Boeken 2024 | 9

13 december 2024
Auteurs:
Ben de Pater
Departement Sociale Geografie & Planologie Universiteit Utrecht
Dit artikel is verschenen in: geografie 2024 | 9
Boeken
Opinie

Pas verschenen

  • Kuper, S. Parijs nu. Wereldstad in verandering. Nieuw Amsterdam, 256 p., € 23.

Simon Kuper, een Britse auteur die in Leiden opgroeide, woont al ruim twintig jaar met zijn gezin in het Parijs van Haussmann, door de Périphérique gescheiden van de banlieues. Ooit kon hij er voor een habbekrats een appartement kopen en het dure Londen achter zich laten. In Parijs nu (originele titel: Impossible City) vertelt hij hoe hij de stad en haar inwoners leerde kennen en boekstaaft hij de veranderingen: globalisering, gentrificatie, de opmars van de fiets en het project Grand Paris. Wat verdween was de slechte koffie, wat bleef was het menu du jour, gemaakt met verse ingrediënten en – anders dan à la carte-gerechten – niet afkomstig uit de diepvries.

  • Van Engelen, M. De stad. Het verhaal van Amsterdam van 1980 tot vandaag. De Bezige Bij, 448 p., € 27,50.

Over de metamorfose van Amsterdam in de afgelopen decennia van een armoedige en vervallen stad naar een welvarende maar ongelijke metropool is menige monografie verschenen. Van zowel academische auteurs (zie Making the Middle-Class City, besproken in Geografie-2024-5), als journalisten (zoals Van wie is de stad. De strijd om Amsterdam van geograaf Floor Milikowki). Het nieuwe boek van Marcel van Engelen behoort tot het journalistieke genre. Lezenswaardig en informatief, al is het verhaal in hoofdlijnen stadsgeografen natuurlijk bekend.   

  • Van Beemen, O. Ondernemers in het wild. Het ontluisterde verhaal van een club witte weldoeners in Afrika. Prometheus, 328 p., € 22,50.

Olivier van Beemen schreef eerder over bier en Heineken in Afrika en doet dat nu over African Parks, een particuliere internationale natuurbeschermingsorganisatie, die in 12 Afrikaanse landen 22 natuurgebieden beheert, bij elkaar 20 miljoen hectare groot. Paul Fentener van Vlissingen is een van de oprichters. Reizend door Afrika, sprekend met ruim 250 bronnen en lezend in tal van (interne) documenten, doet Van Beemen verslag van de koloniale, haast militaire, werkwijze van African Parks. Rijke toeristen zijn welkom, voor lokale mensen zijn de parken verboden terrein.

  • Rli. Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat. 79 p., open access.  

Nederland moet ‘klimaatbestendig’ worden en dat heeft grote ruimtelijke gevolgen. Aldus de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Een klimaatbestendige ruimtelijke ordening houdt rekening met extreem weer (zoals watergevaren, hitte en langdurige droogte) en bouwt op waterveilige plekken. In de praktijk blijkt zo’n ruimtelijke ordening moeilijk te verwezenlijken. Hoe kan dat beter? Onder meer door flexibiliteit tot norm te verheffen (‘niet alles kan overal en voor altijd’) en door ‘tijdig besluiten te nemen over grote systeemkeuzes en de ruimtelijke gevolgen daarvan’.

  • Hospers, G-J. 74 Duitse iconen van Adidas tot Zeiss. Edicola, 160 p., € 20.   

De formule past Gert-Jan Hospers (hoogleraar economische geografie in Nijmegen) als een handschoen: een dubbele pagina met links een sprekende foto, rechts een informatieve tekst van zo’n 250-300 woorden over een bepaald thema. Na enkele boeken volgens deze opzet over onder meer Twente en het Ruhrgebied, nu een uitgave over heel Duitsland. Plekken als de Hamburgse haven en Neuschwanstein krijgen een bespreking, evenals producten (Strandkorb, Bratwurst, Tatort), personen (Friesinger, Merkel), cultuur (Heimat, Oktoberfest, Brotkultur) en vooral veel bedrijven (Siemens, HelloFresh). Aardig geschenk voor Duitslandliefhebbers. 

