Congresseren in Catalonië

11 september 2023
Auteurs:
Leo Paul
Faculteit Geowetenschappen, Universteit Utrecht
EUGEO
Barcelona
Opinie
FOTO: TRANSLY TRANSLATION AGENCY/UNSPLASH

Weet u nog, die discussie tijdens de Coronacrisis? Mooie verwachtingen: zodra het virus verslagen zou zijn zouden we minder reizen, meer thuiswerken, en zeker afscheid nemen van grote wetenschappelijke congressen. Niets is minder waar. Er zijn opnieuw veel files, en ook de congressen zijn teruggekomen. Van 4 tot 7 september verzamelden geografen zich in Barcelona voor een congres van EUGEO, een samenwerkingsverband van de KNAG’s van Europa. Een verslag over interessante voordrachten en internationaal netwerken, tegen de achtergrond van de strijd voor Catalaanse onafhankelijkheid.

Vakantiereis?

Het eerste EUGEO-congres werd in 1997 in Amsterdam georganiseerd als reactie op de grote conferenties van Amerikaanse geografen. Het was toch absurd dat de Europese geografen elkaar moesten tegenkomen in bijvoorbeeld Boston? De formule is een succes, met deelnemers uit veel Europese landen, die elkaar opzoeken om te praten over gezamenlijke onderzoeksaanvragen en het uitwisselen van nieuwe inzichten. Daarvoor moet je elkaar persoonlijk ontmoeten. Het organiseren van online congressen was een tijdelijke oplossing, maar nu zijn velen opgelucht dat we terugkeren naar persoonlijke bijeenkomsten.

Een congres in het zonnige zuiden klinkt als een aantrekkelijk snoepreisje (en natuurlijk hebben we ook van de stad genoten), maar ik zie dat er hard gewerkt wordt. Dankzij internet blijf je verbonden met je collega's en studenten en draai je eigenlijk een dubbele werkweek, naast het geven van presentaties, het bijwonen van sessies en het bedenken van nieuwe onderzoeksvoorstellen met je buitenlandse collega's. Duurzaam is dat natuurlijk niet, al dat gereis naar Barcelona. Ik vrees dat de meeste deelnemers het vliegtuig genomen hebben. Met vijf Nederlandse collega's hebben we de trein genomen, wat geweldig was: een directe TGV van Parijs naar Barcelona. Onderweg zie je ook nog de flamingo’s bij de Zuid-Franse kust.

PHOTO: LOGAN ARMSTRONG/UNSPLASH

Ik was 43 jaar geleden voor het laatst in Barcelona, dankzij een excursie van onze studievereniging V.U.G.S. Spanje was arm tevoorschijn gekomen uit de tijd van het fascisme. We zagen meerdere sloppenwijken. Het aantal toeristen was beperkt. Maar door de toetreding tot de EEG (nu EU) in 1986 en de Olympische Spelen van 1992 bloeide de stad helemaal op. We bezochten in 1980 de Sagrada Famila, waaraan toen al 97 jaar werd gebouwd. Het meesterwerk van Gaudí had nog geen dak. Nu trekt de kerk vijf miljoen toeristen per jaar, die zich vergapen aan het schitterende interieur. Maar het is ook duidelijk dat Barcelona net als veel andere steden dreigt te bezwijken onder het massatoerisme. Daar hoorden wij natuurlijk niet bij, want het was een gewone werkweek. Wel een fijne.

Catalaanse onafhankelijkheid

De Catalaanse geografische associatie wilde heel graag dit congres organiseren, ook als onderdeel van de natiestaatvorming. Bij het congres waren vier officiële talen betrokken: naast Engels, Frans en Spaans was ook het Catalaans vertegenwoordigd. Gelukkig waren de meeste presentaties in het Engels, maar de meeste toespraken bij de officiële opening waren in het Catalaans (met simultane vertaling). Zo’n opening is altijd een beproeving die je beter kunt overslaan. Veel hoogwaardigheidsbekleders, en een hoog gehalte aan zelffelicitatie. Ik ben blijven zitten om tussen de regels door de verwijzingen naar de gewenste Catalaanse onafhankelijkheid te detecteren. Zo valt het de rector van de universiteit van Barcelona op dat het woord territorium vaak genoemd wordt; daar kan de nationale kwestie wat aan hebben, vindt hij. Er wordt gezegd dat de geografen de strijd voor onafhankelijkheid te veel hebben overgelaten aan politicologen en historici.

