Nederlandse natuur: de mens als meester?

12 januari 2021
Auteurs:
Nederland
Kennis
FOTO: JORAN QUINTEN/UNSPLASH
Nationaal Park Veluwezoom wordt bijgehouden door er bijvoorbeeld kuddes schapen te laten grazen.

‘Natuur’ en natuurlijke elementen laten zich niet zomaar beperken tot de zorgvuldig beheerde natuurgebieden in handen van Nederlandse natuurorganisaties. Wat maakt natuur ‘natuur’, is agrarische grond natuur, en hoe zou je natuur moeten beheren?

 

Met Nederland in lockdown zijn er weinig andere mogelijkheden voor een uitje dan een rondje lopen in de natuur. Je gebruikt je hond of de kinderen als excuus en gaat met de familie het groen in.

Waar kom je dan in terecht? Is het natuur? Het zijn geen onaangetaste bossen met bomen die er al sinds mensenheugenis staan, of uitgestrekte moerassen waar je je als mens eigenlijk geen weg kan banen. Het zijn soms blokken bos met bomen in ordelijke rijtjes geplant, of landschappen zorgvuldig aangelegd in de Engelse Stijl, of een weg door de weilanden waar aan je linkerhand de knotwilgen en aan je rechterhand de koeien staan. Het overgrote deel van de ruimte in ons land wordt (intensief) beheerd en bijgestuurd door de mens.

Natuur en boerenland liggen in Nederland dicht bij elkaar en bieden de gemiddelde coronawandelaar een degelijk rondje om doorheen te lopen. Aangezien bijna tweederde van het Nederlandse grondgebied uit landbouwgrond bestaat, is veel van de levende natuur daar te vinden. Buizerds op een omheiningspaaltje, kikkervisjes in de sloot tussen twee weilanden, een vlinder fladderend langs de akkerrand; je kan als wild beest of wilde plant in Nederland niet om agrarisch gebied heen.

Beheer van natuurgebieden

Zoals gezegd kent Nederland eigenlijk geen natuur meer die niet door mensen is vormgegeven. In zo’n dichtbevolkt land is de natuur vaak onderdeel van ons cultuurlandschap, met natuurlijk en cultureel erfgoed die er samen voor zorgen dat ons landschap is zoals het is. Oude forten, grafheuvels en houtwallen worden vaak ook onderhouden door natuurorganisaties, geïntegreerd als ze zijn in de natuur eromheen. Deze natuurorganisaties laten weten dat de Nederlandse natuur menselijk onderhoud vereist: ‘Als we er niet goed voor zorgen, kunnen veel bijzondere planten en dieren die al duizenden jaren in ons land leven niet langer overleven’, aldus de website van Natuurmonumenten. Er wordt gezorgd voor de natuur door actief te kappen, terug te planten, uit te zetten en te jagen; zo wordt het landschap behouden.

FOTO: JAN UBELS/FLICKR
Grafheuvels worden vaak onderhouden door natuurorganisaties.

Nederlandse natuurgebieden lijken in sommige opzichten op landbouwgrond: de mens is bij beide bezig met het bepalen waar wat groeit en leeft. Het grote verschil tussen de twee is uiteraard dat de eerste als doel heeft de Nederlandse natuur ruimte te bieden, terwijl landbouwgrond als duidelijk hoofddoel heeft levensmiddelen te produceren.

Agrarische natuur is een tussenvorm waarbij het welzijn van natuurlijke elementen en het produceren van levensmiddelen beide worden meegenomen in het beheer. Agrarisch natuurgebied kan beheerd worden door natuurorganisaties of door boeren, waarbij het oogmerk van natuurorganisaties uiteraard natuurontwikkeling is en de boer meer de nadruk legt op productie.

Mens en natuur

Hoe de natuur in Nederland gedijt hangt af van hoe de mensen tegen natuur aankijken. Deze plaatsing van de mens ten opzichte van de natuur is door Wim Zweers in 1995 uiteengezet in zijn boek, Participeren aan de natuur. Hij geeft daar aan dat de mens zes rollen tegenover de natuur kan aannemen: de despoot, de verlichte heerser, de rentmeester, de partner, de participant of een transcendent onderdeel van de natuur. De naam van de eerste rollen geeft al aan dat de mens hier heerst over de natuur: de natuur is ondergeschikt. Bij partner en participant is de natuur gelijk aan de mens of groter dan de mens, maar de mens is wel een aparte eenheid. Bij de laatste houding is dat niet zo. Een transcendent onderdeel van de natuur betekent dat wij als mens onderdeel zijn van de natuur, gelijk aan andere natuurlijke elementen om ons heen.

