Arbeidsmigranten in Nederland belangrijk en kwetsbaar tegelijk

23 december 2020
migratie
migratiebeleid
arbeidsmarkt
Nederland
Kennis
FOTO: MICHAEL GAIDA/PIXABAY
Coronamaatregelen en lege terminals vanwege reisbeperkingen tussen Europese landen.

Zou jij in coronatijd het vliegtuig pakken om in een ander Europees land te werken? Grote groepen arbeidsmigranten wel. Zij zijn zo belangrijk voor Nederland dat er zelfs speciale ‘aspergevluchten’ geregeld zijn tijdens de intelligente lockdown in Nederland. Maar de arbeidsmigranten zelf ‘vluchtten’ aan het begin van de coronacrisis naar hun thuisland, omdat zij niet in Nederland wilden blijven.

 

Tijdens de coronapandemie werden de tegenstrijdigheden in het dossier over arbeidsmigratie alleen maar extremer. Vooral arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa (MOE-landers) hebben een zwakke arbeidspositie en daar maken werkgevers gebruik van. De overheid stelde een aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten aan, om advies te geven over de vraagstukken rondom arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten moeten worden beschermd, omdat Nederland ze ook nu hard nodig heeft.

Met de landelijke verkiezingen in het vooruitzicht zullen zowel de aanpak van de coronacrisis als het beleid rondom arbeidsmigratie een belangrijke rol spelen in de politieke debatten. Politieke partijen proberen zich te profileren met hun standpunten omtrent arbeidsmigranten. Deze standpunten gaan zowel in op de kwetsbaarheid als het belang van arbeidsmigranten.

De tegenstrijdigheid van arbeidsmigratie

Arbeidsmigranten zijn belangrijk voor Nederland. Het aantal MOE-landers dat werkzaam is in Nederland is in tien jaar tijd meer dan verdubbeldUit onderzoek blijkt dat de grootste groep MOE-landers werkzaam is in de landbouw. Daarnaast zijn er ook grote groepen actief in de uitzendsector, logistieke sector, bouw, vervoer over water. De MOE-landers die actief zijn in de uitzendsector werken vooral in de logistiek, voedingsindustrie en de metaalindustrie.

De vraag naar werknemers, en daarmee MOE-landers, blijft ook de komende decennia stijgen, want het aanbod van Nederlandse werknemers wordt niet groter.

FOTO: BLENDLE12/PIXABAY
In een kort seizoen werken aspergestekers vele uren om het zware werk gedaan te krijgen. Daarom kiezen werkgevers voor uitzendbureaus om voor een korte tijd veel kundige werknemers in dienst te hebben.

De MOE-landers doen juist het werk wat de Nederlandse werknemer niet wil uitvoeren. Veelal zijn dit zware banen die veel flexibiliteit kent qua werktijden en piekmomenten. Voorbeelden hiervan zijn seizoensarbeid in de landbouw en de nachtdiensten in de industrie. De MOE-landers vervullen daarmee een complementaire rol op de Nederlandse arbeidsmarkt. Door het werk wat de arbeidsmigranten doen, ontstaat er werk wat de Nederlandse werknemer wel wil uitvoeren. Nederlandse werknemers willen bijvoorbeeld niet op het land werken, maar wel de machines en techniek onderhouden.

Ondanks hun complementaire rol op  de Nederlandse arbeidsmarkt, ontberen de arbeidsmigranten goede woon- en werkomstandigheden. Daarnaast hebben ze weinig zekerheid over behoud van baan, geen of weinig invloed op arbeidsomstandigheden (zoals loon of werktijden), weinig of slechte regelgeving en naleving hiervan en lagere lonen. MOE-landers blijven,mede hierdoor, werkzaam aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dit alles maakt deze groep ook zo kwetsbaar.

Kwetsbaarder tijdens coronacrisis

Emile Roemer, voorzitter van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, geeft aan dat arbeidsmigranten in coronatijd nóg kwetsbaarder zijn geworden. Maar deze kwetsbaarheid speelt al meer dan 20 jaar. Arbeidsmigranten zijn afhankelijk van hun werkgevers. Zij sluiten flexibele contracten af die zomaar beëindigd kunnen worden. Veel uitzendbureaus verzorgen echter niet alleen de contracten, maar ook de huisvesting en de zorg. Verliest een arbeidsmigrant zijn baan dan verliest hij ook zijn woning en zorg.

Uitzendbureaus hebben de zorgpassen van werknemers in bezit. Bij ziekte moeten de arbeidsmigranten via het uitzendbureau regelen dat zij langs een arts gaan. Werkgevers willen geen zieke werknemers en beëindigen dan de arbeidscontracten. Daarom zijn arbeidsmigranten bang om zich ziek melden. Met lichte gezondheidsklachten werken ze dus door. Werkgevers van vitale beroepsgroepen vragen ook van hun werknemers om met lichte gezondheidsklachten te komen werken.

Extra pijnlijk is dat  op  de werkvloer en in het vervoer naar het bedrijf de coronamaatregelen niet  nageleefd worden. Er kan geen afstand gehouden worden bij bedrijven waar topdrukte is. De busjes richting de bedrijven worden helemaal vol gestouwd. Zo heeft het coronavirus alle kans om zich makkelijk te verspreiden onder deze groep.

