Boeken Geografie oktober 2023

27 september 2023
Auteurs:
Ben de Pater
Departement Sociale Geografie & Planologie Universiteit Utrecht
Dit artikel is verschenen in: geografie oktober 2023
Boeken
Opinie

Pas verschenen

  • Planbureau voor de Leefomgeving. The Geography of Future Water Challenges. Bending the Trend. 215 p., beschikbaar op pbl.nl.

Henk Donkers hield de lezers van Geografie de afgelopen decennia op de hoogte van waterproblemen over de hele wereld. Wie op zoek is naar een mondiaal overzicht van actuele watervraagstukken – in stroomgebieden van rivieren, kusten en delta’s, aride gebieden en steden – kan prima terecht in dit PBL-rapport, volgepakt met kaarten, diagrammen en analyses. Het roept op tot een ‘wereldwijd radicaal ander beleid’ als we de vele waterproblemen in de wereld met succes willen aanpakken.

  • Hospers, G-J. 111 plekken in Twente die je gezien moet hebben. Thoth, 240 p., € 17,95.

Gert-Jan Hospers is een van de zeldzame geografen die het hele spectrum van publicaties beheersen. Als hoogleraar sociale geografie in Nijmegen schrijft hij wetenschappelijke artikelen en doet hij toegepast onderzoek. Hospers schrijft ook regelmatig in Geografie. Verder verschijnt er (bijna) elk jaar een publieksboek van hem. Deze keer is dat 111 plekken in Twente. Het past in een format van uitgeverij Thoth, die een hele 111-reeks over steden en streken uitbrengt. Op een dubbele pagina staan links een tekst van 300 woorden en rechts een foto van een opvallende plek. Het kan gaan om een bijzonder restaurant, landgoed, karakteristiek dorp, museum, onderduikplek, fiets- of wandelroute, monument, watermolen of wijngaard. Hospers doet dat enthousiast en met kennis van zaken. Twente is de regio waar hij zich thuis weet.

Signalementen

Zachte heelmeesters doen het goed

  • Deinum, M. Binnenstad in beweging. Alkmaar 1945-2020. Verloren, 250 p., hardcover, € 30.

Van plannen komen plannen, merkten Hans van der Cammen en Len de Klerk ooit op. Iedere nieuwe generatie planologen moet aan de bak om de fouten van de vorige generatie te herstellen. Neem binnensteden in de jaren 1950-60. Die moesten radicaal aan de moderne tijd worden aangepast. Plannenmakers en bestuurders droomden van demping van grachten, verkeersdoorbraken, grote parkeerterreinen, sloop van oude panden om plaats te maken voor strakke hoogbouw. En veel asfalt, niet te vergeten. Protesten onder de bevolking remden de kaalslag af en een jongere lichting planologen ging vanaf de jaren 1970 aan de slag met restauratie, behoedzame stadsvernieuwing en autoluwe zones.

Dat gebeurde ook in de Alkmaarse binnenstad, laat Martin Deinum in een mooi geïllustreerd boek zien. De befaamde stedenbouwkundige Wieger Bruin was geen man voor compromissen. Hij kwam in 1958 met een plan voor een volledige modernisering van de (toegegeven: vervallen) binnenstad. Zijn plan is nadien herhaaldelijk gewijzigd. Zo kwam er in 1968 een verkeersplan dat voorzag in de Ring Alkmaar. Doorgaand verkeer had niets te zoeken in de binnenstad. Automobilisten die daar niet hoefden te zijn, werden voortaan omgeleid. In 1975 werd de eerste winkelstraat autovrij, ondanks verzet van winkeliers. Anno 2023 toont de Alkmaarse binnenstad op veel plaatsen nieuwbouw, maar de historische essentie is gespaard.

Deinum lardeert zijn grote verhaal over stedelijke vernieuwing met intermezzo’s over pakweg de opmars van de winkelketens, prostitutie en dancings, en interviews met sleutelpersonen. Hij noteert tot slot negen lessen voor de toekomst. Een ervan luidt: ‘Binnensteden zijn onderhevig aan modieuze ideeën en overtuigingen die ieder moment weer kunnen veranderen.’ Je wenst elke provinciestad zo’n integraal portret van haar naoorlogse binnenstad toe.