Voor wie er oog voor heeft: overal in Barcelona speelt de nationale kwestie. Bijvoorbeeld bij een geweldige archeologische opgraving waar we bij toeval terecht kwamen: El Born. Dit is een voormalige markthal, zoals er veel werden gebouwd aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. Sommige functioneren nog, zoals La Boqueria vlak bij de Ramblas, die zich nu vooral op toeristen richt. Toen El Born in 1971 door afnemende klandizie moest sluiten kwam de discussie over de toekomst op gang: afbreken of een nieuwe functie geven? De bewoners van het district vochten voor het behoud. Het gebouw werd gerestaureerd en kreeg in de loop van de tijd verschillende tijdelijke functies. Maar zo’n 25 jaar geleden bleek: de ondergrond is interessant, want hier liggen de resten van een stadsdeel dat na de Spaanse Successie-oorlog was verwoest.

Archeologische opgravingen in El Born

Een korte opfrissing van het geheugen over deze oorlog: na de dood van Koning Carlos II was er geen opvolger, en vochten de Habsburgers en de Bourbons om de Spaanse troon. Na vele oorlogen in Europa werd in 1713 de Vrede van Utrecht getekend. De Bourbonfamilie won, wat resulteerde in de overwinning van Madrid/Castilië en het verlies van (relatieve) onafhankelijkheid voor de Catalanen. Om de opstandige bevolking van Barcelona onder de duim te houden werd de wijk La Rivera verwoest om ruimte te maken voor een grote citadel of dwangburcht. Wat nu is blootgelegd, is een uitgebreid netwerk van wegen en de fundamenten van de gebouwen, waarvan in detail bekend is wie de eigenaar was en wat hun functie was. Je waant je drie eeuwen terug in tijd, en de informatieborden wrijven het er impliciet in: we kijken naar het Barcelona dat de Castillianen hebben verwoest.

De Citadel was het symbool van de onderdrukking, en werd na 130 jaar afgebroken (zonder herstel van de onafhankelijkheid). Een enkel gebouw werd gespaard, zoals het arsenaal, waarin nu het parlement van Catalonië zit. Het wordt omringd door een mooi aangelegd park (Parc de la Ciutadella). Na de val van de dictatuur van Franco in 1975 werd Spanje drie jaar later een democratische staat, met verregaande autonomie van regio’s. In 1983 werd vastgelegd dat Catalaans de voertaal is op Catalaanse scholen, met Spaans als tweede taal. Dat bleek goed te werken, want uit onderzoek is gebleken dat het Spaans van Catalaanse leerlingen even goed is als in de rest van Spanje.

In 2014 bepaalde het Spaanse hooggerechtshof dat minstens 25% van het onderwijs in Catalonië in het Spaans moest worden gegeven. Dit was koren op de molen voor de Catalaanse nationalisten. Na de verkiezingen in 2014 konden de Catalaanse politieke partijen een regering vormen en kondigden ze een bindend referendum over onafhankelijkheid aan. Het nationale Constitutionele Hof bestempelde dit als ongrondwettelijk. Op 1 oktober 2017 werd het toch gehouden: 90% van de opgekomen kiezers stemde voor onafhankelijkheid, met een opkomst van 42%. De Spaanse regering reageerde fel op de uitkomst en klaagde de voltallige Catalaanse regering, samen met meerdere maatschappelijke organisaties, aan voor rebellie. De president van de Catalaanse regering, Carles Puigdemont vluchtte naar België, en is sinds 2019 lid van het Europees Parlement. We liepen langs zijn kantoor in Barcelona, maar zodra hij daar een spreekuur opent zal hij gearresteerd worden.

