallenen na. Het is nu weer een park, waar af en toe klassieke concerten in de open lucht plaatsvinden. De door de nazi’s verbouwde Luitpoldhalle was in de oorlog getroffen door een bom; de ruïne werd opgeruimd. De Große Straße werd een parkeerplek voor bezoekers aan de sinds 1953 weer georganiseerde volksfeesten (vergelijkbaar met de oktoberfeesten in München) op de Volksfestplatz. Deze grenst direct aan de Kongresshalle. Die dreigde in 1987 verkocht te worden aan een projectontwikkelaar die verbouw tot een winkel- en vrijetijdscentrum in gedachte had. Dat leidde tot protesten. Het gebouw biedt nu onderdak aan de Nürnberger Symphoniker en sinds 2001 aan een bezoekerscentrum dat het verhaal van de partijdagen vertelt. Verder dient het als opslagplaats. Het stadion waar ooit de Hitlerjugend marcheerde, werd opgeknapt voor het WK-voetbal in 2006 en is tegenwoordig als het Max Morlockstadion de thuisbasis voor FC Nürnberg.

In 1973 kwam het Reichsparteitagsgelände onder monumentenzorg te staan. Het was afgelopen met de praktijk dat delen van het complex vanwege (vermeende) bouwvalligheid konden worden opgeblazen, zoals in 1967 gebeurde met de zuilengalerij die de top van de Zeppelintribune afsloot. Maar hoe de zorg voor het monumentale complex gestalte moest krijgen, was twaalf jaar lang onderwerp van discussie. De kwestie werd urgent toen het Amerikaanse leger in 1995 het Zeppelincomplex teruggaf aan de stad. Er kwam een prijsvraag en er verschenen opiniërende bijdragen – vergelijkbaar met wat gebeurde met de ‘Muur van Mussert’ in Nederland (zie kader).

Muur van Mussert

De ‘Muur van Mussert’ was onderdeel van het Nationaal Tehuis, een complex dat de NSB vanaf 1936 bouwde ten oosten van Lunteren, op een centraal gelegen terrein (het ‘middelpunt van Nederland’ ligt op een steenworp afstand). Tussen 1936 en 1940 hield NSB-leider Mussert hier zijn ‘hagespraken’. De muur (oorspronkelijk 150 meter lang en 10 meter hoog) kwam na de oorlog te liggen op het terrein van camping en recreatiepark De Goudsberg. Hij wordt omringd door vakantiehuisjes; ’s zomers wordt op het veld voor de muur gekampeerd. Bij het Reichsparteitagsgelände (1100 ha) valt de Muur van Mussert c.q. Nationaal Tehuis (16 ha) in het niet, wat ook gold voor het aantal bezoekers: maximaal 20 duizend in Lunteren tegenover ruim een miljoen in Neurenberg. Af en toe is de afgelopen decennia in de gemeente Ede gediscussieerd over de status van de vrijwel vergeten muur (afbraak? behoud?), maar zonder een duidelijke uitkomst. De eigenaar van De Goudsberg vroeg in 2017 een vergunning aan om de muur te slopen. Dat leidde tot felle protesten. In 2018 werd de muur rijksmonument. Wie er in 2022 rondloopt, ziet dat er sindsdien niets is gebeurd. Spontane vegetatie is opgeschoten, de muur werd verwaarloosd. Nergens vind je een informatiebord – wat dat betreft is ‘Neurenberg’ veel verder.

Meer informatie

Dilemma

Wat te doen met een ‘schuldig landschap’, om de term van schilder-dichter Armando te gebruiken voor een gebied met een inktzwart verleden? Sloop was niet meer mogelijk vanaf 1973, toen het complex de monumentenstatus kreeg. Wel denkbaar was de keuze geen onderhoud te plegen. Dat zou verder verval betekenen en op den duur afsluiting van het Zeppelinfeld en de tribune vanwege de veiligheid. Al vele jaren brokkelt het beton af en schiet het onkruid op. Maar, zo was de vrees, afsluiting zou het gevaar inhouden van mystificatie en misbruik, bijvoorbeeld door neonazi’s die er heimelijk samenkomen. In 2019 hielden zij al eens een fakkeloptocht, die op last van de politie werd gestaakt. Zo zou ongewenst de Ruinewerttheorie van Speer werkelijkheid worden: dat mensen in de verre toekomst de ruïnes zouden bezoeken, vol ontzag voor de prestaties van het Duizendjarige Rijk, zoals de hedendaagse toerist onder de indruk is van het Forum Romanum in Rome. Afsluiting van de terreinen zou ook het verwijt opleveren dat de stad een zwarte plek uit haar geschiedenis zou willen vergeten, uitwissen, wat geen recht zou doen aan de slachtoffers van het naziregime.

