Volgens de meest recente census (2024) telt Zuid-Afrika 4,5 miljoen witte onderdanen. Ze hebben met elkaar gemeen dat hun roots in Europa liggen. Het gaat om 7% van de totale bevolking van bijna 64 miljoen. Het overgrote deel (82,5%) van de Zuid-Afrikaanse bevolking is zwart, 8,5% is van gemengde afkomst (kleurlingen ofwel bruin mense) en de overige 2,0% is Indian, hun roots liggen in het voormalige Brits-Indië.
Op grond van taalkundige, culturele en historische criteria worden witte Zuid-Afrikanen onderverdeeld in twee hoofdgroepen. Ten eerste de witte Afrikaans sprekenden (61%), ook wel aangeduid als Afrikaners of Boeren. Zij stammen af van de Nederlandse kolonisten die zich onder de vlag van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie vanaf het midden van de 17e eeuw vestigden in de Kaap. Ten tweede de witte Engelssprekende Zuid-Afrikanen (36%). Zij zijn de nazaten van de Britse kolonisten (settlers) die zich vanaf 1820, in de voetsporen van Cecil Rhodes, in het land vestigden. De overige witte Zuid-Afrikanen (3%) stammen af van Franse hugenoten of hebben Griekse, Duitse, Portugese of Libanese voorouders.
Toenemende spanningen tussen Britten en Boeren leidden in 1833-1850 tot de Grote Trek en de stichting van twee Boerenrepublieken (Transvaal en Oranje Vrijstaat). De ontdekking van goud in 1866 bij Johannesburg en de vraag wie dat mocht exploiteren, de Boeren of de Britten, leidden uiteindelijk tot de Boerenoorlog (1899-1902). De Britten sloten in die oorlog de gevangengenomen vrouwen en kinderen van de Boeren op in concentratiekampen. Daar lieten 28 duizend mensen, voor het merendeel kinderen, het leven, veelal onder vreselijke omstandigheden. Witte Afrikaners zijn deze oorlogsmisdaad van de Britten nog altijd niet vergeten.
Nieuwe immigratiegolven uit Europa, vooral in de jaren 1950 en 60, en hoge geboortecijfers zorgden ervoor dat de witte bevolking flink toenam en in 1994 met 5,2 miljoen zijn grootste omvang bereikte. In datzelfde jaar werd Nelson Mandela voor het ANC de eerste democratisch gekozen zwarte president. Na de afschaffing van de apartheid emigreerden naar schatting 800 duizend witte Zuid-Afrikanen naar landen als Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en het Verenigd Koninkrijk. Hun motief: onzekerheid over, om niet te zeggen angst voor, de toekomst. Een aantal van hen keerde later terug, verscheurd door heimwee en enigszins gerustgesteld dat het toch wel meeviel met het door hen gevreesde zwarte meerderheidsregime.
De 4,5 miljoen witte Zuid-Afrikanen wonen verspreid over het land met belangrijke concentraties in de provincie Gauteng, met grote steden als Johannesburg en Pretoria, en in de provincie Westkaap, met de metropool Kaapstad.
Witte Zuid-Afrikanen behoren nog altijd tot het welvarende deel van de Zuid-Afrikaanse bevolking. Het gemiddeld gezinsinkomen van witte Zuid-Afrikanen is vijf keer zo hoog als dat van zwarte gezinnen. Dat neemt niet weg dat er na afschaffing van de apartheid een onderklasse van poor whites is ontstaan. Schattingen over hun aantal lopen uiteen. Volgens persbureau Reuters zouden er 450 duizend witte Zuid-Afrikanen (10%) onder de armoedegrens leven; een derde (150 duizend) zou dagelijks moeten vechten voor het bestaan. Poor whites wonen in de periferie van grote steden als Johannesburg en Pretoria, onder omstandigheden die sterk doen denken aan trailer trash people in de Verenigde Staten. Zij zouden volgens critici het slachtoffer zijn van het programma van positieve discriminatie (BEE ofwel Black Economic Empowerment), dat de ANC-regering begin deze eeuw heeft ingevoerd. Daarbij wordt 80% van de nieuwe banen gereserveerd voor het zwarte deel van de bevolking. Toch stelt het aandeel van 10% poor whites nog altijd weinig voor vergeleken met dat van de zwarte bevolking: grofweg de helft leeft onder de armoedegrens.