Samenwerken aan slimme, duurzame en sterke dijken

Hoogwaterveiligheid
Na Ruimte voor de Rivier en Maaswerken is er sinds 2014 het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Daarin werken 21 waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken. Tot 2050 versterken zij ruim 1500 kilometer aan dijken, en 400 sluizen en gemalen om overstromingen in Nederland te voorkomen. Waterveiligheid anno 2023 is puzzelen en maatwerk.
In een voorzichtige zomerzon met harde wind staan we begin juni op een dijk aan het Markermeer. De omgevingsmanager legt een groep vakdocenten uit Noord-Holland uit welke maatregelen het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier neemt om de dijk weer ‘hoogwaterveilig’ te maken. Een van de deelnemers is Dick Stegers, aardrijkskundedocent aan het Zaanlands Lyceum in Zaandam. ‘Fijn om tijdens de excursie het bredere verhaal van de waterveiligheidsmaatregelen in Nederland te horen en zien’, vertelt hij later. ‘Tijdens mijn lessen waterveiligheid vertelde ik leerlingen vooral over Ruimte voor de Rivier. Het is goed ze mee te nemen in de werkelijkheid van nu. Want de benadering is tegenwoordig echt breder dan bij Ruimte voor de Rivier, dat is me wel duidelijk geworden.’
‘De benadering van waterveiligheid is tegenwoordig echt breder dan bij Ruimte voor de Rivier, dat is me wel duidelijk geworden’
Veranderende normen
Josan Tielen, programmabegeleider bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), werkte eerder voor het Ruimte van de Rivier-programma. Zij kent dus de verschillen in aanpak. ‘Het hele preventiesysteem moet kloppen. Om hoogwaterveilig te zijn, moeten we niet alleen kijken naar de steeds extremere waterstanden van rivieren en langs de kust, maar ook naar de dijken, die daartegen bestand moeten zijn. Binnen het HWBP ligt daar de focus op.’
In 2017 veranderden de normen voor hoogwaterveiligheid. Nederland is kwetsbaarder geworden voor overstromingen. De bevolking is gegroeid en dat geldt ook voor de economische waarde in overstroombare gebieden (delta). Ook de klimaatverandering heeft effect, met heftiger regenval en periodes van droogte. Daarbij zijn we tegenwoordig beter in staat overstromingsrisico’s te berekenen.
Het uitgangspunt is nu dat iedereen die in Nederland achter een dijk woont, een basisbescherming tegen overstromingen krijgt. En dat een dijkring niet op alle plekken even veel bescherming nodig heeft. De kans dat een individu overlijdt als gevolg van een overstroming mag niet groter zijn dan 1/100.000 per jaar. Als er bij een overstroming sprake is van ‘grote maatschappelijke verstoring’ (veel slachtoffers en grote economische schade), wordt een gebied extra beschermd. Deze nieuwe normen zijn in 2017 verankerd in de Waterwet.
De Grebbedijk in Wageningen illustreert de verandering in denken goed. Deze dijk maakt deel uit van dijkring 45 Gelderse Vallei, die vóór 2017 een overschrijdingskans van 1/1250 kende. Dat wil zeggen een kans van 0,08% dat het water over de dijk heen zou stromen. De nieuwe normen kijken niet alleen naar de kans dat er water over de dijk komt, maar ook de kans dat de dijk bezwijkt, bijvoorbeeld door afschuiving of piping (zie verderop).
Tijdens de toetsronde (een soort APK voor dijken, eens in de twaalf jaar) bleek deze dijk in situaties van extreem hoogwater te laag. Ook de stabiliteit van de dijk was niet overal goed genoeg. Bij hoogwater kan de dijk bezwijken (falen) doordat het water er overheen stroomt en er via de zandlagen in de dijk doorheen sijpelt (piping), waardoor deze verzwakt. De mogelijke schade bij een dijkdoorbraak ter hoogte van Wageningen is groot. In korte tijd komt een gebied tot en met Amersfoort onder water te staan. En dus moet een klein stuk dijk op diverse plekken en onderdelen flink versterkt worden. Ter vergelijking: als de dijken aan de noordkant van de dijkring, langs de Eem en de randmeren, zouden bezwijken, zou dat veel minder slachtoffers en schade veroorzaken. Voor die dijken geldt nu dus een minder scherpe norm dan voor de Grebbedijk.
