De nieuwe stedelijke geografie: ongelijkheid en segregatie

18 juni 2019
Auteurs:
Cody Hochstenbach
postdoctoraal onderzoeker stadsgeografie, Universiteit van Amsterdam
segregatie
gentrificatie
TESG
Nederland
Kennis
FOTO: FRANKLIN HEIJNEN/FLICKR
Dure apartementen in de Amsterdamse Pijp.

Stedelijk wonen is weer populair en het aandeel hoge inkomens in steden groeit. Met deze verandering groeien zorgen om het ontstaan van een ‘tweedeling’ en segregatie. Het is zichtbaar in buurten waar voorheen lagere- en middeninkomens woonden, die nu worden opgeknapt en zich ontpoppen tot betere wijken (gentrificatie). Werkt dit door in diversiteit of juist eenzijdigheid van wijken en hoe problematisch is dat?

 

Een gemiddeld appartement in de Amsterdamse Pijp kost tegenwoordig een half miljoen euro. Eerder het woonmilieu van de gevestigde advocaat dan van een starter, terwijl de Pijp vijftig jaar terug een wijk was waar vooral jonge arbeidsmigranten en studenten een flat huurden. Niet alle vooroorlogse wijken zoals de Pijp zijn duur geworden – een woning in Rotterdam Zuid of Den Haag Spoorwijk is betrekkelijk betaalbaar – maar in alle Nederlandse steden is een verschuiving van bepaalde groepen bewoners naar specifieke wijken zichtbaar. Dit noemen we segregatie, ruimtelijke uitsortering, in dit geval stadsbewoners die afhankelijk van hun achtergrond (met name hun inkomen) in verschillende wijken terechtkomen.

Nieuwe stedelijke geografieën

De populariteit van de stad is deels het gevolg van een groeiende stedelijke arbeidsmarkt, maar ook van bredere demografische verandering. Woonvoorkeuren zijn aan verbonden leeftijd, huishoudsituatie en levensstijl alsook aan praktische overwegingen met betrekking tot afstand tot werk, onderwijs en zorg. De stad biedt veel tijd-ruimtevoordelen voor diverse huishoudens. De afgelopen decennia namen stedelijk georiënteerde groepen zoals eenoudergezinnen, tweeverdieners, studenten of eenpersoonshuishoudens toe.

De nieuwe stedelijke geografie wordt gedreven door meer hoge inkomens. Woonvoorkeuren worden echter beperkt en gevormd door wat er te kiezen is. Ofwel, ruimtelijke uitsortering wordt sterk gevormd door de structuur en toegankelijkheid van de woningmarkt. De hoge prijzen in het Amsterdamse centrum zijn bekend, maar prijzen zijn ook gestegen in andere steden. Woningprijzen worden niet alleen gestuwd door de nieuwe vraag maar ook door versoepeling van leenregels en een lage rente. Individuen kunnen zo meer lenen en meer bieden, maar de lage rentestand maakt koopwoningen ook een interessante investering voor (vakantie)verhuur en speculatie.

De onbetaalbaarheid van koop- en huurwoningen sluit lagere en midden-inkomensgroepen uit. Tegelijkertijd staat het aanbod van gereguleerde huur onder druk. De Woningwet van 2015 perkt de toegang tot sociale huur in door inkomenscriteria. Woningcorporaties kunnen minder bouwen en moeten huren verhogen door overheidsheffingen. Het gevolg van dit woonbeleid is dat sociale huur steeds meer het domein wordt van de armste huishoudens.

De nieuwe stedelijke geografie wordt gedreven door meer hoge inkomens

De toenemende onbereikbaarheid van stedelijk wonen heeft niet alleen gevolgen voor opkomende stadsbuurten maar ook voor de stedelijke regio. In Amsterdam verhuizen huishoudens met lage inkomens meer naar de regio (nabije gemeenten zoals Almere, Haarlemmermeer en Zaandam) dan andere inkomensgroepen. Deze zogenaamde ‘suburbanisatie van armoede’ geldt ook voor nieuwe migranten met lage inkomens. Waar zij ooit in de Pijp terecht konden, vestigen zij zich nu vaker in de regio.

Segregatie als probleem?

Het concept segregatie, of ruimtelijke uitsortering, wordt meestal gebruikt met de aanname dat het een vorm van ongelijkheid is. Niet alle vormen zijn echter een probleem: uitsortering naar leeftijd of huishouden is meestal geen onderwerp van discussie. Segregatie wordt als problematisch gezien wanneer het verbonden is aan maatschappelijke hiërarchieën, ofwel wanneer ongelijkheden naar klasse, opleiding of inkomen, of naar etniciteit, nationaliteit of religie, zich ook ruimtelijk manifesteren. Vaak gaat het over groepen die laag in de hiërarchie staan en over hun oververtegenwoordiging in bepaalde buurten. Concentraties van groepen aan ‘de bovenkant’ worden minder geproblematiseerd in het publieke debat, beleid en de wetenschap.

