Boomtown Bonn. Voormalige hoofdstad blijft in trek

8 april 2022
Auteurs:
Gert-Jan Hospers
Universiteit Twente
Dit artikel is verschenen in: geografie april 2022
Bonn
Kennis
FOTO: MUNDUS GREGORIUS/WORDPRESS.ORG CC
Uitzicht vanaf Finkenberg met links de Posttoren, in het midden: de UN Campus/Bundesviertel, rechts: Congress Center.

Als de Bondsdag in 1991 besluit dat Berlijn de hoofdstad van het herenigde Duitsland moet worden, vreest menigeen dat Bonn in een crisis terecht komt. Die zorg blijkt ongegrond: Bonn is nog steeds een ambtenarenstad en heeft zich daarnaast ontwikkeld tot het Duitse VN-hoofdkwartier en een toplocatie op het gebied van zakelijke dienstverlening.

 

Uitkijkend over de Rijn bij het bastion Alter Zoll in Bonn zou ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt gezegd hebben dat hij het panorama voor zich tot de mooiste landschappen ter wereld rekende. Of het echt zo is gegaan, weet ik niet, maar op een zonnige dag is de aanblik van het Zevengebergte aan de overzijde van de rivier inderdaad fraai. Vanouds is de ligging van Bonn aan de Rijn een van de troeven waarmee de voormalige hoofdstad van Duitsland zich profileert. Met ruim 333.000 inwoners (Utrecht is net iets groter) heeft de stad flink wat grootstedelijke voorzieningen, ook op cultureel gebied. Maar wat heeft deze plaats – waarover oud-bondskanselier Helmut Schmidt ooit zei: ‘Als Duitse hoofdstad een trieste grap, maar realiteit’ – verder te bieden? En hoe is het Bonn vergaan na het vertrek van de Duitse regering?

BEELD: BAREND KÖBBEN/GEOGRAFIE
Bonn met belangrijke gebouwen.

Tijdelijke hoofdstad

Tussen 1949 en 1991 is Bonn de hoofdstad van West-Duitsland. Waarom valt de keuze van de naoorlogse politieke leiders uitgerekend op het in die tijd kleine en provinciale Bonn? Even verderop liggen immers Keulen en Düsseldorf, steden aan de Rijn die vanouds veel groter zijn en meer uitstraling hebben. Diverse overwegingen spelen een rol. Om te beginnen gaan de politici net na de oorlog uit van een snelle hereniging van West- en Oost-Duitsland. In dat geval zou Berlijn weer de hoofdstad worden. Als overbrugging wordt gezocht naar een ‘tijdelijke hoofdstad’. Bonn heeft representatieve gebouwen (Museum Koenig en de Pädagogische Hochschule) die als vergaderlocaties kunnen dienen, terwijl de stad erin is geslaagd de door de oorlog gehavende infrastructuur snel te herstellen. De Parlementaire Raad – die in 1948 en 1949 een nieuwe grondwet voor Duitsland uitwerkt – besluit in Bonn bijeen te komen in Museum Koenig. Het resultaat, het Grundgesetz für die Bundesrepublik Deutschland, staat al snel bekend als het Bonner Grundgesetz.

Zo komt Bonn meteen in beeld als mogelijke interim-hoofdstad. Maar uiteindelijk gaat de Bondsdag hierover. Er ontspint zich een strijd tussen Bonn en Frankfurt, de mondaine stad aan de Main die zich ook als kandidaat aandient. Het gaat er emotioneel aan toe, zeker als Konrad Adenauer, de eerste Duitse bondskanselier, zich in het debat mengt. Als oud-burgemeester van zijn geboortestad Keulen wil hij per se in het Rijnland blijven. Zijn mening legt gewicht in de schaal, maar het doorslaggevende argument is dat met de keuze voor het provinciale Bonn het ‘tijdelijke’ karakter van de hoofdstad beter naar voren komt. Op 3 november 1949 valt de beslissing en roept de Bondsdag Bonn uit tot provisorische Bundeshauptstadt. In de decennia daarna, vooral in de jaren 1970 en 1980, lijkt er van tijdelijkheid geen sprake meer en bouwt Bonn de positie als politiek bolwerk uit. Groot is dan ook de ontsteltenis bij veel inwoners wanneer de Bondsdag na de Wende in 1991 met een krappe meerderheid besluit de Duitse regering weer naar Berlijn over te plaatsen.