De houding die we tegenover de natuur aannemen bepaalt ook hoe we met de natuur omgaan. Een despoot vormt de natuur naar zijn wil, zonder rekening te houden met eventuele behoeftes van de natuur. Deze houding is in onze geschiedenis lang overheersend geweest. Tegenwoordig is de houding van rentmeester over of partner van de natuur in West-Europa het meest prevalent. Bij het rentmeesterschap is er sprake van het beheren van de natuur voor iemand of iets anders. Hier kan je denken aan een gelovige invulling, waarbij de mens de natuur bewaart namens God, of een invulling waar de mens de natuur bewaart voor volgende generaties.

Het rentmeesterschap van de natuur vind je veel terug bij grote natuurorganisaties: Staatsbosbeheer beschrijft hun ‘missie’ als ‘Wij zijn er op gericht dat huidige en toekomstige generaties de vele belangrijke waarden van natuur kunnen beleven, in balans met het duurzaam benutten van onze gebieden met de samenleving.’ Bij het partnerschap zijn de mens en de natuur gelijkwaardige partners, die elkaar kunnen helpen om te overleven. Hierbij zorgt de natuur voor voedselvoorziening en zorgt de mens ervoor dat de natuur genoeg ruimte heeft om te bestaan.

Agrarisch natuurbeheer

De boer heeft, in onze moderne samenleving, een bijzondere relatie met de natuur. Boeren zijn voor hun levensonderhoud direct afhankelijk van natuurlijke processen. Klimaatverandering beïnvloedt hun verdienmodel; de droogtes van de afgelopen zomers, die voor de gemiddelde Nederlander alleen wat meer warmte en wat onheilspellende berichten in de krant inhielden, betekenden voor boeren uitzonderlijke maatregelen en een magere opbrengst. De grote rol van de natuurlijke processen in het dagelijks leven van de boer zorgt ervoor dat hij of zij dichter bij de natuur staat dan de meeste Nederlanders. Daarnaast zijn de natuurlijke elementen op het boerenland, zoals buizerds en kikkervisjes, onderhevig aan hoe de boer zich plaatst tegenover de natuur. De afhankelijkheid van en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid voor de natuur maakt de houding van boeren tegenover de natuur bijzonder interessant.

De afhankelijkheid van en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid voor de natuur maakt de houding van boeren tegenover de natuur bijzonder interessant.

Boeren gevestigd in de gemeente Brummen gaven aan zich voornamelijk achter het rentmeesterschap te scharen. Zij hadden het gevoel dat ze de natuur en het landschap beheerden en bewaarden voor hun kinderen en kleinkinderen, net als dat hun ouders dat voor hen hadden gedaan. Het despotisme, absoluut heersen over de natuur, werd op een negatieve wijze geassocieerd met monocultuur en mechanische landbouw; maar dit heersen was voor sommigen ook onmisbaar voor onze voedselvoorziening. Het participeren met en onderdeel zijn van de natuur was voor de meesten een stap te ver. De boer moet namelijk toch de natuur naar zijn wil kunnen buigen om voldoende gewassen te verbouwen en genoeg melk te produceren om van te kunnen leven. Dit moet echter niet ten koste gaan van alle natuur in en om het boerenland. Veel boeren merken dat natuurlijke elementen uit hun jeugd niet of nauwelijks meer te vinden zijn in Nederland, en er wordt met affectie gepraat over bijzondere bloemen of vogelnestjes die op het land worden gevonden. Er is dan ook veel vraag naar duurzame maatregelen die het boerenbedrijf zonder al te veel inkomensverlies natuurlijker kunnen maken.

Agrarisch natuurbeheer is dan ook populair onder boeren, zeker wanneer hun verloren inkomsten vergoed worden en het alleen wat werk kost. Door het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid steeds meer te richten op duurzaamheid, steunt de EU agrarisch natuurbeheer en wordt het steeds makkelijker voor de boer om natuurlijker te produceren. Het land van de boeren wordt natuurlijker, plant- en diersoorten die ze alleen kenden uit hun jeugd keren terug, en niet alleen zij maar ook voorbijgangers genieten van het uitzicht op een natuurlijker landschap. Daarnaast creëert agrarisch natuurbeheer broodnodige ruimte voor natuur in Nederland. Intensievere samenwerking van de boer met natuurorganisaties is een logische stap op weg naar duurzamere landbouw, waar de mens levensmiddelen kan produceren zonder de natuur te beschadigen.

 

MEER LEZEN