Het geluid van Detroit

1 april 2015
Dit artikel is verschenen in: geografie april 2015
Detroit
Kennis
FOTO: RICK HARRIS/FLICKR

De basis voor de moderne economie is gelegd in Detroit. Hier zijn het Fordisme en de lopende band ontwikkeld. De muziek van Motown is een goede afspiegeling van de cultureel-maatschappelijke toestand in de jaren '60 en '70. Elementen daaruit zeggen iets over de relatie tussen muzikale invloeden en de ruimtelijke ontwikkeling van Detroit.

 

1960-1970 is bij uitstek de periode waarin muziek de tijdgeest heeft vastgelegd. Wil je meer weten over het Londen van 1968: luister naar The White Album van The Beatles. Geïnteresseerd in het naoorlogse Berlijn van de jaren '70: kies de albums Low, Heroes en Lodger van David Bowie. Elke stad heeft haar unieke flow en ritmes, waardoor ze een eigen sound ontwikkelt, afhankelijk van de tijdgeest. De flow en het ritme van Detroit zijn aan één muziekstijl te koppelen. Motown, de muziek die onlosmakelijk verbonden is met The Motor City. 

Motown

In de periode na de Tweede Wereldoorlog was Detroit een snel groeiende en florerende stad. De auto-industrie creëerde werkgelegenheid voor duizenden ongeschoolde arbeiders, vooral uit de zuidelijke staten van Amerika. Sommigen zongen over hun leven. Blueslegende Albert Kings ‘Cadillac Assembly Line’ (1976) beschrijft het verlaten van een leven in armoede bij vertrek naar Detroit. De muziek in Detroit was rauw en simpel, vaak gebaseerd op slechts drie of vier akkoorden, voortdurend repeterend, wat het leven als fabrieksarbeider weerspiegelde. Een goed voorbeeld van deze vroege stijl is John Lee Hookers ‘Boom Boom’.

FOTO: ERIC KOCH/ANEFO/NATIONAAL ARCHIEF
Diana Ross en The Surpremes in 1968

Hoewel Detroit vele muzikale talenten heeft gekend, wordt de stad vooral geassocieerd met het platenlabel Motown. De Motownperiode begon officieel in 1959 met Marv Johnsons hit ‘Come To Me’ en de oprichting van Berry Gordy’s platenlabel Tamla/Motown. De eerste Motown-studio’s waren in de kelder van Gordy’s woning op West Grand Boulevard. ‘Money, that’s what I want’ van Barrett Strong en ‘Shop Around’ van The Miracle horen bij de eerste singles die onder het Motown-platenlabel werden uitgebracht. Tussen 1964 en 1971 zorgden artiesten als Diana Ross & The Supremes, The Temptations, The Jackson 5, Martha Reeves & The Vandellas, Stevie Wonder en Marvin Gaye met de ‘Detroit sound’ voor een speciale periode in de muziekgeschiedenis.

Motown werd bekend als ‘The sound of young America’ en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de mix van Afro-Amerikaanse en blanke muziek. 1964-1971 was de gouden eeuw van Motown. In 1972 besloot Berry Gordy het bedrijf naar Los Angeles te verplaatsen, wat achteraf het einde van het succes van Motown betekende. 

Fordisme

De ontwikkeling van Motown en Detroit lopen opvallend parallel. Detroit is de bakermat van het huidige kapitalistische systeem. Door industriële grootmachten als Ford, General Motors en Chrysler werd Detroit in korte tijd een van de succesvolste steden van Amerika. Detroit was tevens een van de snelst groeiende steden van de Verenigde Staten en had de best betaalde arbeiders. In 1950 had Detroit als vierde stad van het land meer dan 1,8 miljoen inwoners. De meesten werkten in de fabriek en gebruikten muziek als een middel om zich te uiten. Ivy Hunter, die de hit ‘Dancing in the Streets’ schreef, schetst het gevoel van Motown:

‘Het geluid is als een oude liefde. Je kunt getrouwd zijn en kinderen hebben, maar als iemand die naam Motown noemt ... oh boy. Het is een gevoel dat niet zomaar verdwijnt. Motown neemt een speciale plek in, in een tijd die nooit meer terugkomt, maar ook nooit vergeten zal worden.’