Signalementen

Magische natuurmomenten

  • Van den Berg, A. Dichter bij de natuur. Vonk Uitgevers, 159 p., € 19,90.

Tot 2021 was omgevingspsycholoog Agnes van den Berg buitengewoon hoogleraar ‘Beleving en waardering van natuur en landschap’ bij Culturele Geografie in Groningen. In die functie publiceerde zij over haar onderzoek in academische tijdschriften. Nu heeft ze een veel persoonlijker boekje geschreven over de positieve invloed die de natuur heeft op de gezondheid en het welzijn van mensen. Meer natuur, minder stress. Maar het merendeel van Dichter bij de natuur gaat over de natuur als bron van spiritualiteit, over ‘de natuur als “vriend” en spirituele gids die met je meeloopt in het leven. Die voor jou zorgt en waar jij voor zorgt’. Mensen hebben ‘magische momenten met de natuur’, momenten van verstilling (een verhoogde zintuiglijke waarneming van bijvoorbeeld een bloeiende boom), verbinding (besef van verbondenheid met de natuur, bijvoorbeeld door oogcontact met een dier) en verwondering (ervaring van de grootsheid van de natuur en je eigen nietigheid, bijvoorbeeld in het hooggebergte). De natuur als vriendelijke reus dus.

Van den Berg werkt deze dimensies uit in een test voor het meten van ‘jouw alledaagse natuurspiritualiteit’. De maximale score is 45, zelf komt ze tot 17. ‘Oei, dat is wel even confronterend,’ constateert ze, ‘meebewegen met de ritmes van de natuur’ lukt haar slecht. Aan het einde doet ze uitgewerkte suggesties hoe je in de klas met elkaar kunt praten over magische natuurmomenten. Herkent het kind zichzelf in de gedachte dat dieren gevoelens hebben net als mensen of dat je je schuldig voelt als je een bloem plukt?

Handelslandschappen

  • Nefs, M. Landscapes of Trade. Towards sustainable spatial planning for the logistics complex in the Netherlands. Proefschrift TU Delft, 303 p., open access op internet.

Zo’n twintig jaar geleden lag de kruising van de N209 (van Bleiswijk naar Zoetermeer) met de A12 (van Den Haag naar Utrecht) in agrarisch gebied. Nu staan in de oksels van het kruispunt distributiecentra van Hoogvliet, Jumbo, Albert Heijn, Aldi en HelloFresh. Behalve op consumenten georiënteerde dienstverlening is er ook zakelijke logistiek te vinden, zoals Fox Warehouse en Dynalogic.

Dit soort landschappen noemt Merten Nefs handelslandschappen, landscapes of trade. In zijn proefschrift doet hij onderzoek naar ‘de ongebreidelde groei van het logistiek complex in Nederland’, met een grondgebruik van nu 8000 hectaren. Welke ‘historische, economische en institutionele factoren’ liggen aan die groei (in aantal maar ook in gemiddelde grootte) ten grondslag? In elk geval heeft de marketing van ‘Nederland distributieland’ een stimulerende rol gespeeld: 170 miljoen potentiële klanten in een straal van 500 km van de Rotterdamse haven – welke ondernemer zou daar niet voor vallen?

Nefs brengt alle distributiecentra in kaart (ook interactief via mertennefs.eu). Vooral populair als vestigingsgebied zijn de corridor van Rotterdam richting Arnhem-Nijmegen en die richting Venlo. Nefs ontrafelt ook het ruimtelijk beleidsverhaal uit de jaren 1980-2020 achter ‘Gateway to Europe’. Hij ontwerpt een typologie van logistieke centra, constateert dat de werkgelegenheid die XXL-centra brengen toch beperkt is en bezint zich op de toekomst als de circulaire economie zich ontwikkelt en distributiecentra wellicht retourstromen moeten gaan verwerken. De studie toont ‘hoe monofunctionele XXL DC clusters de reeds oververhitte arbeidsmarkt onder druk zetten, niet de geclaimde indirecte werkgelegenheid opleveren in een regio, en het risico op een ruimtelijk-economische lock-in vergroten’. Bovendien klinken steeds luider protesten tegen de aantasting van het landschap door de ‘verdozing’ – Nefs spreekt van ‘global gains, local pains’. Landscapes of Trade is een belangrijke studie voor economisch geografen en planologen die zich met distributiecentra bezighouden.