Voor altijd verdwenen

  • Hoving, R. Miep Oranje. Zoektocht naar de koerierster des doods. Prometheus, 247 p., € 21.

In het najaar van 1942 gaat Miep Oranje sociale geografie studeren in Utrecht, maar de oorlog brengt na een half jaar de universiteit tot stilstand. Mieps studentenleven is voorbij. In haar woonplaats Soest raakt ze vervolgens betrokken bij het verzet, als koerierster. Eind 1943 pakken de Duitsers Oranje op en dwingen haar undercover voor hen te werken. Augustus 1944 wordt de grond haar te heet onder de voeten, het verzet wantrouwt haar en de geallieerden naderen. Haar SD-superieur stuurt Oranje naar Duitsland. Daar verdwijnt ze uit beeld. Na de oorlog proberen velen Oranje op het spoor te komen. Is ze omgekomen? Doodgeschoten door het verzet? Heeft ze het aangelegd met een geallieerde officier en is ze zo Duitsland ontvlucht?

Richard Hoving reconstrueert en ontmythologiseert Oranjes leven. Tussen januari en augustus 1944 worden door haar toedoen, direct of indirect, 39 verzetsmensen gearresteerd van wie 25 overlijden. Ook Hoving weet niet te achterhalen wat er na september 1944 met Oranje is gebeurd. Wel maakt hij duidelijk dat de verhalen daarover op drijfzand berusten. Haar verdwijning zal, zo concludeert hij, voor eeuwig een mysterie blijven.

Heerser of speelbal?

  • Blom, P. De onderwerping. Een geschiedenis van de verhouding van de mens tot de natuur. De Bezige Bij, 381 p., € 35.
  • Korthals, M. Goed leven als aardbewoners. Filosofie van een leefbare planeet. Boom, 311 p., € 29,90.
  • Frankopan, P. De transformatie van de aarde. Een nieuwe wereldgeschiedenis. Spectrum, 799 p. + 16 p. kleurenfoto’s, hardcover, € 50.

Aan het einde van de 19e eeuw verscheen in Engeland de Pulpit Commentary, een veeldelig naslagwerk voor dominees, vol suggesties voor de zondagse preek. Over Genesis 1:28 bijvoorbeeld, waarin God de mens opdraagt ‘vervult de aarde en onderwerpt haar’, zou de dominee kunnen oreren: ‘Tot op de dag van vandaag is de mens tot aan het einde van de aarde getrokken. Toch liggen er nog reusachtige gebieden braak, wachtend op zijn komst.’ Spoor de kerkgangers aan ‘de enorme hulpbronnen van de aarde’ te gebruiken!

Philipp Blom, een Duitse auteur met een Nederlandse moeder, vertelt in zijn nieuwste boek De onderwerping de geschiedenis van dit ‘waanidee’, een ‘catastrofale vergissing’ die de natuur onmetelijke schade heeft toegebracht. Hij doet dat aan de hand van bronnen als de Pulpit Commentary en schilderijen zoals De val van Icarus van Bruegel de Oude, maar vooral geschriften van filosofen en theologen door de eeuwen heen. Het resulteert in een erudiete, breed uitwaaierende ideeëngeschiedenis. Hoe eloquent ook opgeschreven, het is door zijn abstractieniveau minder gemakkelijk leesbaar dan eerdere boeken van Blom, zoals De duizelingwekkende jaren (over Europa in 1900-1914), Alleen de wolken (over de westerse cultuur tussen beide wereldoorlogen) en De opstand van de natuur (over Europa in de kleine ijstijd). Slechts in enkele hoofdstukken wordt het meer concreet, bijvoorbeeld wanneer het gaat over de reacties op de aardbeving die heel Lissabon in 1755 vernietigde, het Panopticum dat door Jeremy Bentham werd bedacht in 1791, of de rechtvaardiging van de slavernij door de ontwikkeling van raciale hiërarchieën. Aan het einde van het boek bepleit Blom, geïnspireerd door de Gaia-filosofie en Bruno Latour en met de ‘klimaatramp’ voor ogen, voor de verbinding. De mens staat niet buiten en boven de natuur, maar is ermee verweven.