Het grote succes van Motown werd mede veroorzaakt door de ontwikkelingen in het industriële circuit van de stad. Mensen hadden werk en geld voor concerten en platen. Ze voelden zich aangetrokken tot de muziek, omdat die gebaseerd was op het stedelijk leven van Detroit. Dit uit zich vooral in het ritme en de beat van Motown. Als je luistert naar de basedrum, die op alle vier de downbeats een krachtige punch geeft , voel je de kracht van de beat. De kracht van de voortstuwende bas in een zeer strak ritme heeft een bijna hypnotiserend effect. Dit karakteristieke onderdeel van Motown is geïnspireerd door de assemblageafdelingen van de autofabrieken. De strakke, gesynchroniseerde productielijnen staan model voor het ritme en de beat van Motown.

Het gaat nog verder. De accenten van de gitaar op de 2e en 4e tel van de maat zorgen voor een ritmisch geheel, zonder al te veel variatie. Strak en recht was de muziek, net als de fabrieksarbeiders die zich moesten aanpassen aan de continue stroom en de snelheid van de geautomatiseerde assemblagelijnen, zonder veel ritmische variatie. Brian Holland, Lamont Dozier en Eddie Holland, de muzikale genieën achter de Motown-sound, gebruikten verder specifieke productietechnieken die ontleend waren aan de autoindustrie. Attributen als kettingen, hout, hamers en planken werden gebruikt om een meer ‘industriële’ sound te produceren.

Het ging zelfs zo ver, dat de muzikale montage dezelfde techniek gebruikte als die in de fabrieken. Nummers werden vaak geknipt in afzonderlijke eenheden of verwisselbare onderdelen, om deze op een later tijdstip weer aan elkaar te knutselen. Het toppunt van de vergelijking is de videoclip ‘Nowhere to Run’, waarbij Martha Reeves en haar Vandellas het publiek een kijkje bieden in de Fordfabriek en het arbeidersleven verheerlijken.

‘Nowhere to Run’ van Martha Reeves & The Vandellas

De videoclip werd opgenomen op een lopende band, terwijl Reeves en de Vandellas door het bewegende staal en de half afgebouwde auto’s paradeerden. Anders dan de fabrieksarbeider had de muzikant nog enige ruimte om zich creatief te uiten. Het maken of luisteren van muziek was voor velen een manier om even te ontsnappen aan het zware leven in de fabriek. Maar ook in de muziek werd van hen verwacht dat ze een set van strak gechoreografeerde bewegingen en teksten volgden. Als je kijkt en luistert naar een willekeurig op treden van The Temptations kun je zien en horen dat de standaardisatie, die eigenlijk is uitgevonden door Henry Ford in de auto-industrie, zijn weg gevonden had naar de muziek. Dit veroorzaakte spanningen tussen de muzikanten die meer creatieve vrijheid wensten en het Motown-label, dat onder leiding van Berry Gordy met de strakke discipline goed geld verdiende. 

Sociaal-maatschappelijke onrust



In de zomer van 1967 stond Detroit in brand. In de ochtend van 23 juli bestormde de politie Blind Pig, een illegale nachtkroeg die veel bezocht werd door Afro-Amerikanen. De vaste klanten werden gearresteerd en naar buiten gebracht. De arrestaties trokken veel aandacht en leidden tot schermutselingen met de politie. Het geweld verspreidde zich snel door de stad en duurde zo’n vijf dagen. Federale troepen werden ingeschakeld om de orde te herstellen, maar de situatie was al geëscaleerd. Er kwamen 42 mensen om, vooral Afro-Amerikanen, en bijna 1200 mensen raakten gewond. Meer dan 2000 gebouwen werden verwoest. Het was de ergste uiting van burgerlijke onrust in het Amerika van de jaren '60.