Maatwerk
De nieuwe normen zorgen zo voor meer maatwerk. Josan Tielen: ‘We kijken niet meer eenvormig naar een hele dijkring, maar onderscheiden dijktrajecten. Elk heeft een eigen opbouw en eigenschappen en een eigen omgeving met lokale dynamiek om rekening mee te houden. Dat betekent dat maatregelen per traject zullen verschillen. Zo werken we slimmer en doelmatiger aan hoogwaterveiligheid.’
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is verantwoordelijk voor de programmering en financiering. Programmering gebeurt op basis van urgentie. Directeur Erik Wagener: ‘Dat is best een puzzel, er zijn veel aspecten om rekening mee te houden. Daarbij is de opgave niet in beton gegoten. Met de kennis van nu kunnen we een redelijke inschatting maken, maar het kan anders worden als we van meer dijken weten hoe ze eraan toe zijn. De waterschappen hadden tot 2023 om deze beoordeling te doen. Tot dat moment was de omvang van de opgave een inschatting.’
Een alliantie van 21 waterschappen en Rijkswaterstaat werkt samen in uitvoering, financiering en kennisontwikkeling en is samen verantwoordelijk voor de totale opgave. Wagener: ‘Die gezamenlijkheid zorgt voor een andere energie. Kennis en kunde delen is bijvoorbeeld vanzelfsprekend. Want het is zonde van de tijd en het geld als waterschappen naast elkaar het wiel gaan uitvinden.’
Slimme oplossingen
Innovatie is minstens zo belangrijk. Wagener: ‘Dijkversterking drijft erop. Tot aan 2050 investeren we jaarlijks 10 miljoen euro om de alliantie te stimuleren slimme oplossingen te bedenken en toe te passen in de praktijk.’
Afgelopen jaren is er veel nieuwe kennis opgedaan over faalmechanismes van dijken. Hierdoor kunnen waterschappen hun dijken slimmer en compacter ontwerpen – in plaats van nóg hoger en nóg breder – zonder afbreuk te doen aan de veiligheid. Opgedane kennis wordt met regelmaat getoetst in de Deltagoot van kennisinstituut Deltares. In deze testfaciliteit in Delft kunnen waterschappen op ware grootte en met extreme omstandigheden nabootsen wat het effect is van uitzonderlijk hoge golven op dijken, duinen, golfbrekers, grasbekleding en offshore constructies.
Doordat er binnen de alliantie steeds meer kennis is, ontstaan er andersoortige dijken. Zo ligt er in Katwijk een multifunctionele dijk, met een parkeergarage in en onder de duinen. De garage maakt deel uit van de kustversterking, waardoor de duinen niet opgehoogd hoefden te worden en de Katwijkers hun uitzicht op zee behielden.
Ook in de uitvoering bedenkt de alliantie slimme en duurzame oplossingen. Normaal gesproken wordt het buitentalud van dijken versterkt met zetsteen van beton. Een bekleding waarvan de milieu-impact en de kosten relatief hoog zijn. Recent onderzoek wijst uit dat een dijk ook te versterken is met zetsteen uit baggerspecie. Bij het baggeren van sloten komt een mengeling van organisch materiaal en zand naar boven, die vaak als afval wordt gezien. Nu krijgt het materiaal een hoogwaardige toepassing in dijken en kan ook de productie van betonnen stenen omlaag. Al met al wordt de Nederlandse dijk dus steeds slimmer, goedkoper en duurzamer.
Midden in de maatschappij
Waterschappen pakken steeds meer kansen om in te spelen op maatschappelijke opgaven, zoals natuurontwikkeling en CO2- en stikstofreductie. De alliantiepartners hebben zich met afspraken in bijvoorbeeld het Klimaatakkoord, het Nationaal Grondstoffenakkoord en de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 gecommitteerd aan ambities op het gebied van energie, klimaat en circulariteit. Daaruit volgt dat dijkversterkingen in 2030 zo veel mogelijk circulair en klimaatneutraal moeten zijn. Zo is emissievrije uitvoering een streven binnen het programma, zeker voor projecten nabij Natura 2000-gebieden.