Dat zal Michiel Korthals, auteur van Goed leven als aardbewoners, en emeritus hoogleraar in Wageningen en aan de Vrije Universiteit, beamen. In zijn boek spreekt hij van invlechting: ‘De aarde zal overal in onze levens moeten worden ingevlochten.’ Maar hij pleit ook voor ontvlechting: ‘We moeten natuur, natuurlijke processen, kortom, de aarde, daarnaast ook een eigen plaats geven.’ Dat klinkt abstract, maar Korthals concretiseert deze geboden veel meer dan Blom. Hij wijst op het belang van lokale duurzame landbouw die goed en gezond voedsel oplevert – als ‘kleine akkerbouwer’ bij de Stichting Oude Landbouwgewassen in Laren spreekt hij uit ervaring. In zijn boek bekritiseert hij de industriële landbouw. Voorstanders als Louise Fresco, ecomodernisten en multinationals als Monsanto/Bayer krijgen de wind van voren. Korthals beperkt zich hoofdzakelijk tot Nederland, hoewel hij ook een hoofdstuk wijdt aan boeren in tropisch Afrika. Eindconclusie: mensen kunnen een goed leven leiden, mits zij zich verbinden met alle andere aardbewoners – dieren, planten, bodemleven.       

Minder een ideeëngeschiedenis en meer down to earth dan Bloms boek is De transformatie van de aarde van Peter Frankopan, hoogleraar wereldgeschiedenis in Oxford en bekend om zijn boek over de zijderoute. In zijn 800 pagina’s dikke studie, waarin de vele literatuurverwijzingen niet eens zijn opgenomen (die staan op bloomsbury.com/theearthtransformed), behandelt Frankopan de relaties tussen mens en natuur (vooral klimaat) door de millennia heen (het boek loopt vanaf de prehistorie tot de huidige tijd) en op alle continenten (dus niet alleen Europa en Noord-Amerika). De focus ligt op problematische relaties. Bijvoorbeeld hoe kou of droogte staten in het nauw brengt en omgekeerd hoe in de laatste honderd jaar de mens de aarde opwarmt en het weer probeert te manipuleren door bijvoorbeeld regen op te wekken.

Frankopan redeneert genuanceerd, maakt onderscheid tussen correlatie en causatie, tussen directe en indirecte verbanden. Klimaatdeterminisme komt maar af en toe voor, bijvoorbeeld als hij constateert dat de Ottomanen Wenen in 1529 niet wisten te veroveren omdat hun kanonnen door zware regen in de modder bleven steken. Bij droog weer hadden ze de stad kunnen bezetten ‘en zou de geschiedenis van Europa er totaal anders hebben uitgezien’. Maar dat zijn uitzonderingen. Frankopan ziet klimaatverandering eerder als een katalysator van verval (soms opbloei) dan als oorzaak. Politieke of economische ontwikkelingen hebben een samenleving of staat meestal al kwetsbaar gemaakt voor droogte of kou. Een veranderende natuur – denk ook aan insectenplagen en ziektes – geeft dan het laatste zetje. Hij kijkt eveneens hoe de mens de natuurlijke omgeving heeft veranderd. Vooral het handelen van staten heeft zijn aandacht, zoals de desastreus uitgepakte plannen in de Sovjet-Unie en China om de natuur naar hun communistische hand te zetten.

Frankopan beperkt zich niet tot het klimaat en factoren die dit kunnen veranderen, zoals vulkaanuitbarstingen, ontbossing en atoomoorlogen (die een ‘nucleaire winter’ kunnen veroorzaken). Zijn boek is een mondiale milieugeschiedenis, de chronologisch geordende hoofdstukken doen alle werelddelen aan. Maar voor de lezer is het vaak doorbijten: Frankopan bespreekt een bijna eindeloze reeks staten die opkomen en ten onder gaan, al dan niet onder invloed van de natuurlijke omgeving. Jared Diamond, die vergelijkbare boeken schreef, gebruikte een simpel model als kader om de hoofdlijnen te presenteren. Zo’n reddingsboei ontbreekt bij Frankopan. In een recensie schreef de Financial Times: Frankopan transforms our understanding of history.’ Spectrum citeert dat gretig op de achterflap. Geografen zullen het te veel eer vinden; Frankopans boek biedt echter wel een zeer erudiet en panoramisch overzicht.