Natuur is wat je krijgt als je er met je vingers afblijft

1 januari 2014
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2014
Opinie
salomon
FOTO: SALOMON KROONENBERG
Twee miljoen euro’s zijn uitgegeven om de Kennemerduinen te laten wandelen.
De vegetatie legt ze straks weer vast.

‘In reactie op de reacties’ gaat Salomon Kroonenberg in op een aantal argumenten van zijn opponenten, met name over de relatie mens, natuur, landschap.

 

Ik kreeg kort geleden een middelbare scholier op bezoek die een profielwerkstuk wilde maken over schaliegas. ‘Wat voor profiel had je gekozen?’ vroeg ik. ‘Natuur en gezondheid, met keuzevak aardrijkskunde’, zei hij. ‘Maar aardrijkskunde is mij erg tegengevallen, ik wilde van alles over de aarde horen, maar het ging alleen maar over migratie en globalisering en zo.’ Als we zó toekomstige aardwetenschappers moeten motiveren om iets te doen aan de grote uitdagingen waar we in de toekomst voor staan, vrees ik het ergste.

Niet alleen de mens hoort tot de natuur, maar ook de vleermuizen en de virussen. Waarom halen we dan ook niet de biologen en de medici in het grote huis van de fysische geografie? Die horen toch ook bij de natuur? Het romantische wereldbeeld dat de mens onderdeel is van de natuur doet geen recht aan het feit dat de aarde 4,5 miljard jaar heel goed voor zichzelf heeft kunnen zorgen zonder die mens. En dan komt er ineens in de laatste seconde van de aardse geschiedenis een nietig wezentje dat zich rentmeester van de aarde noemt! Die zegt dat het onderscheid tussen mens en natuur kunstmatig is! Wat een durf! Wat een zelfoverschatting! En als je ziet wat die mens er in Nederland mee gedaan heeft, springen de tranen je in de ogen. Wat een prachtige moerassen zijn er verloren gegaan omwille van onze eentonige rechthoekige grasplantages!

De geschiedenis van het Nederlandse landschap is geen heroïsch voorbeeld van onze symbiose met het water, maar een kroniek van eeuwenlang ergerlijk geklungel. Alle moeite die wij hebben om het water buiten de deur te houden, is alleen het gevolg van onze eigen milieufouten uit het verleden. Als we de venen in West-Nederland niet zo drastisch hadden ontwaterd, afgegraven en ingepolderd, had dat deel van ons land nog boven zeeniveau uitgestoken, en waren al die dijken niet eens nodig geweest.

Na de stormramp van 1953 moest ook de Waddenzee geheel ingepolderd worden, leerde ik op school, en dat vond iedereen volstrekt normaal. Nu moet de Waddenzee openblijven, vanwege de wadvogels en de slijkpieren, maar de Waddenzee bestaat nog niet eens duizend jaar, en als je op kaartjes ziet hoe die zee in die duizend jaar is veranderd, wekken onze krampachtige pogingen om die veranderingen tegen te gaan alleen maar de lachlust op. Hoe moet de Waddenzee bewaard blijven: zoals bij eb, of zoals bij vloed? En wat zeggen we als er écht weer eens een stormvloed komt als in 1953? Inpolderen!

Geo-engineering is als de ultieme domme daad van de tovenaarsleerling

Vijftig jaar geleden moest het landschap worden ruilverkaveld voor de landbouw. Nu moeten omwille van de ecologie er weer bosschages komen en ecoducten en moeten de kanalen weer kronkelende beekjes worden, maar ze mogen alleen beslist niet meanderen! Stuifzanden waren ergerlijke bodemerosie in de middeleeuwen, nu worden ze afgeplagd om ze weer te laten stuiven. Twee miljoen euro’s zijn er uitgegeven om gaten te graven in de Kennemerduinen zodat ze weer kunnen wandelen. Vergeefse moeite, de jonge duinen konden wandelen in het droge klimaat van de middeleeuwen, maar nu is het te nat en worden ze onherroepelijk weer vastgelegd door de vegetatie.

De Oostvaardersplassen waren een onbedoeld schitterend ongeluk, maar nu moeten er grote grazers worden afgeslacht ten behoeve van de broedvogels. Waarom hebben vogels voorrang boven runderen? De Nederlandse meningen over hoe de natuur er uit moet zien, veranderen net zo snel als de bankstellen in de doorzonwoningen. Dát is wat je ziet in het landschap. Ik heb het eerder gezegd: Natuur is wat je krijgt als je er met je vingers afblijft. Al het overige is tuinieren.

Wie de gevolgen van de tsunami van Fukushima, van de superstorm in de Filipijnen voorbij heeft zien komen, weet dat de maakbaarheid van de natuur een illusie is, die alleen maar in stand wordt gehouden door mensen die weigeren naar de grote geologische tijdschalen te kijken. Want voor de aarde zijn al die rampen business as usual. De grootste rampen in de geschiedenis van de aarde zoals grote meteorietinslagen en super-erupties zijn zó zeldzaam dat ze in de menselijke historie nog niet éénmaal zijn voorgekomen. Maar ze kunnen ook morgen gebeuren. Dat geldt ook voor het klimaat: dat verandert altijd, ook zonder toedoen van de mens. Wen er maar aan! Pas je maar aan, in plaats van te geloven dat je het water kunt omhelzen. Recente oproepen om in te grijpen in het klimaat met geo-engineering zijn als de ultieme domme daad van de tovenaarsleerling; het middel is rampzaliger dan de kwaal. Maar er zijn straks geen aardwetenschappers meer om dat aan de mensheid te vertellen, want ze hebben op school alleen iets over migratiestromen en globalisering gehoord.