Detroit was een gepolariseerde stad geworden. De bevolking was grofweg half Afro-Amerikaans, half blank. De blanke bevolking verhuisde naar de suburbs en de Afro-Amerikaanse bevolking trok van de zuidelijke staten naar Detroit. De politie en andere gemeentelijke instanties waren echter hoofdzakelijk blank. De spanningen tussen de groepen liepen op. De politie patrouilleerde in Afro-Amerikaanse buurten met speciale auto’s, en mishandelde groepen jongeren die zich zogenaamd verdacht gedroegen, terwijl ze vaak alleen naar muziek luisterden. Dit leidde tot een uiterst gevaarlijke cocktail, die in 1967 explodeerde. Detroit was niet de enige stad in opstand of verzet (afhankelijk van hoe je de gebeurtenissen interpreteert). Steden als Newark, Chicago, Los Angeles en Philadelphia kampten met hetzelfde. Het geluid van Detroit, als muzikaal centrum van Amerika, was door de gebeurtenissen van 1967 in elk geval voor eeuwig veranderd.

FOTO: AP PHOTO/HH
Jongeren worden gefouilleerd door soldaten en politie tijdens de opstand van Afro-Amerikanen in Detroit, juli 1979. Motown probeert zich vanwege zakelijke belangen afzijdig te houden van de sociale onrust.

Het Motown-label, de enige grote platenmaatschappij in de geschiedenis van de Amerikaanse muziekindustrie in handen van een Afro-Amerikaan, probeerde zich afzijdig te houden van de sociale onrust. Berry Gordy was bovenal een zakenman en wilde dat zowel het blanke als het Afro-Amerikaanse publiek zijn platen bleef kopen. Motown-teksten hadden niet veel politieke betekenis en gingen over de bloemetjes en de bijtjes. Tot 1968 werkte deze strategische positionering vrij goed. Maar de tijden in de popmuziek waren veranderd. Artiesten als James Brown, Curtis Mayfield en Aretha Franklin verwerkten de raciale en politieke kwesties in hun muziek, zonder dat hun carrière daarmee gevaar liep. Het zorgde juist voor extra aandacht en meer populariteit bij specifieke groepen. Neem James Browns ‘Say it loud’, dat de grenzen tussen de blanke en de Afro-Amerikaanse bevolking duidelijk opzoekt:

‘We have been bucked and we have been scorned. We have been treated bad, talked about as just bones. But just as it takes two eyes to make a pair, ha, brother we can’t quit until we get our share. Say it loud: I’m black and I’m proud!’

Het optimisme van de vroege jaren 60, toen Detroit onder leiding van de charismatische burgemeester Jerome Cavanaugh bijna de Olympische Spelen binnenhaalde, maakte na 1967 plaats voor angst, verdeeldheid en polarisatie. De toon van de stad was veranderd, wat zich doorvertaalde in de muziek. De blije, vrolijke en nietszeggende teksten veranderden subtiel in meer serieuze verhalen over maatschappelijke problemen. De aanhoudende ongelijkheid en etnische discriminatie sijpelden langzaam door in de teksten van Motown. De schijn was niet langer op te houden. Artiesten als Marvin Gaye en Stevie Wonder, gecontracteerd onder het Motown-platenlabel, uitten hun weerzin tegen de maatschappelijke situatie via de muziek. In ‘What’s Going On’ toont Marvin Gaye zijn afkeer van de politieke en culturele realiteit in die tijd:

‘Mother, mother, everybody thinks we’re wrong. Oh, but who are they to judge us, simply because our hair is long. Oh, you know we’ve got to find a way, to bring some understanding here today.’

Hoewel de Motown-muziek vanaf het begin een zeer krachtig symbool was voor Afro-Amerikanen, bleef de positie van het label tot 1968 relatief neutraal. De burgerrechtenbeweging onder leiding van Martin Luther King en Malcolm X was echter nauw verbonden met Motown. Niet voor niets bracht het Motown-platenlabel ‘The Great speech of Freedom’ in 1963 uit voor het grotere publiek. Motown werd zelfs het symbool van Afro-Amerikaanse nationalistische groepen als de Black Power-beweging, hoewel Berry Gordy noch Martin Luther King zich achter die groepen schaarde.