FOTO: GRAPHICALBRAIN/PIXABAY
De topdrukte zorgt ervoor dat de coronaregels moeilijk nageleefd worden in distributiecentra.

Niet alleen op het werk maar ook ‘thuis’ is kans op besmetting groot. Speciaal voor arbeidsmigranten worden woningen ‘verkamerd’. Een huis voor vier personen wordt zo verbouwd dat er tien arbeidsmigranten hun eigen ‘kamertje’ hebben. Ze delen dan wel de gemeenschappelijke ruimtes zoals de keuken en badkamer. In huis kunnen arbeidsmigranten onvoldoende afstand tot elkaar houden. In quarantaine gaan wordt onmogelijk in deze ‘verkamerde’ woningen. Het coronavirus krijgt alle kans om zich gemakkelijk te verspreiden onder de huisgenoten van de arbeidsmigrant.

Corona zorgt voor extremen

Uit angst voor reisbeperkingen en quarantaine vertrokken arbeidsmigranten aan het begin van de coronacrisis weg uit Nederland. Arbeidsmigranten kozen ervoor liever in hun thuisland de situatie af te wachten. Dit zorgde voor een flink afname van het aantal immigranten dat naar Nederland toekwam (figuur 1). Er was toen sprake van bevolkingskrimp. Dit had te maken met de grote sterfte van coronapatiënten en de sterke terugloop van immigratie.

BEELD: R. HOOGENDOORN, BRON: CBS
Figuur 1. Een flink afname van het aantal immigranten in vergelijking met voorgaande jaren.

Het tekort van arbeiders op de arbeidsmarkt is door de coronacrisis en het vertrek van arbeidsmigranten groter geworden. In de zorg, onderwijs, ICT, de voedselindustrie en supermarkten steeg de vraag naar (buitenlandse) werknemers. Het was bijvoorbeeld tijdens de intelligente lockdown van maart topdrukte in de distributiecentra van (web)winkels. De verkoop via websites steeg en daardoor nam de vraag naar pakketbezorgers en medewerkers in de distributiecentra alleen maar toe.

Dertig procent van alle arbeidsmigranten in Nederland is actief in een vitaal beroep. Zonder de arbeidsmigranten kan de landbouw het wel vergeten met het tijdig binnenhalen van de oogst. Daarom regelde Nederland  speciale vluchten om MOE-landers weer terug te halen.

Seizoensarbeiders vervang je niet zomaar

Veel seizoensarbeiders kiezen er bewust voor om als seizoenswerker aan de slag te gaan in Nederland. Jaren achtereen komen deze seizoensarbeiders bij dezelfde bedrijven. Tijdens de topdrukte op het bedrijf zijn de arbeidsmigranten bereid hard en veel mee te werken. Deze seizoensarbeiders zijn specialisten geworden, die je niet zomaar vervangt. De Nederlandse werknemers, die zonder baan zitten door corona, kunnen niet zomaar het werk van deze seizoensarbeiders overnemen.

Zonder de arbeidsmigranten kan de landbouw het wel vergeten met het tijdig binnenhalen van de oogst

Politiek debat

In 2019 hebben de ChristenUnie(CU)  en SP samen een actieplan gepresenteerd om de arbeidsmigratie meer te reguleren. Volgens deze partijen leidt arbeidsmigratie tot uitbuiting, oneerlijke concurrentie en maatschappelijke ontwrichting. De CU en SP willen een mogelijkheid voor Europese lidstaten om afspraken te maken over arbeidsmigratiestromen. Ook moet er gehandhaafd worden op goede werk- en woonomstandigheden voor arbeidsmigranten in Nederland.

In de Abel Herzberglezing van 13 september 2020 spreekt Hugo de Jonge (CDA): ‘We moeten het gebrek aan grip op migratie durven agenderen als een belangrijke bron van onzekerheid en polarisatie waardoor onderlinge solidariteit in buurten en gemeenschappen onder druk is komen staan.’ Daarom vindt De Jonge dat er een bovengrens aan het aantal immigranten gesteld moet worden. Sigrid Kaag (D66) wil geen bovengrens aan het aantal arbeidsmigranten: volgens haar heeft het vergrijzende Nederland juist de arbeidsmigranten nodig.

Het politieke debat gaat dus zowel over het belang en de vraag naar buitenlandse arbeiders als over de kwetsbaarheid wanneer ze eenmaal in Nederland zijn. Elke politieke partij vindt dat er verandering moet komen. De verandering wordt volgend jaar bepaald door Nederlands stemgedrag.

Er is een structurele oplossing nodig voor het aantal arbeidsmigranten en de arbeidspositie van arbeidsmigranten. Nederland behandelt de arbeidsmigranten in coronatijd als gewaardeerde arbeidskrachten door speciale vluchten te regelen. Maar eenmaal werkzaam in Nederland komt de arbeidsmigrant er alleen voor te staan en lijkt de hulp van Nederland ver weg.

 

BRONNEN