26 september 2023

Griekenland: steile hoogtes, brede vlakten

Dit artikel is verschenen in: geografie oktober 2023
Griekenland
Kennis
PHOTO: RONNY SIEGEL
Het Ierapetra gebergte

In Europa komen over relatief korte afstanden aanzienlijke hoogteverschillen voor. Als Nederlander heb je dat niet zo in de gaten, maar in Griekenland zijn daar legio voorbeelden van. Dat heeft alles te maken met tektoniek.



De landschappen van subcontinent Europa zijn over relatief korte afstanden veel afwisselender dan elders, met lokaal grote hoogteverschillen. Uitgestrekte vlakten zoals in Noord-Amerika vind je hier niet of nauwelijks. Zelfs de enorme Noord-Duitse en Poolse laagvlakte is klein vergeleken met die in Noord- en Zuid-Amerika. In Europa kun je binnen een dag veel verschillende landschappen bewonderen.

Neem de bergruggen in Midden- en Zuid-Europa, die langs beide zijden van de Middellandse Zee slingeren. Hoge bergen en lager gelegen delen wisselen elkaar daar over relatief korte afstanden af. De meeste reliëfrijke streken en hoogste berglandschappen liggen in de Alpen van Zwitserland, Oostenrijk, Zuidoost-Frankrijk en Slovenië, met telkens andere namen. 

Maar ook in Zuidoost-Europa vind je landschappen met grote hoogteverschillen. In Griekenland steekt de uit de klassieke oudheid bekende Olympos als een reusachtige, steil oprijzende klomp steen uit boven twee omringende laagvlakten, de Pedias Thessalonikis aan de noordkant en de Pedias Thessalias ten zuiden ervan. Niet voor niets kozen de oude Grieken de Olympus als woonplaats voor hun goden. Met 2917 meter hoogte trekt de berg de bliksem aan. De Grieken zagen daarin de hand van oppergod Zeus. De sterke afwisseling in reliëf, met laagvlakten tussen hoge bergen, vind je ook op het schiereiland Peloponnesos. En de meeste eilanden in de Egeïsche Zee zijn in feite bergen op de zeebodem.

Figuur 1: Geologie van Griekenland

Tektoniek

Al met al heeft Griekenland de grootste hoogteverschillen van Europa over korte afstanden. Daaraan liggen vele – nog altijd actieve – geologische processen ten grondslag. Griekenland is voor een groot deel geologisch jong. Dat is onder andere te zien aan de tientallen eilanden in de Egeïsche Zee. En dat zullen er door opheffing in de toekomst meer worden.

Uit geologische kaarten blijkt de actieve tektoniek in het land. De geologische structuur bestaat uit een aantal stroken die evenwijdig aan elkaar een halve boog vormen (figuur 1). Op het vasteland van Griekenland bestaan deze stroken van west naar oost uit:

  1. een externe zone van kalksteen en mergel; dit zijn de westelijke Griekse eilanden in de Ionische Zee, en het aangrenzende vasteland;
  2. een langgerekt gebied tot aan de zuidpunt van de Peloponnesos, bestaande uit in zee afgezette afbraakproducten tijdens de gebergtevorming;
  3. harde kalksteen in het zuiden van het schiereiland Peloponnesos en het eiland Kreta (Tripoliskalk);
  4. oude kristallijne massieven in midden-Griekenland;
  5. kristallijne gesteenten en marmer in het oosten van het vasteland;
  6. sedimenten rond Thessaloniki en het schiereiland Chalkidiki in het noorden; en
  7. metamorfe gesteenten (die onder hoge druk van structuur zijn veranderd) in het noordoosten van het vasteland en op de eilanden.

De eilanden in de Egeïsche Zee behoren van zuid naar noord tot de gebieden 5, 6 en 7. 

De Griekse microplaat grenst in het noorden aan de Euraziatische plaat, in het oosten aan de Anatolische microplaat en aan de westkant aan de Adriatische microplaat. De Anatolische plaat wordt door de druk van de Arabische plaat richting het westen geduwd. Daardoor ligt de Griekse microplaat ingeklemd tussen drie naburige platen: de Anatolische, Ionische en Adriatische microplaten. Dit levert tektonisch grote problemen op: er komen net als in Turkije regelmatig aardbevingen voor. Kreta ondervindt hiervan de meeste gevolgen en is het meest instabiele eiland van de Griekse archipel. Bijna iedere dag doet zich wel een lichte aardbeving voor en af en toe een zwaardere. 

