Ron Boschma, evolutionair economisch geograaf

17 januari 2025
Auteurs:
Véronique Bolder
Sociaal geograaf, vertaler Frans-Nederlands
Dit artikel is verschenen in: geografie 2025 | 1
Kennis
BEELD: RON BOSCHMA
Tijdens een ceremonie in het theater van Saint-Dié-des-Vosges ontvangt Ron Boschma de Prix Vautrin Lud.

Winnaar van de Prix Vautrin Lud 2024

De Prix Vautrin Lud is ’s werelds hoogste wetenschappelijke onderscheiding voor baanbrekend en invloedrijk geografisch onderzoek. In oktober was het de eerste keer dat een Nederlander de prijs ontving: economisch geograaf Ron Boschma. 

De Prix Vautrin Lud

De prijs is genoemd naar de 16e-eeuwse Franse geograaf Vautrin Lud en wordt elk jaar uitgereikt tijdens het Festival International de Géographie in Saint-Dié-des-Vosges in Frankrijk. De prijs vormt de kroon op de loopbaan van een wetenschapper die een bepalende invloed op de ontwikkelingen binnen de geografie heeft. De prijs is in 1991 ingesteld omdat er geen ‘Nobelprijs voor de geografie’ is en kent eenzelfde selectieprocedure: meer dan honderd geografen wereldwijd nomineren kandidaten, waarna een internationale jury de winnaar kiest. 

Tijdens de prijsuitreiking op het Festival International de Géographie begin oktober 2024 hoor ik Ron Boschma voor het eerst spreken. Bevlogen en in eenvoudige taal vertelt hij het publiek over zijn onderzoek. Als toehoorder heb je snel door dat de praktische toepasbaarheid van zijn werk voorop staat. Tijd voor een nadere kennismaking.

Wat waren bepalende gebeurtenissen in je loopbaan?

‘Na mijn studie sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam, met als specialisatie economische geografie, heb ik een PhD economie gedaan bij het Tinbergen Instituut. Mijn leermeester Jan Lambooy liet mij kritisch kijken naar het beeld uit de orthodoxe economie van de mens als homo economicus, die altijd over alle relevante informatie beschikt en op basis daarvan puur rationele beslissingen neemt. De evolutionaire economie sprak mij meer aan. Die gaat ervan uit dat ook bekendheid met een product, gewoontevorming en emotionele waarde belangrijk zijn bij beslissingen. 

Jan Lambooy liet me kritisch kijken naar het traditionele beeld van de mens als homo economicus

Na mijn PhD ging ik door met mijn onderzoek op het gebied van de evolutionaire economie en koppelde dat aan de economische geografie. Er was nog geen internet, wat het moeilijk maakte gelijkgestemden te spreken. Pas in 2004, op een congres in Milaan, trof ik economen die net zo dachten als ik en hoefde ik mijn denkwijze niet steeds te verdedigen. Die herkenning was een geweldige ervaring. Mede dankzij die nieuwe contacten kon mijn werk zich verder ontwikkelen.’

Wat zijn de kenmerkende elementen van je werk?

‘Het vernieuwende is dat ik de principes van de evolutionaire economie heb toegepast op de economische geografie, wat in die tijd nog vrijwel niemand deed. Zo ontstond de evolutionaire economische geografie. Evolutionaire economie gaat ervan uit dat ‘history matters’. Omdat je maar een beperkt vermogen hebt om externe informatie te begrijpen, val je terug op eigen regels, ervaring en kennis die je in de loop der jaren hebt opgebouwd. En die bieden je de mogelijkheid te excelleren op een gebied waarvoor je al die kennis kunt aanwenden. Maar je mist het vermogen informatie te begrijpen over een gebied waarvan je geen verstand hebt. 

Ik paste de principes van de evolutionaire economie tot op de economische geografie – dat deed nog vrijwel niemand in die tijd

Zo werkt het ook in de geografie en dat verklaart het ontstaan van regionale specialisaties. Maar een succesvolle specialisatie is geen garantie voor blijvend succes. Dat zie je bijvoorbeeld in de auto-industrie. In Detroit raakte deze sector in verval en door de overspecialisatie kwam de hele stad in een crisis terecht. Dat leek een probleem van de auto-industrie. Maar het werkelijke probleem was dat er geen alternatieven waren ontwikkeld in de regio. Hetzelfde zie je momenteel bij Volkswagen. Het concern heeft een slag gemist op het gebied van elektrische auto’s en ook de batterijtechnologie is niet optimaal in Europa. China is daarmee wel aan de gang gegaan. En nu produceren Chinese bedrijven elektrische auto’s voor de helft van de prijs van een Volkswagen. Tegen die concurrentie is Volkswagen niet opgewassen. Aan de Duitsers nu de taak om te kijken welke kennis en ervaring er in de auto-industrie zitten en hoe ze op basis daarvan kunnen innoveren en zich op nieuwe markten kunnen oriënteren waar ze geen concurrenten hebben. 