Hoofdstadcompensatie

Bonn is opeens geen hoofdstad meer. Wat nu? Duitse parlementariërs hebben er begrip voor dat de stad zich zorgen maakt over de toekomst. Daarom nemen ze in 1994 het Berlin/Bonn-Gesetz aan, een wet die bepaalt dat zo’n 60% van de rijksambtenaren in Bonn moet kunnen blijven werken. De ministers en afdelingen die dicht bij de politiek staan, zullen verkassen naar Berlijn, terwijl het ambtenarenapparaat deels in Bonn kan blijven. En om de positie van Bonn als machtscentrum naast Berlijn te onderstrepen, mag deze zich als enige in het land Bundesstadt noemen. Anno 2022 zitten er nog steeds ministeries in Bonn, zes met hun hoofdvestiging, waaronder de departementen van volksgezondheid, onderwijs en wetenschappen, en defensie. In de praktijk is Berlijn echter the place to be: sommige ministers hebben de neiging hele afdelingen uit Bonn naar zich toe te trekken, tot onvrede van de ambtenaren, die regelmatig weigeren mee te verhuizen. In plaats daarvan pendelen ze liever wekelijks van Bonn naar Berlijn.

Verder bepaalt het Duitse parlement in 1994 dat 22 federale instellingen naar Bonn moeten verhuizen, zoals het Duitse Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en de radio- en tv-zender Deutsche Welle. Deels kunnen ze terecht in de panden waar eerder de Duitse regering zat. Verleid door de lage huurprijzen, de grote kantoren en een luxe congrescentrum vestigen ook twintig instellingen van de Verenigde Naties zich in Bonn. Daaronder zitten kleine secretariaten zoals Unep/Eurobats (voor de bescherming van vleermuizen), maar ook invloedrijke instanties zoals het VN-klimaatbureau UNFCCC. In 2006 openen Kofi Annan en Angela Merkel in Bonn de UN Campus met als blikvanger de Lange Eugen, de wolkenkrabber waarin de Duitse parlementariërs voorheen kantoor hielden. De prominente aanwezigheid van de VN trekt ook andere internationale organisaties naar de stad, zoals de Fairtrade Labelling Organizations International en de World Wind Energy Association. Daardoor telt Bonn tegenwoordig ongeveer duizend VN-medewerkers.

Ambtenaren weigeren regelmatig om naar Berlijn te verhuizen en pendelen liever vanuit Bonn heen en weer

Ten slotte investeert de Duitse regering tussen 1995 en 2005 ongeveer 2,8 miljard euro in Bonn om het wegvallen van de status van tijdelijke hoofdstad goed te maken. In het kader van deze Hauptstadtentschädigung krijgt de stad een hogeschool, diverse onderzoeksinstituten en wetenschappelijke instellingen en wordt er veel geld gestoken in nieuwe weg- en railinfrastructuur. Hoe Bonn zich ontwikkeld zou hebben als hoofdstad van het verenigde Duitsland, blijft gissen. De stad is in elk geval niet aan zijn lot overgelaten, wat je meestal ziet wanneer een multinational (bijvoorbeeld een autoproducent) een belangrijke fabriek sluit en uit een stad vertrekt.

Beschaafde boomtown

Maar dat is niet het hele verhaal. In de jaren waarin Bonn zich op een nieuwe toekomst oriënteert, heeft de stad ook geluk: in 1994 worden de Duitse posterijen geprivatiseerd met als gevolg dat er drie concerns ontstaan: Deutsche Post, Deutsche Telekom en Postbank. En omdat de voormalige Bundespost al in Bonn zit, besluiten de verzelfstandigde ondernemingen hier te blijven. Ze profiteren sterk van de wereldwijde opmars van de telecom-, it- en bankensector, vooral na de millenniumwisseling, en groeien uit tot beursgenoteerde zwaargewichten. Anno 2022 zijn de Deutsche Post, Deutsche Telekom en Postbank, geconcentreerd rondom de ranke Post Tower, met 162,5 meter net iets hoger dan de Dom van Keulen (157 meter), goed voor 26.000 hoogwaardige arbeidsplaatsen in Bonn en omstreken. En dan heb ik het nog niet eens over de indirecte werkgelegenheid in de regio, vooral op het gebied van internetdiensten en andere vormen van digitalisering. Thans is 10,8% van de beroepsbevolking in Bonn en omgeving werkzaam in de informatie- en communicatiesector en dat aandeel neemt nog toe.

Sowieso is Bonn een toplocatie op het gebied van diensten. Maar liefst 92,6% van de werkzame bevolking heeft een baan in de dienstverlening en slechts 7,3% in de industrie. Ter vergelijking: in de deelstaat Noordrijn-Westfalen als geheel is dat respectievelijk 73,1 en 26,4%. Daarmee behoort Bonn met Frankfurt am Main en Potsdam tot de belangrijkste dienstencentra van Duitsland. Dat ligt niet alleen aan het grote aantal ambtenaren in de stad; ook het aandeel hoogwaardige zakelijke dienstverlening in de werkgelegenheid is hoog. Veel inwoners van Bonn zijn hoogopgeleid: een derde van de beroepsbevolking heeft een academische titel, bijna twee keer zo veel als in de rest van Noordrijn-Westfalen. En de stad blijft groeien, niet alleen in economisch opzicht, maar ook qua bevolking. In de Duitse media staat Bonn dan ook bekend als boomtown, die in de huidige kenniseconomie zonnige toekomstperspectieven tegemoet kan zien.