Zo’n opening is altijd een beproeving die je beter kunt overslaan, ik ben blijven zitten om tussen de regels door de verwijzingen naar de gewenste Catalaanse onafhankelijkheid te detecteren

De huidige regeringsvorming op nationaal niveau is spannend: de regionale partijen zijn nodig voor een meerderheid. De Catalaanse partijen eisen amnestie voor de ‘politieke gevangenen’, en streven naar een nieuw referendum. Dat laatste zal niet gebeuren. Omdat het onderwerp mij interesseert heb ik het Museum van de Catalaanse geschiedenis bezocht. Mooi opgezet, veel informatie. Ik was vooral benieuwd naar de weergave van de recente geschiedenis, maar het leek wel alsof er een Madrileense censor overheen was gegaan. Het laatste bord van de tentoonstelling had de tekst: ‘sinds het zelfbestuur is ingesteld gaat het geweldig’ (korte samenvatting). Er werd met geen woord of beeld gerept over de massademonstraties, het referendum of de positie van het Catalaans. Voor een genuanceerd verhaal over de zin en onzin van Catalaanse onafhankelijkheid, raad ik aan het interessante boek van Sven Tuytens te lezen, getiteld ‘Groeten uit Spanje’, dat positief werd besproken door Gert-Jan Hospers in het septembernummer van Geografie.

Een paraplucongres

Bij zo'n groot congres kun je kiezen uit talrijke thema's, voor elk wat wils. De organisatoren kiezen altijd een breed overkoepelend thema, waar niemand zich iets van hoeft aan te trekken. Dit jaar was het 'Geography: for our common future'. Bij de opening werd gesuggereerd dat de geografie alle problemen kan oplossen (wat natuurlijk ook zo is). De thema's weerspiegelen hedendaagse vraagstukken: er was veel te horen over klimaatverandering, migratie, de negatieve aspecten van massatoerisme, het einde van de neoliberale economie (wensdenken) en de gevolgen van de Coronapandemie. En nog veel meer.

Of je iets oppikt van een presentatie lijkt wel een loterij: soms kan iemand totaal niet presenteren (het hele paper projecteren, wijzen naar de computermonitor), maar soms weet de spreker de hele zaal in te pakken met een verfrissend verhaal. Zo heb ik genoten van een collega uit Bratislava die bij een bijeenkomst over feministische geografie haar levensloop schetste. In de jaren 90 kreeg ze in Slowakije les van ouderwetse rechtse mannen, die na de omwenteling waren blijven zitten. Ze bleven volhouden dat er tijdens het communisme geen sociale ongelijkheid was en dat man en vrouw gelijk waren. Ze ging studeren in Londen en kreeg daar alleen maar les van marxisten. Toen ze terugkwam, werd ze 'Rode Helena' genoemd. Ze creëerde binnen haar cursussen aandacht voor het feministische perspectief, bijvoorbeeld door eerst aan studenten te vragen hoe ze een feminist zouden definiëren ('een ontevreden vrouw', 'een vrouw die mannen haat', 'een persoon die niet begrijpt dat mannen en vrouwen verschillende rollen hebben in het leven'). Natuurlijk werden er ook andere uitspraken gedaan ('een vrouw die vecht voor gelijkheid'), maar ik kan me voorstellen dat deze verzameling opvattingen een goed uitgangspunt vormde voor stevige discussies. In 2007 ontving ze een prijs voor haar werk. Ze besloot met een mooi gedicht van John Mark Green:

“If you feel different
or like an outsider
you just haven't found your tribe yet.
There are people out there
whose hearts will feel like home.
Wear your uniqueness proudly
so they can recognize you.”

Ik was bij een presentatie van jonge Hongaren die met behulp van 'big data' de verkiezingsfraude van Viktor Orbán onderzochten. Ook woonde ik een voordracht bij van een politiek geograaf die betoogde dat er te veel aandacht wordt besteed aan de gevolgen van oorlogen en vredesverdragen, met te weinig aandacht voor de rol van oneerlijke wetten ('How does lawforce shape geography?'). Een voorbeeld: Ons beeld van de 'verovering' van Amerika wordt vaak beïnvloed door westernfilms waarin cowboys te paard tegen indianen vechten. Dit beeld suggereert dat geweld de voornaamste factor was in het verminderen van het landbezit van de 'native Americans', terwijl het landbezit van de ‘native Americans’ vooral door rechtspraak van de overheersers werd verkleind.

Kortom, er viel veel te leren. En dan moet je maar op de koop toenemen dat je aan het einde van een presentatie over Venetië geen idee hebt waar het over ging. Want dat gebeurt ook weleens: dat iemand aan de fruitmachine van postmoderne geografische concepten heeft getrokken en ze heel wetenschappelijk heeft verspreid over powerpointdia's.