Versterking van de dijken kan gecombineerd worden met andere initiatieven. Anders dan bij Ruimte voor de Rivier is daarvoor binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma geen geld gereserveerd. De financiering voor andere beleidsdoelen moet dus elders gevonden worden. Een waterschap kan dan op zoek gaan naar ‘meekoppelkansen’ of de mogelijkheden voor een integrale gebiedsontwikkeling (zie ook Geografie april 2022). Wagener: ‘Een dijk heeft bij voorkeur niet enkel de functie een paar dagen per jaar bescherming te bieden tegen hoogwater. Waterveiligheid is het uitgangspunt, maar het HWBP wil samen met andere organisaties die opgave meer integraal oppakken.’
Onder de vlag van Integraal Riviermanagement kijken regionale overheden en het Rijk ook vooruit naar noodzakelijke maatregelen in het Maas- en Rijngebied. Want dit rivierengebied heeft vele functies die onderling nauw verbonden zijn, met hoge eisen op het gebied van hoogwaterveiligheid, bevaarbaarheid, beschikbaarheid van zoetwater, waterkwaliteit, natuur en leefomgeving. Voor al deze opgaven wordt gezocht naar integrale oplossingen en maatregelen. Naar verwachting volgt besluitvorming later in 2023.
In de klas
Terug naar de excursie van de vakdocenten uit Noord-Holland. AK-docent Dick Stegers is verwonderd over het brede perspectief waarmee het HWBP hoogwaterveiligheid benadert. ‘Ons curriculum loopt altijd een paar jaar achter op de actualiteit. Op zich logisch, want het kost tijd lesmaterialen te ontwikkelen. Meestal is dat geen probleem, want de gekozen lesmethode is slechts de basis van een les. Die combineer je zo veel mogelijk met de actualiteit. Het lastige is dat Ruimte voor de Rivier stevig verankerd zit in de hoofden van mij en mijn collega’s en nog steeds zeer specifiek in lesmethodes is verwerkt. Hiermee leren we onze leerlingen niet het complete verhaal. We weten te weinig over hoogwaterveiligheid van nu. Goed als in het curriculum van de eindexamens hierop aanpassingen worden gedaan, want dan wordt het verplichte kost.’
Vier uitlegvideo’s
Speciaal voor het voortgezet onderwijs heeft het Hoogwaterbeschermingsprogramma vier video’s gemaakt, met heldere uitleg (presentator, graphics en beeld) over de complexe problematiek van dijkversterking. Je kunt ze als serie tonen, maar ze zijn ook afzonderlijk goed te volgen. Een korte introductie.
Hoe ziet Nederland eruit zonder dijken? Dijken horen bij Nederland, zoals kaas, Koningsdag en… regen. Maar kunnen we ook zonder? En hoe zou dat er dan uitzien, Nederland zonder dijken?
Kunnen dijken stuk? We hebben zeedijken en rivierdijken. Op sommige ligt gras, op andere asfalt, steen of beton. Zo op het oog zien onze dijken er sterk uit, maar er zijn wel degelijk grenzen aan wat ze aankunnen.
Dijken versterken, hoe doe je dat? De dijken in ons land worden de komende jaren versterkt. Daar zorgen de Nederlandse waterschappen en Rijkswaterstaat samen voor in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Maar hoe doe je dat, een dijk versterken?
Wie gaat er over onze dijken? We gaan allemaal wel eens over een dijk. Maar wie gáát er echt over? Het antwoord op deze vraag is niet zo eenvoudig, want er zijn veel mensen betrokken bij een dijk.
De video’s zijn gratis beschikbaar en staan op de website van het HWBP. Op aanvraag verzorgen we nascholing voor vaksecties. Stuur een mail naar communicatie@hoogwaterbescherming.nl