Het tegenovergestelde van nietsdoen, restauratie en herstel, zou ook verkeerd zijn, de suggestie wekken dat de stad goed kan leven met haar rol als ‘Stad der Reichsparteitage’. Uiteindelijk is ervoor gekozen de huidige toestand te behouden, met een bescheiden reparatie. Het terrein, met vooral het Zeppelinveld en de tribune, moet een Lernort en een Begegungsort worden, maar dan beter onderhouden en ontsloten, bijvoorbeeld met de openstelling van de ‘Gouden Zaal’ onder de hoofdtribune. Er moet ook meer uitleg ter plekke komen, hoewel het documentatiecentrum in de Kongresshalle al veel informatie geeft, net als de 23 borden die op het terrein geplaatst zijn bij de onderdelen.

Die borden met teksten in het Duits en Engels kwamen er in 2006, toen in het nabijgelegen stadion WK-wedstrijden werden gespeeld (Nederland verloor er met 1-0 van Portugal). Toeschouwers die naar het stadion liepen, konden zo kennis nemen van het ‘schuldige landschap’. De totale kosten van de huidige plannen bedragen zo’n 85 miljoen euro, voor de helft te betalen door Berlijn – het Reichsparteitagsgelände geldt als een nationaal monument, niet als een lokaal of regionaal monument. Beieren en Neurenberg betalen elk een kwart. Wie er nu rondloopt, krijgt niet de indruk dat er al hard wordt gewerkt. Het hele project gaat jaren duren en verkeert nog in het stadium van onderzoek. Maar de goede wil is er.

 

BRONNEN

  • Veel historische informatie is ontleend aan museen.nuernberg.de, Documentationszentrum. Voorts is gebruik gemaakt van wikipedia.de/nl en artikelen uit de Frankfurter Allgemeine Zeitung, Der Spiegel en de Volkskrant, van documenten van de gemeente Neurenberg en van:
  • Burden, H.T. (1967). The Nuremberg Party Rallies: 1923-39. London/New York: Pall Mall/Praeger. Feitelijk overzicht van wat er op de partijdagen gebeurde. Aan elke partijdag is een hoofdstuk gewijd: welke gebeurtenissen vonden plaats, wie traden als sprekers op? Aandacht ook voor de aanleg; zo werd voor de editie van 1939 150 km waterleiding aangelegd om wc’s te kunnen doorspoelen, de Reichspost opende 28 kantoren op het terrein en de spoorwegen hadden duizend extra treinen geregeld – vergeefse moeite want de Rijkspartijdag werd gecanceld. Met foto’s. 
  • Dietzfelbinger, E., & Liedtke, G. (2004). Nürnberg, Ort der Massen. Das Reichsparteitagsgelände. Vorgeschichte und schwieringes Erbe. Berlin: Ch. Links. Aanbevolen voor wie een informatief en geïllustreerd overzichtswerk van het gebied tot het jaar 2000 zoekt. Uitverkocht bij de uitgever maar tweedehands gemakkelijk verkrijgbaar.
  • Jaskot, P.B. (2000). The Architecture of Oppression. The SS, forced labor and the nazi building economy. London: Routledge. Studie met veel informatie over de organisatorische achtergronden van nazibouwprojecten in Neurenberg en Berlijn, en over de concentratiekampen waar dwangarbeiders in steengroeves en steenhouwerijen werkten aan de aanlevering van bouwmaterialen als graniet.
  • Hagen, J., & Ostergren, R. (2006). Spectacle, architecture and place at the Nuremberg Party Rallies: projecting a Nazi vision of past, present and future. Cultural Geographies 13, 157-181. Artikel met aandacht voor het partijdagterrein en voor hoe de nazi’s de binnenstad van Neurenberg onder handen namen: vakwerk aanbrachten, historische gebouwen ontdeden van latere toevoegingen, middeleeuwse muren in oude glorie herstelden en modernistische gebouwen van een historische gevel voorzagen. Neurenberg moest weer een ‘echte’ traditionele Duitse stad worden.
  • Hagen, J., & Ostergren, R. (2020). Building Nazi Germany. Place, space, architecture, and ideology. Lanham: Rowman & Littlefield. Een 510 pagina’s dikke studie van twee geografen die ‘a geographical perspective’ presenteren, ‘that focuses on the regime’s manipulation of Germany’s spaces, places, and landscapes’. De site www.google.books geeft een indruk.
  • Marka, I. (2008). A (trans)national site of remembrance. The former Nazi Party Rally Grounds in Nuremberg. German Politics and Society 26(4), 113-133. Artikel geschreven naar aanleiding van het WK-voetbal in 2006. Vijf wedstrijden vonden plaats in het stadion op het voormalige Reichsparteitagsgelände. Duitse supporters durfden voor het eerst sinds 1945 met de Duitse vlag te zwaaien, in vrolijke sfeer, heel anders dan het fanatieke nationalisme in de jaren 1930.