Snelle erosie

Dat er zo veel aardbevingen op Kreta voorkomen, is op verscheidene plekken in het landschap heel goed te zien. Bij het stadje Ierapetra aan de zuidkust in het oosten van het eiland ligt de Vlakte van Ierapetra (figuur 2). Deze bevindt zich vrijwel op zeeniveau en is ongeveer 15 km lang. Aan de noordwestkant ervan ligt een bergland van ruim 1100 m hoogte en aan de oostkant rijst een bijna loodrechte wand op tot bijna 1500 m. De Vlakte van Ierapetra ligt meer dan een kilometer lager. Het gaat om een sterk verzakt gebied, een slenk tussen de gebergten aan de oost- en westkant. Dat deze verzakking geologische gezien snel verlopen moet zijn, is te zien aan de insnijding van een kleine kloof in de oostwand, de Chakloof. Daarin stort het water van een beek, de Cha, vanaf halverwege de kloof omlaag. De daling van de Vlakte van Ierapetra is zo snel gegaan dat de beek dit via inslijping (diepte-erosie) niet kon bijhouden.

Figuur 2: Kreta

De diepe Ierapetraslenk kun je vergelijken met de Roerdalslenk in oostelijk Noord-Brabant en midden-Limburg. De bodem daarvan ligt ongeveer even diep, maar de Roerdalslenk daalt minder snel. De daling is al sinds het Mioceen aan de gang, dus al zo’n 23 miljoen jaar. Door de trage daling kon de slenk in die tijd gemakkelijk met sedimenten worden opgevuld. Zou dit niet gebeurd zijn, dan kon je bij Uden in Noord-Brabant in een kloof van 1100 meter diepte kijken, ongeveer hetzelfde effect als op Kreta boven aan de Chakloof (figuur 3).

Figuur 3: De lerapetraslenk
PANOSKARAPANAGIOTIS / ISTOCK
FOTO: PANOSKARAPANAGIOTIS / ISTOCK
De Chakloof op Kreta

Opheffing

Op Kreta vindt dus daling plaats, maar vooral ook opheffing. Dit is langs de zuidkust goed te zien op plekken waar een kustgebergte ligt, en dat is op de meeste plaatsen het geval. Dit gebergte stijgt geologisch gezien snel. Er zijn snelheden gemeten van 7 cm per jaar. Dit is zichtbaar aan de riviertjes die zuidwaarts stromend in de Libische Zee uitmonden. Ze hebben diepe, loodrechte kloven uitgeslepen. Een van de bekendste is de Samariakloof (Farangi Samarias) in het westen van Kreta (figuur 2). Een wandeling door deze kloof staat op de lijst van dagtochten van verscheidene toeristische organisaties. Je wordt per bus naar het beginpunt van de kloof op 1160 m boven zeeniveau gebracht. Vanaf daar loop je over een stenig pad van 18 km bijna 1100 m omlaag. Je passeert daarbij de mooiste geologische structuren in de loodrechte kalkstenen dalwanden: plooien, breuken en overschuivingen. Na de pittige afdaling kom je uit op een grindstrand bij Agia Roumeli. Vervolgens word je met een boot naar Loutro gebracht, waar een bus de groep weer ophaalt. Vanaf de boot heb je uitzicht op vijf bijna even diepe en lange kloofdalen. Van een afstand lijkt het alsof de diepe en smalle kloven door de mens loodrecht in het gebergte zijn uitgezaagd.

Op 12 km ten westen van Ierapetra is nog een ander gevolg van de snelle opheffing van het eiland zichtbaar. Bij het dorp Mirtos ligt onder aan een klif van 10 meter een smal strand bezaaid met grote en kleinere stenen. De klif daalt bijna loodrecht in zee, is onbegroeid en aan de onderkant is door het gebeuk van de golven de gelaagdheid van de kalksteen goed zichtbaar. Dit gesteente dateert uit het geologische tijdvak Boven Krijt en is tijdens de gebergtevorming enigszins scheef gesteld. Op het erosievlak aan de bovenkant van de kalksteenformatie ligt een laag grof conglomeraat, losse rolstenen die gedeeltelijk aaneen gekit zijn. En daar weer bovenop ligt een dikke laag sediment van zand, mergel en löss. Deze afzettingen zijn zichtbaar geworden door de opheffing van het eiland. 



Kreta is het grootste eiland in de buitenste zone van de geologische structuur van Griekenland (figuur 1). Deze zone bestaat uit kalksteen en loopt in een boog van west naar zuidoost. Andere bekende toeristische eilanden in deze zone zijn onder andere Korfoe, Lefkas (betekent ‘wit’), het uit de klassieke tijd bekende Ithaka; verder zuidelijk liggen Kefalonia, Zakinthos, Kithira en ten oosten van Kreta: Karpathos. Het zijn de eilanden met in de zomer verblindend wit zand en fel witte kalksteenrotsen.

Voor wie geïnteresseerd is in geologie, vormen de Griekse eilanden een paradijs. De gevolgen van snelle opheffing van het bergachtige gebied zijn goed zichtbaar. Zo mooi zie je dit bijna nergens anders. Zeker voor geografen is het eens een ander verhaal dan de vele advertenties voor zonaanbidders over Griekenlands witte stranden.