Op pad in het bos

  • Van Duivenbode, D. Oerbos. De strijd om de Europese natuur. De Geus, 208 p., € 21.

Dore van Duivenbode, dochter van een Poolse moeder en een Nederlandse vader, kreeg in brede kring bekendheid met haar boek Mijn Poolse huis. Vakanties naar Auschwitz (2018) en de VPRO-reisserie Moja Polska! (2019). Ook haar nieuwe boek speelt zich voor een groot deel af in Polen, meer precies in Bialowieza, het oerbos dat Polen deelt met Belarus, en in de bossen van de Karpaten, gelegen in Zuid-Polen, Zuidwest-Oekraïne en Roemenië. Hoewel de bossen in elk geval deels liggen in nationale parken, is de (illegale) houtkap immens. Dit ondanks pogingen van autoriteiten en ook de EU om die aan te pakken. Van Duivenbode is begaan met het lot van de bossen en de dieren die er leven. Ze trekt er maanden rond, veelal in gezelschap van boswachters en natuurbeschermers. Die zijn hun leven niet zeker; de ‘houtmaffia’ probeert hen om te kopen, te intimideren en desnoods te doden. Ze verdiept zich ook in de leefwereld van de mensen die er leven, de scholieren bijvoorbeeld die in Bialowieza op een bosschool zitten. Ze verblijft ook enkele maanden in het bijbehorende internaat. Van Duivenbode moet zichzelf vaak overwinnen. Ze is veganist maar krijgt vleesmaaltijden, raakt half in paniek als ze verdwaalt, woont in de bergen in primitieve kampen van natuurbeschermers en lijdt onder de slagregens. Al ligt haar sympathie bij de natuur en de activisten, ze is niet blind voor de noden van de lokale bevolking, die weinig andere bestaansmogelijkheden heeft dan houtkap. En ook zij, als verwende consument uit West-Europa met Ikea-meubels, is medeplichtig. Reflecties over de verhouding tussen mens en natuur kleuren hier en daar haar betoog. 

Echt onthullend wordt Oerbos niet, de corruptie is bekend en tot de houtkapmaffia dringt ze niet door. Maar dat neemt niet weg dat Dore van Duivenbode een indringend portret heeft geschreven van het oerbos en van de mensen die hun leven soms wagen voor het behoud ervan. Geen foto’s, wel een paar kaartjes.

Hollands glorie

  • Kramer, L. Nederlandse waterwerken wereldwijd. NAI010 Uitgevers, 256 p., hardcover, € 49,95. Ook beschikbaar in Engelse editie: Dutch waterworks worldwide.

Zacharias Wagenaer, gouverneur van de Kaapkolonie, liet in 1663 in Kaapstad een reservoir bouwen met buizen om zoetwater naar de schepen van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) te kunnen brengen. In 1975 is metselwerk van Wagenaers Dam herontdekt, tijdens de bouw van een winkelcentrum. Daar is het nu te zien; Luuk Kramer fotografeerde het. Hij ging in acht landen op zoek naar (historische restanten van) soms eeuwenoude waterwerken die aangelegd zijn door Nederlandse ingenieurs. Zijn drone- en grondfoto’s worden ingeleid door lokale deskundigen en ook Kramer zelf schreef bijdragen. Maar de foto’s maken het leeuwendeel van het boek uit. In Engeland brengt Kramer het polderland van de Fens in beeld, aan het begin van de 17e eeuw nog moerasgebied. In Polen bezoekt hij van origine Nederlandse waterwerken in de delta van de Wisla, in Indonesië irrigatiewerken op Java, in Zuid-Afrika en Suriname eveneens irrigatiestelsels, in Brazilië bruggen, en kades in Recife (daterend uit de tijd van Johan Maurits), in Japan havenwerken en stuwen, en in de Verenigde Staten onder meer keermuren (voor een deel nog in aanleg), die New Orleans en New York moeten beschermen tegen overstromingen.