Dertig jaar lang, van 1968 tot 1999, werd in Noord-Ierland een heftig conflict uitgevochten – The Troubles – tussen twee groepen. Aan de ene kant stonden de unionisten, die willen dat Noord-Ierland onderdeel blijft van het Verenigd Koninkrijk. Zij identificeren zich merendeels met het protestantisme. Aan de andere kant stonden de nationalisten, die graag een hereniging met Ierland zien, voornamelijk katholieken.
De tweedeling gaat terug tot de komst van de Britten rond 1170. Zij confisceerden het Ierse eiland en hadden het eeuwenlang in bezit. Begin 20e eeuw kwam er een onafhankelijkheidsstrijd op gang, die uiteindelijk leidde tot de splitsing in de zelfstandige Republiek Ierland, en Noord-Ierland, dat in Britse handen bleef en voor het merendeel protestants was.
De aanleiding van het conflict wordt veelal gezocht in de discriminatie van de katholieken ten opzichte van de protestantse bevolking in Noord-Ierland, bijvoorbeeld wat betreft banen, huizen en bij lokale verkiezingen. Om die reden werden er eind jaren 1960 campagnes georganiseerd om meer rechten te eisen voor de katholieken. De belangrijkste grief was het oneerlijke stemsysteem. Iedereen boven de 18 jaar moest het recht krijgen om te stemmen: ‘One man, one vote’. Tijdens een van de campagnes brak geweld uit tussen de twee groepen. Uiteindelijk leidde dit tot dertig jaar van gewelddadigheden, bomaanslagen en rellen. Daarbij kwamen 3703 mensen om het leven en ongeveer 40.000 mensen raakten zwaar gewond – op een totale populatie van ongeveer 1,5 miljoen. Het conflict leidde tot een hoge werkloosheid, toenemende segregatie en een grote uittocht van jonge opgeleide mensen.
'The Troubles' met Brexit
Op 10 april jl. was het twintig jaar geleden dat het Goede Vrijdag-akkoord een eind maakte aan het gewelddadige conflict in Noord-Ierland. De EU speelt al jarenlang een ondersteunende rol in het vredesproces. De Brexit veroorzaakt dan ook grote onrust in deze kleine regio. Wat betekent de Brexit voor de Noord-Ierse samenleving?
Noord-Ierland, dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk, is een belangrijk struikelblok in de eerste fase van de Brexit-onderhandelingen. De grens tussen Ierland en Noord-Ierland wordt straks immers een EU-buitengrens. Maar er speelt meer. De regio heeft dertig jaar van heftige etnische conflicten achter de rug (zie kader) en de EU draagt nog steeds bij aan het vredesproces. Ze verleent de regio niet alleen financiële steun, maar helpt ook op lokaal niveau mee aan het opbouwen van de vrede. Meer indirect is de EU betrokken via de ondertekening van het vredesakkoord tussen Ierland en het Verenigd Koninkrijk in 1998.
Verdeeldheid blijft
Hoewel er sinds 1998 officieel vrede is, heeft Noord-Ierland grote problemen met de transitie naar een vreedzame samenleving. Er heerst wantrouwen tussen beide groepen en dat gaat soms gepaard met geweld en onrust. De tweedeling in de samenleving is nog steeds goed merkbaar. Zo zijn er gescheiden scholen en sportclubs, voor elke groep is er een eigen krant, politieke partij en een eigen geschiedenis. In de steden is de segregatie goed te zien door de ‘vredesmuren’ die sommige nationalistische en unionistische wijken van elkaar scheiden. Ze zijn tijdens het conflict gebouwd om geweld tussen beide groepen tegen te gaan. In de afgelopen twintig jaar zijn de muren niet alleen behouden, maar soms zelfs verhoogd en uitgebreid. In enkele wijken dragen muurschilderingen en vlaggen de identiteit van de bewoners uit.