De positie van Motown binnen de sociale en raciale problemen van Detroit bleef ingewikkeld. Aan de ene kant nam Motown actief deel aan de campagne tegen ongelijkheid en discriminatie. Aan de andere kant maakten economische belangen dat Motown nooit echt een vorm van protest kon leveren. Met de verhuizing van het platenlabel naar Los Angeles in 1972 was Motown niet langer het symbool voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap in Detroit. 

Springlevend

Het einde van het Motown-tijdperk was zeker niet het einde van muziek in Detroit. De rijke traditie van rauwe, stoere en scheuren de muziek zette zich voort. Bands als de MC5’s en The Stooges zochten de grenzen van de popmuziek op en worden nu beschouwd als de pioniers van de punkmuziek. Hun succes rijkt tot ver buiten Detroit. Anno 2015 is de industriële erfenis van de stad nog steeds te horen in de muziek. Bands als The White Stripes gebruiken dezelfde muzikale basisprincipes als de vroege jazzlegendes zoals John Lee Hooker. Eminem rapt over zijn bestaan in Detroit, wat ook duidelijk wordt in zijn film 8 Mile uit 2002. Ook het rockgenre is vertegenwoordigd in Detroit.

FOTO: MIKE FRITCHER/FLICRK
Het Fox Theater

Zo gebruiken The Dirtbombs punkinvloeden om een vernieuwd industrie-achtig rockgenre te creëren. De sfeer van het hedendaagse Detroit vormt de input voor hun muziek. Dit alles bewijst dat de muziekwereld in Detroit springlevend is. Het Fox Theater in downtown Detroit is inmiddels gerestaureerd en biedt een podium aan topartiesten uit alle delen van de wereld. Veel Afro-Amerikaanse kerken hebben zeer goede koren die de gemeenschap positieve en inspirerende impulsen geven. En je kunt nog steeds live jazz en blues beluisteren in oude cafés en clubs. Bakers Keyboard Lounge, geopend in 1934, is de oudste jazzclub in de wereld. Grootheden als Miles Davis, Ella Fitzgerald en Louis Armstrong maakten hier vroeger de dienst uit en ook de nieuwe generatie topartiesten treedt hier op. Een iconisch podium is Cliff Bell’s, dat sinds midden jaren '30 bestaat en in 2006 heropend werd. Ook kleinere kroegen zoals Raven House of Blues brengen leven in buurten waar het op het eerste gezicht een dooie boel lijkt.

Detroit wordt in Nederland vaak geportretteerd als een stad zonder economische toekomst, veel criminaliteit, leegstand en sterke verloedering. Ook haar muzikale hoogtepunt dateert uit het verleden. Maar in deze stad, waar nog steeds circa 700.000 mensen wonen, dragen de vele muzikanten, culturele locaties en evenementen bij aan een rijke en innovatieve muziekwereld die nog steeds invloed heeft . 

 

Robin van Lieshout is stadsgeograaf en werkzaam bij Bureau Ruimtelijke Ordening. Hij analyseert ruimtelijke processen en schrijft over stedelijke problemen. 

Brian Doucet is docent stadsgeografi e aan de Universiteit Utrecht. Hij schrijft en presenteert regelmatig over Detroit en leidt een excursie voor masterstudenten naar de stad.
 

 



BRONNEN 

• Connell, J. & C. Gibson 2013. Sound Tracks. Popular Music Identity and Place. Routledge. 

• Dahl, B. 2001. Motown. The Golden Years. Krause Publications.

• Kloosterman, R.C. 2005. Come together. An introduction to music and the city. Built Environment 31 (3):. 181-191. 

• Murray, C.S. 2011. Boogie Man. The Adventures of John Lee Hooker in the American Twentieth Century. Canongate Books. 

• Smith, S.E. 2009. Dancing in the street: Motown and the cultural politics of Detroit. Harvard University Press