Schrijvers voor toekomst
In de klas roept het vaak verschillende reacties op. Van ontkenning tot angst. Van schouderophalen tot strijdbaarheid. Een groep auteurs van jeugdboeken maakte onder de naam Schrijvers voor toekomst een verhalenbundel over klimaatverandering, dat helpt het gesprek aan te gaan met leerlingen: Hoopvolle verhalen over het einde van de wereld.
We waren best verbaasd dat het zó goed werkte. Vier lokalen vol leerlingen die helemaal stil waren. Aan het schrijven over de toekomst in een opwarmende wereld. De ochtend was begonnen met het lezen van een verhaal uit de bundel Hoopvolle verhalen over het einde van de wereld. De leerlingen konden kiezen uit ‘De strijd om de Brent Spar’ van Maria Postema en ‘Oermannen in de buurtkeuken’ van Thijs Goverde. Niet toevallig, want deze twee auteurs zouden hen de rest van de dag begeleiden. Na het lezen kregen de groepen beurtelings een les over klimaat(activisme) van Maria Postema en een workshop Schrijven over de toekomst van Thijs Goverde. Uiteindelijk gingen ze terug naar hun lokalen om daar in alle rust aan een schrijfopdracht te beginnen.
Indrukwekkende verhalen
De leerlingen konden kiezen uit een aantal beginzinnen en genres. Bijvoorbeeld: schrijf een verhaal dat begint met ‘Ik stond oog in oog met een van de laatste ijsberen’. Of: schrijf een nieuwsbericht dat begint met ‘Egypte en Soedan hebben de oorlog verklaard aan Ethiopië in strijd om Nijlwater’. Wie dat wilde, kon ook een eigen begin bedenken.
De meeste leerlingen gingen meteen aan de slag. Sommigen werden een handje geholpen door de auteurs. En toen was het dus stil. Geconcentreerd werkten de leerlingen aan hun tekst. En de resultaten mochten er zijn, zo bleek bij het voorlezen. Vrijwillig natuurlijk, want je moet maar durven in aanwezigheid van twee professionele schrijvers.
Stof tot nadenken
Wat opviel was de betrokkenheid bij het onderwerp, van dezelfde leerlingen die er zo vaak hun schouders over ophalen. In veel verhalen kwamen zorgen naar boven die ze anders voor zichzelf hadden gehouden. Andere stukken begonnen dramatisch, maar eindigden met een fantasievolle oplossing. Het allermooist was dat de verhalen zo veel stof tot nadenken en napraten gaven.
Docent aardrijkskunde Willem Kunst van het Kandinsky College in Nijmegen snapt dat wel. ‘Via verhalen breng je het onderwerp dichtbij. Het is een aanleiding om de discussie aan te gaan. Normaal gebruik ik daarvoor krantenartikelen en filmpjes uit het nieuws. Maar met fictie kun je ook toekomstscenario’s laten zien. Bovendien zijn de verhalen precies voor deze doelgroep geschreven.’
In de aardrijkskundeles
De Nijmeegse docent liet leerlingen uit mavo-3 zelf een verhaal uit de bundel kiezen en lezen. Daarbij vroeg hij waarom ze dachten dat de schrijver dit onderwerp had gekozen. Daarna liet hij de leerlingen online op zoek gaan naar de theoretische achtergrond van het verhaal. Tot slot mochten ze in groepjes een minipresentatie maken om hun visie op klimaatverandering te geven.
‘De opdracht werkte goed, zelfs al houden veel leerlingen niet van lezen en deden ze daar langer over dan ik had verwacht. Maar de meesten waren enthousiast. En toen ze op zoek gingen naar de realiteit achter de fictie, zag ik hun verbazing. Bijvoorbeeld dat het dimmen van zonlicht geen wilde fantasie van de schrijver was, maar een vorm van geo-engineering waar allang over nagedacht wordt. Dat zorgde voor leuke gesprekken en ideeën van leerlingen over wat misschien nog wel meer zou kunnen.’
Kunst heeft zin de bundel vaker in te zetten. ‘Ik zie mogelijkheden voor vakoverstijgend onderwijs met Nederlands en Engels. Nu heb ik ze een minipresentatie laten maken, maar het kan natuurlijk ook anders. Ze kunnen een verhaal omzetten in een strip of een collage. En ik ben heel benieuwd wat eruit komt als je ze een vervolg laat schrijven op een van de verhalen.’