Het is onvermijdelijk dat bedrijfstakken in verval raken. Geen enkele tak blijft eeuwig bestaan. Een crisis voorkom je alleen door steeds te vernieuwen en te blijven zoeken naar mogelijkheden voor jouw regio, die voortbouwen op wat je al hebt en waar je sterk in bent. Iets nieuws vanuit het niets opbouwen heeft weinig kans van slagen. Dit principe is vervat in het concept windows of locational opportunity, dat centraal staat in mijn werk en dat ik steeds verder verfijnd heb.

Een mooi voorbeeld van geslaagde vernieuwing is Eindhoven. Philips was in de jaren 1980 en 90 in crisis. ASML is daaruit toen als spin-off ontstaan. In plaats van gloeilampen of gezondheidsapparatuur ging het chipmachines produceren. Zo zijn de kennis en ervaring op het gebied van elektronica die in de regio aanwezig waren, ingezet om een nieuwe markt te betreden. ASML is nu de beste in de wereld en niemand kan het concern kopiëren, omdat men elders niet die specifieke kennis en ervaring heeft.’

Hoe worden jouw bevindingen in de praktijk toegepast?

‘De Europese Commissie is een van de belangrijkste partners met wie ik samenwerk. Actief industriebeleid en het concurrentievermogen van Europa staan daar hoog op de agenda. Het regionale innovatiebeleid van de Europese Unie is mede gestoeld op de ideeën van mij en mijn team. Per regio wordt de specifieke kennisbasis geïdentificeerd en op grond daarvan kiezen regio’s hun specialisme, bijvoorbeeld toerisme, ict, biotech, kunstmatige intelligentie. Met onze modellen kunnen we precies doorrekenen of regio’s kansrijk zullen zijn in de gekozen sectoren. En daarmee helpen we regionale beleidsmakers de juiste prioriteiten te stellen.

Ook word ik af en toe benaderd door regio’s in Nederland en Europa die in een neerwaartse fase zijn beland en willen weten hoe ze het tij kunnen keren. Een voorbeeld is Baskenland. Met onze methode brengen we voor regio’s nauwkeurig in beeld welke sectoren, beroepen en technologieën kansen bieden en in hoeverre deze regio’s kunnen bijdragen aan de groene of digitale transitie. 

In Nederland heeft het Rijk onlangs tien sleuteltechnologieën aangewezen waarop het de komende jaren wil inzetten. Wij hebben uitgerekend of de juiste keuzes zijn gemaakt, door voor alle provincies te analyseren of ze de competenties hebben zich op het gebied van die technologieën te ontwikkelen. Een van de sleuteltechnologieën is cybersecurity en ons onderzoek toont aan dat dit niet echt een kansrijke sector is voor Nederland, omdat het land daarvoor niet veel competenties in huis heeft. Het is dan beter om niet te focussen op cybersecurity en deze technologie aan andere regio’s of landen in Europa over te laten.’

Is je methode ook van toepassing in niet-westerse landen?

‘Mijn speelveld is vooral Europa. Dat komt onder andere omdat we goede data nodig hebben voor ons onderzoek. Die zijn in niet-westerse landen vaak niet beschikbaar. Toch is er wel een trend dat we steeds meer naar deze landen kijken. Zo ben ik betrokken bij onderzoek in Brazilië, Argentinië en China en onlangs was ik uitgenodigd in Vietnam. Ook deze landen willen weten waarop ze in de toekomst moeten inzetten.’

Hoe kijk je terug op je loopbaan tot nu toe?

‘Het is een lang traject geweest van 25 jaar pionierswerk om de evolutionaire economische geografie samen met collega’s vorm te geven. Eerst de theorie ontwikkelen en dan kijken hoe je die kunt toepassen. De modellen waarmee we voor regio’s kansen kunnen doorrekenen en perspectieven concreet kunnen maken, zijn op dit moment een van de belangrijkste toepassingen. Daarmee heeft onze methode een grote praktische relevantie, ook voor beleidsmakers.’

FOTO: ZARATEMAN/WIKIMEDIA COMMONS
Baskenland heeft zich de laatste decennia steeds meer toegelegd op hightech industrie in onder meer de lucht- en ruimtevaart en de transport- en energiesector. Hier het Edificio E8 op het technologie park in Álava, waar TSK Energy Solutions zetelt.