Ongelijke kansen tussen dorpen

13 juni 2025
Auteurs:
Ruben de Cuyper
University of Applied Sciences, Hogeschool Zeeland
Dit artikel is verschenen in: geografie 2025 | 5
Veerkrachtig platteland
Zeeland
Kennis
BEELD: DEELCAFÉ BIE DE BUREN/FACEBOOK
Deelcafé ‘Bie de buren’ in Arnemuiden.

Zeeland kent diverse bewonersinitiatieven om het eigen dorp leefbaar te houden. Ze kunnen de sociale cohesie versterken en spelen in op de specifieke behoeften van de lokale gemeenschap. Maar niet alle dorpen hebben evenveel kansen om zulke initiatieven van de grond te krijgen. 

 

In het Zeeuwse Arnemuiden is een bijzonder initiatief ontstaan dat de gemeenschap veel brengt. ‘Bie de buren’ is een deelcafé dat succesvol draait, met twee onderneemsters aan het roer en een flinke vrijwilligerspool. Wat begon als idee van een dorpelinge die tijdens haar zwangerschapsverlof op zoek was naar een gezellig café, is inmiddels uitgegroeid tot een ontmoetingspunt voor alle Arnemuidenaars, met activiteiten zoals spelletjes- en pannenkoekenavonden. Ook bakken bewoners taarten voor de verkoop, waarvan de opbrengst naar goede doelen gaat die bij voorkeur een link hebben met Arnemuiden. Dankzij de inzet van de initiatiefnemers en vrijwilligers is Bie de buren een waardevolle ontmoetingsplek geworden.

Ook in Groede, Zeeuws-Vlaanderen, wordt een mooi initiatief gerealiseerd. ‘Groede FIT 2025’ werkt aan een ontmoetingsplek en beweegruimte voor jong en oud. Het idee kwam voort uit de dorpsvisie, waarin inwoners hun wensen voor de toekomst vastlegden. ‘We wilden iets doen voor jongeren, omdat zij nu weinig plekken hebben om elkaar te ontmoeten’, vertelt een van de initiatiefnemers, die na jaren terugkeerde naar zijn geboortedorp in Zeeland. Het was niet eenvoudig om Groede FIT 2025 van de grond te krijgen. De steun van de dorpsraad en van lokale bedrijven was cruciaal. Dankzij sponsoren en fondsenwervingsacties is inmiddels een groot deel van de benodigde middelen bijeengebracht. Het doorzettingsvermogen en de ervaring van de initiatiefnemers speelden daarbij een sleutelrol.

BEELD: STEDON/GROEDE
Pagina’s van het online projectplan Groede Fit 2025.

De twee voorbeelden tonen hoe bewonersinitiatieven de sociale cohesie bevorderen en ook het welzijn in dorpen versterken. Dat is essentieel in gebieden waar publieke voorzieningen wegvallen. 

Hulpbronnen

Maar niet alle initiatieven zijn even succesvol. Wat maakt dat sommige wel van de grond komen en andere niet? Het antwoord ligt deels in de toegang tot hulpbronnen. Initiatiefnemers in dorpen met meer middelen, zoals sociale netwerken, financiële steun van inwoners en bedrijven of politieke steun van de gemeente, hebben vaak een voorsprong. Deze hulpbronnen, community capitals, zoals de Amerikaanse sociologe Cornelia Flora ze noemt, bepalen voor een groot deel of een initiatief slaagt of strandt.

Zo hadden de oprichters van Bie de buren toegang tot netwerken via hun kerkgemeenschap. In Groede beschikte een van de mensen achter Groede FIT 2025 over juridische kennis. Dat hielp enorm bij het afsluiten van een huurcontract met de gemeente. Misschien was dat zonder deze middelen ook wel gelukt, maar het had een hoop extra moeite gekost.

Negatieve spiraal

Als de overheid en de markt zich terugtrekken, kunnen dorpen in een negatieve spiraal terechtkomen. Lokale voorzieningen verdwijnen en er zijn minder plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dit raakt vooral kwetsbare groepen, zoals ouderen, mensen met een laag inkomen en mensen die minder mobiel zijn. Zonder lokale voorzieningen moeten zij vaker terugvallen op hun sociale netwerk of op de bus of taxi om naar andere plekken te kunnen reizen.

Tegelijkertijd is het in dorpen waar veel kwetsbare mensen wonen, vaak moeilijker om initiatieven van de grond te krijgen. Misschien zijn er wel mensen die de tijd, middelen en energie hebben, maar zonder hulp van anderen lukt het meestal niet. Ze hebben steun nodig van de gemeenschap, bijvoorbeeld om sponsors te werven of een crowdfunding-actie te organiseren, een geschikte ruimte te vinden en andere hulpbronnen te mobiliseren. Bovendien hebben kwetsbare inwoners vaak andere zorgen. Wie moeite heeft om rond te komen of het dagelijks leven te regelen, houdt weinig tijd en energie over voor initiatieven die het dorp als geheel ten goede komen. 

Lerend netwerk

Een manier om bewonersinitiatieven in deze en andere dorpen te ondersteunen, is door lerende netwerken op te zetten. Zo’n netwerk helpt niet alleen om kennis van financieringsmogelijkheden te delen, maar ook om advies te krijgen over de omgang met gemeentelijke regels. Er zit veel ervaring in zo’n netwerk, zodat initiatiefnemers van anderen kunnen leren en elkaar kunnen helpen. Ook overheden en andere organisaties spelen een belangrijke rol in het lerend netwerk, maar het is essentieel dat zij ruimte bieden voor initiatieven vanuit de bewoners zelf.

Bij HZ University of Applied Sciences zijn we momenteel bezig een lerend netwerk op te zetten, gericht op het versterken van bewonersinitiatieven, met bijzondere aandacht voor kwetsbare dorpen. Het doel is effectieve werkwijzen te ontwikkelen en burgers te ondersteunen bij de realisering van hun plannen. We willen zowel leren van succesvolle initiatieven als van initiatieven die zijn mislukt. Dorpsbewoners, lokale ondernemers, studenten van de hogeschool, beleidsmakers, financiers en netwerkorganisaties werken samen aan oplossingen. Dat gebeurt door vanuit verschillende perspectieven naar de behoeften van dorpen te kijken en duurzame initiatieven op te zetten. Dit draagt bij aan een gelijkere verdeling van kansen, maatwerk voor dorpen en hopelijk een leefbare toekomst voor alle dorpen in Zeeland.

 

BRON

  • Flora, C.B., Flora, J.L., & Gasteyer, S.P. (2016). Rural Communities: Legacy and Change (5e editie). Oxford: Westview Press.