Muurschilderingen en vlaggen dragen de identiteit van de bewoners uit
Ondanks het Goede Vrijdag-akkoord is de politieke verdeeldheid enkel toegenomen. De nationalisten en de unionisten steunen vooral hun ‘eigen’, meer extreme politieke partijen. In zo’n politiek klimaat is het lastig tot overeenstemming te komen. In januari 2017 viel de coalitieregering dan ook uiteen. De daarop volgende verkiezingen onderstreepten de diepe verdeeldheid onder de bevolking. De Democratic Unionist Party (DUP), een rechtse partij met een sterke voorkeur voor het VK, en Sinn Féin, een links georiënteerde partij met sterke voorkeur voor eenwording met Ierland, kwamen samen als grootste partijen uit de bus. Onderhandelingen voor een nieuwe regering liepen het afgelopen jaar telkens vast. Het ging voornamelijk over hoe om te gaan met de nalatenschap van het conflict en of de Ierse taal een belangrijkere plek in de samenleving moet gaan innemen. Ondertussen is er nog steeds geen nieuwe coalitie.
EU helpt
Het conflict speelt op allerlei manieren door in het dagelijks leven. De Special EU Programmes Body (SEUPB), die het vredeproces in Noord-Ierland steunt, vindt dan ook dat Noord-Ierland de steun vanuit de Unie nodig blijft hebben. Als EU-lidstaten zijn Ierland en het Verenigd Koninkrijk tot nu toe in ieder geval gedwongen samen te werken. Dit wordt onderstreept in het Goede Vrijdagakkoord, waarin beide landen ‘partners in de EU’ heten. Indirect zorgen de EU-programma’s en netwerken voor samenwerking over de grenzen heen. Op lokaal niveau helpt de EU met het opzetten van organisaties, sociale structuren en de financiering van projecten via de PEACE-programma’s. Het huidige PEACE IVprogram is bedoeld om beide groepen bij elkaar te brengen en tolerantie en wederzijds respect te vergroten. De PEACE-programma’s steunen vooral lokale ngo’s gericht op contact tussen de groepen, culturele ontwikkeling, educatie en voorlichting.
Voor mijn onderzoek aan de Radboud Universiteit heb ik vertegenwoordigers van dit soort organisaties geïnterviewd over hun beeld van de huidige situatie in Noord-Ierland, hun idee van de invloed van de Brexit op het vredesproces, en de gevolgen voor de eigen organisatie. Veel mensen tonen zich tevreden met de resultaten van de PEACE-programma’s en zien veel vooruitgang ten opzichte van twintig jaar geleden. Ze wijzen op de groei in banen, verbetering van de infrastructuur en kansen om projecten met beide groepen te organiseren. Een voorbeeld is de ‘vredesbrug’ in Derry-Londonderry, die gebouwd is met onder andere hulp van de EU om de gesegregeerde stad te verenigen. Maar met de Brexit zal er een einde komen aan de indirecte en directe steun van de EU aan Noord-Ierland.
Vreedzaam conflict
Ondanks alle hulp bij het langdurige vredesproces zijn de geinterviewden niet positief gestemd over de huidige situatie. Zij zien nog steeds grote sociale en economische problemen, en de val van de regering leidt tot onzekerheid in de samenleving. Eén man omschrijft de situatie in Noord-Ierland als een ‘vreedzaam conflict’. De bevolking is nog altijd verdeeld en hoewel er vrede is gesloten, zal het conflict volgens hem nooit overgaan. Veel geïnterviewden maken zich dan ook zorgen over de effecten van de Brexit op de samenleving. Volgens een respondent die bemiddelt bij discriminatie op de werkvloer, heeft de Brexit al tot grote verdeeldheid geleid. Want, legt hij uit, sinds twintig jaar moest de bevolking weer een duidelijke keuze maken: remain or leave de EU. Deze keuze deed het debat over de grens en over een verenigd Ierland weer oplaaien en creëerde scherpe tegenstellingen. Uiteindelijk stemde in Noord-Ierland 56 procent ervoor in de EU te blijven.
