Het Oranjegevoel

24 december 2021
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2022
Opinie
BEELD: SANDER FRANCKEN
Langzamerhand ontstond er onderling begrip en verbroedering tussen asielzoekers en bewoners in Oranjekanaal.

Najaar 2021 vond in Assen de première plaats van de documentaire Oranje – Hoe een klein dorp groot kan zijn. Die feestelijke vertoning was vanwege corona bijna twee jaar uitgesteld, maar het maakte deze film over de gevolgen van de onverwachte komst van asielzoekers in een klein Drents dorp zeker niet minder actueel. Immers, ook nu vinden er weer heftige, maatschappelijke discussies plaats over de beperkte animo en een gebrek aan opvangmogelijkheden voor Afghaanse vluchtelingen.

In oktober stond Ter Apel in de schijnwerpers, in 2014 werd Oranje, gemeente Midden-Drenthe, opgeschrikt door de beslissing om in een verlaten, afgetrapt bungalowpark 1400 asielzoekers tijdelijk te huisvesten. En dan te bedenken dat dit buurtschap slechts 150 inwoners telde. Na interventies van de gemeenteraad en protestacties vanuit Oranje – met de ‘vlucht’ van toenmalig staatssecretaris Veiligheid en Justitie Klaas Dijkhoff na een bezoek aan de locatie als dieptepunt – werden door de het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) weliswaar wat toezeggingen gedaan, maar de komst van gevluchte Syriërs, Haïtianen, Irakezen, Oegandezen, Ethiopiërs en Oekraïners was politiek gezien onvermijdelijk. Het verzet van de bewoners leidde in 2015 uiteindelijk tot de deal dat er over een periode van vijf jaar maximaal 600 asielzoekers zouden worden opgevangen. Zij moesten, vaak in gezinsverband, in het asielzoekerscentrum afwachten of zij een (tijdelijke) verblijfsvergunning zouden krijgen. Sommigen berusten zich in hun lot, maar anderen doorbraken de dagelijkse lethargie. In feite gebeurde dat ook bij de autochtone inwoners van Oranje. Sommigen bleven mokken, maar langzamerhand ontstond er een soort van onderling begrip en verbroedering. Violist Walid Khatba vertederde de gemeenschap door tijdens een kerstdienst ‘Stille Nacht’ te spelen. Jan Voortman, eigenaar van een tuincentrum, zorgde voor opvang en vertier en gaf vluchtelingen de kans als vrijwilliger mee te werken. Op die manier werden taal- en cultuurverschillen gedeeltelijk overbrugd.

Violist Walid Khatba vertederde de gemeenschap door tijdens een kerstdienst ‘Stille Nacht’ te spelen

Maar letterlijk bleef de brug over het Oranjekanaal als barrière bestaan: aan de ene kant het azc en aan de andere kant het lintdorp.

In de documentaire – die de Noorderkroon won als beste inzending van het Noordelijk Filmfestival – is te zien hoe de komst, maar ook het onverwachte vertrek in 2017, van asielzoekers over en weer is ervaren. Regisseur Sander Francken en medeproducent Robbert van Lanschot zijn erin geslaagd een realistisch, maar vooral perspectiefrijk beeld te schetsen van de problemen (voor de omgeving) maar zeker van de mogelijkheden (voor de tijdelijke bewoners) die de komst van een azc met zich meebrengt.

De documentaire Oranje – Hoe een klein dorp groot kan zijn wordt de komende periode in (vooral noordelijke) bioscopen en filmhuizen vertoond.

BEELD: SANDER FRANCKEN
Het afgetrapte bungalowpark in Oranjekanaal waar de overheid van plan was 1400 asielzoekers tijdelijk te huisvesten.