FOTO: BOGDAN TAPU/FLICKR CC
Jaarlijks wordt in Bonn het Beethovenfestival gehouden ter ere van de componist die hier geboren is. De voormalige hoofdstad biedt vooral veel cultuur met een grote C.
Liefst 92,6% van de werkzame bevolking in Bonn heeft een baan in de dienstverlening, slechts 7,3% in de industrie

In plaatsen met een hoogopgeleide bevolking gedijen de horeca- en cultuursector meestal goed. Dat geldt ook voor Bonn, waar vooral het culturele voorzieningenniveau heel behoorlijk is. De stad heeft een goed aangeschreven theater en opera en een eigen symfonieorkest, talrijke musea – van de Bundeskunsthalle tot het Haus der Geschichte – en veel podia voor kleinkunst. Bonn is bovendien Beethovenstad: de bekende componist werd in 1770 aan de Bonngasse geboren. Daar bevindt zich nu een museum dat aan zijn leven en werk is gewijd. Passend bij Beethoven ligt de nadruk in Bonn wel op cultuur met een grote C; het gaat er allemaal klassiek, netjes en beschaafd aan toe. Niet voor niets is een gangbare grap onder plaatselijke jongeren: ‘Waar kun je hier goed uitgaan? In Keulen!’

Snoep
Haribo Goldbären

Bonn is niet alleen de voormalige hoofdstad van de West-Duitsers, maar ook van de Goldbären, de gummibeertjes in zes kleuren, van Haribo. In 1920 start Hans Riegel de productie van snoepgoed in Kessenich, een wijk in het zuiden van Bonn (vandaar de bedrijfsnaam ‘HaRiBo’). Vandaaruit verovert Riegel de wereld met zijn veelvormige fruitgommetjes en drop. Op dit moment staat de derde generatie aan het roer. Haribo produceert met ongeveer 7000 werknemers op 16 locaties in 10 Bundesländer en verkoopt snoep in ruim 100 landen. De hoofdvestiging van Haribo blijft bijna een eeuw lang in Kessenich/Bonn, maar omdat daar geen uitbreiding mogelijk is, verhuist het bedrijf in 2018 naar de gemeente Grafschaft in de aangrenzende deelstaat Rijnland-Palts, op nauwelijks een half uur rijden van Bonn. Wel bevindt zich hier nog altijd een productielocatie.

Weekendje Bonn

Al heeft Bonn geen uitgesproken toeristisch profiel, bezoekers van buiten weten de stad wel degelijk te vinden. Qua aantallen gasten en overnachtingen staat Bonn in de schaduw van Keulen en Düsseldorf, maar als toeristische bestemming is de stad belangrijker dan andere grotere plaatsen in Noordrijn-Westfalen zoals Aken, Münster en de steden in het Ruhrgebied. Deels komt dat door de aanwezigheid van de vele (internationale) instellingen in Bonn, die zorgen voor veel zakelijke bezoekers. Tegelijkertijd is de stad vanouds in trek bij cultuur- en geschiedenisfanaten uit binnen- en buitenland. Voor deze groep biedt Bonn tal van mogelijkheden voor een weekendje weg.

FOTO: DEUTSCH/WIKIMEDIA COMMONS
Informatiepaneel langs de 'Weg der Demokratie' in het Bundesviertel, hier bij de voormalige Plenarsaal van het parlement (Deutsche Bundestag).

Behalve voor museumbezoek komen toeristen vooral voor de Weg der Demokratie, een wandelroute langs 18 markante plekken uit het hoofdstadverleden van Bonn. Op de route liggen voormalige regeringsgebouwen, Villa Hammerschidt, nog altijd de ambtswoning van de Duitse bondspresident als hij over is vanuit Berlijn, en de Kanzlerbungalow, residentie van de bondskanseliers tussen 1964 en 1999. Je kunt de wandeling makkelijk uitbreiden, bijvoorbeeld met een bezoekje aan de wijk Plittersdorf, waar gebouwen en tweetalige borden herinneren aan de Amerikaanse aanwezigheid na de Tweede Wereldoorlog. In die tijd vinden de Amerikanen Bonn overigens verre van opwindend. Of, zoals een diplomaat in 1964 tegen een journalist van Time Magazine zegt: ‘De binnenstad is slechts half zo groot als de centrale begraafplaats van Chicago – en twee keer zo dood.’ Echt spannend is de stad aan de Rijn nog steeds niet, maar intussen is er heel wat verbeterd en zijn de bezoekersaantallen indrukwekkend. Hoofdstad of niet, Bonn blijft in trek.