Andere vertegenwoordigers menen dat de Brexit al tot verdere polarisatie tussen de gemeenschappen heeft geleid. Als de spanningen niet snel afnemen, kan dit opnieuw leiden tot (kleinschalig) geweld, zo is de vrees. De geïnterviewden zijn evenmin gerust over de grens, de regionale economie en mensenrechten. Een aantal vindt het belangrijk dat de samenleving haar stem laat horen. Noord-Ierland zou haar speciale status moeten gebruiken om de belangen van de bevolking duidelijk te maken binnen het VK en de EU, zeker nu de regering dit zelf niet kan. Er moet een dialoog op gang komen voor praktische oplossingen. Lokale ngo’s kunnen daarin een belangrijke rol spelen, aldus een vertegenwoordiger. Juist in een periode van verandering zijn zij hard nodig.
gesegregeerde stad te verenigen. Aan de ene kant van de rivier de Foyle
wonen voornamelijk unionisten en aan de andere kant nationalisten.
Hier ligt ook een probleem. De ngo’s zijn weliswaar slechts voor een deel afhankelijk van de financiële steun vanuit de EU, maar het wegvallen van die steun baart wel degelijk zorgen. Want ook de financiering vanuit de overheid is onzeker. Zolang er geen regering is in Noord-Ierland, kan slechts een klein deel van het budget voor de ngo’s worden vrijgegeven en telkens voor maar drie maanden. Veel organisaties zijn al opgedoekt. Er is dus een soort vicieuze cirkel in Noord-Ierland waarbij de Brexit leidt tot extra spanningen en polarisatie tussen de groepen. Ngo’s zouden hierop moeten inspelen door de spanning te verminderen, het gesprek aan te gaan en oplossingen te bieden. Maar omdat hun financiële bronnen droogvallen, kunnen ze alleen kortetermijnprojecten opzetten. Zo groeien de spanningen en de angst voor opleving van het geweld.
Vote for change
Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes. Een respondent vertelt dat er nu wordt gedebatteerd over onderwerpen die vóór het Brexitreferendum nooit op tafel kwamen, zoals de werking van de EU, het VK, een verenigd Ierland en ideeën over de toekomst. Overigens is dit alleen op lange termijn een voordeel, want op korte termijn zal het geen van de groepen helpen. Voor een respondent uit Oost-Belfast betekent de Brexit hoop op verandering. Hij noemt de huidige situatie in zijn wijk erg slecht. Veel mensen zijn verslaafd aan drugs en alcohol, en er is geen toekomst voor de jeugd. Verandering is goed, vind hij, want slechter dan nu kan het niet worden. ‘That is one of the big things about why Brexit was popular. It gave people the opportunity to vote for change. And it could happen.’ Desondanks moeten veel geïnterviewden lang nadenken voor ze een positieve kant van de Brexit noemen. Meestal luidt het antwoord dat het lokale vrijheden kan bieden en dat Noord-Ierland straks niet langer verplicht is zich te houden aan de EU-richtlijnen voor bijvoorbeeld landbouw, producten en de grens.
Belangen Noord-Ierland
Toch overstemmen alle onzekerheden die paar positieve geluiden. Het feit dat er geen regering is, in combinatie met alle onzekerheden die de Brexit veroorzaakt, leidt in de context van een post-conflictgebied tot veel problemen. Hierdoor slinkt de hoop op een duurzaam vredesproces. De Noord-Ierse situatie zou prioriteit moeten hebben bij de Britse regering. En de lokale politieke partijen zouden de algemene belangen voorop moeten stellen in plaats van hun politiek gekleurde standpunten. Want wie houdt zich bezig met de belangen van Noord-Ierland bij alle Brexit-onderhandelingen? De ngo’s lijken op dit moment de enige die zich buigen over de lokale problemen, terwijl zij zelf getroffen worden door de Brexit.
Dit artikel is gebaseerd op het onderzoek dat Ilse Staal in 2017 uitvoerde in het kader van haar master sociale geografie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, ‘The Troubles’ with Brexit. The Impact of External Economic Aid on Civil Society Building NGO's in Northern Ireland.