De zorgen om concentraties van armoede of van culturele groepen hebben te maken met eventuele negatieve gevolgen voor de inwoners. Eenzijdige buurten zouden sociale en culturele integratie en  economisch succes kunnen belemmeren. In Amerikaanse context zijn hier ook bewijzen voor gevonden. In Nederland is de aanwezigheid van dergelijke negatieve gevolgen nog onderwerp van debat en onderzoek (zie eerdere bijdragen over sociale menging in Geografie).

Ongelijkheid en segregatie

Segregatie kan ongelijkheid verduidelijken en zelfs versterken, maar het is niet zo dat ongelijkheid per definitie leidt tot segregatie. In Zweden zijn bijvoorbeeld de verschillen in inkomen relatief laag, maar is de mate van sociale en etnische segregatie aanzienlijk hoger dan in Nederland. Het omgekeerde bestaat ook. Zuid-Europese steden kennen veel ongelijkheid maar hebben relatief gemengde binnensteden. In Athene bestaat zelfs verticale segregatie, waarbij rijkere inwoners op hogere etages wonen om meer licht en lucht te krijgen. De rijksten hebben een ruim dakterras.

Naast ongelijkheid, kan ruimtelijke scheiding van bevolkingsgroepen ook maatschappelijke en politieke solidariteit ondermijnen. Er is een verband tussen het hebben van verschillende contacten en begrip voor andere standpunten en belangen, waarbij het wel de vraag is wat eerst komt: een divers sociaal netwerk of het begrip. Daarnaast lijken rellen meer voor te komen in arme wijken in Zweden, Frankrijk en de VS dan in Nederland of België. Ruimtelijke scheiding kan echter wel een politieke rol spelen in de Lage Landen: de gesuburbaniseerde (lagere) middenklasse lijkt meer geneigd om te stemmen op rechts-radicale partijen dan die elders in het land.

Segregatie of menging?

De afgelopen jaren zien we een instroom van hoge inkomens en concentraties van lage inkomens in stadse sociale huur en in verouderende buurten in de regio. Deze uitsortering betekent echter niet meteen scheiding van groepen. De instroom van hoge inkomens in armere buurten kan segregatie juist verminderen en zolang sociale huurwoningen verspreid zijn over buurten blijft sociale menging gewaarborgd.

Wij hebben gekeken naar hoe woningmarktveranderingen bijdragen aan segregatie in de vijf grootste gemeentes in Nederland. Het is geen verrassing dat een stijging van de gemiddelde woningwaarde in de buurt samenhangt met de een groei van hoge inkomens, maar betekent dit ook segregatie? Tabel 1 toont veranderingen in een segregatiemaat op basis van inkomen tussen 2004 en 2016. Veranderingen zijn uitgesplitst naar verschillende typen buurten op basis van woningwaarde in 2004 en de groei van woningwaarden.

Lage-statusbuurten met een toename van woningwaarde dragen bij aan sociale menging. Deze trend compenseert echter niet voor andere woningmarktveranderingen. Woningwaardedaling in arme buurten en stijging in hoge-statusbuurten alsook nieuwbouw en vernieuwing zorgen voor een toename van segregatie in de stad. Deze studie laat ook zien dat etnische segregatie minder verbonden is met woningmarktveranderingen en over het algemeen afneemt. Alleen Den Haag ziet nog meer segregatie daardoor.

Berekening op basis van CBS data.
Bron en verantwoording: Wouter van Gent & Cody Hochstenbach (in druk)
The impact of gentrification on social and ethnic segregation.
In S. Musterd (red.) Handbook on Urban Segregation. Cheltenham: Edward Elgar.
Uitleg tabel
formule

De gebruikte maat is ‘Delta’ en is verwant aan de Segregatie-index. Het gebaseerd  op in hoeverre het gemiddelde inkomen in de buurten afwijken van het gemiddelde inkomen in de stad. Wanneer inkomen gelijk verdeeld is per buurt dan is de waarde 0 en bij een ongelijke verdeling  is het maximaal 100. De formule is als hierboven.

  • ti – Totale inkomen van buurt i
  • ni - Bevolking van buurt i
  • T – Totale inkomen van gemeente
  • P –Bevolking van gemeente

Dubbele tweedeling

De nieuwe geografie van de stad lijkt op een dubbele tweedeling. Zowel binnen de steden als in de stedelijke regio’s zien we uitsortering naar inkomen en werk. Deze buurten leveren nieuwe uitdagingen op voor economische succes en de samenleving. De politieke neiging zal zijn om in te grijpen in deze buurten door sociale menging te bevorderen, o.a. door verkoop van huur, sloop en nieuwbouw. Maar armoedeconcentraties worden niet door deze buurten veroorzaakt. Segregatie is een regionaal proces en vereist daarom woonbeleid dat de dynamiek in de gehele stadsregio’s overziet.

 

Dit essay is gebaseerd op  eigen onderzoek en dat van collega’s in de vakgroep Stadsgeografie aan de Universiteit van Amsterdam. Samen met Aneta Piekut en Gwilym Pryce heeft Wouter van Gent een speciale uitgave van Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie geredigeerd met artikelen die zich richten op het meten van segregatie.