Vervreemd van de eigen leefomgeving

30 juni 2021
duurzame energie
Nederland
Kennis
FOTO: JARD VAN DE COOLWIJK
Ruimte, rust en groen in de Kop van Noord-Holland.
Ruimte, rust en groen

‘De Kop van Noord-Holland’ bestaat uit de vier gemeenten: Texel, Den Helder, Schagen en Hollands Kroon. Hiervan is de laatstgenoemde een recentelijke fusie van kleinere gemeenten. Tegenwoordig bestaat dit samenwerkingsverband onder de optimistische naam: De Kop Werkt!

Deze benaming voor het gebied vervult meer een planmatige en bestuurlijke functie dan een sociale. Voor veel bewoners betekenen deze benaming en de regio namelijk (nog) niet zo veel. Ze voelen zich meer verbonden met hun woonplaats. Ze noemen zichzelf Schagenezen in Schagen, Jutter of Nieuwe Dieper in Den Helder of Warmetuuters in Warmenhuizen. Daar tegenover staat dat bijvoorbeeld mensen van het vasteland door de bewoners van Texel ‘overkanters’ worden genoemd. De ons-kent-ons-cultuur binnen woonplaatsen is heel hoog. Maar buiten de dorpen, in de regio, neemt dit af en zie je soms zelfs rivaliteit tussen verschillende plaatsen.

Toch deelt de bevolking eenzelfde soort gevoel als het op de omgeving aankomt. Zowel geboren en getogen bewoners als ‘import’, bewoners die elders zijn geboren maar naar het gebied verhuisden, identificeren zich met de Kop in termen van ruimte, rust en groen. En juist deze aspecten verdwijnen door alle ontwikkelingen steeds verder naar de achtergrond.

De Kop van Noord-Holland

Bewoners van de Kop van Noord-Holland waarderen hun leefomgeving vanwege de ruimte, rust en het groen. Precies dit is de afgelopen jaren aan het verdwijnen: het vertrouwde landschap verandert in iets onherkenbaars. De plaatselijke bevolking maakt zich zorgen maar voelt zich buitenspel gezet als het gaat om inspraak in omgevingsbeleid. Wat is er aan de hand in ‘de Kop’?

 

Tulpenvelden en landbouwgrond moeten wijken voor vierkante bouwwerken vol kweekgroente en data. Windmolens zoeven de stilte weg en zijn van heinde en verre te zien. De Kop onderging in de afgelopen twee decennia al veel veranderingen en het einde is nog niet in zicht. De regio is in vergelijking met de rest van Nederland dunbevolkt en biedt dus potentieel ruimte aan grote projecten. Daarnaast wordt vanuit regionale en nationale politiek aangegeven dat de komst van internationale bedrijven economische voordelen met zich meebrengt. De som hiervan is dat het gebied ingezet wordt voor ingrijpende projecten, zoals datacentra en windmolenparken.

Studenten van de Universiteit van Amsterdam onderzochten in januari 2021 de gevoelens omtrent de landschapsveranderingen onder bewoners van de Kop. Voor veel van hen is sprake van een tweestrijd: enerzijds zijn ze voor vooruitgang en groene energie, anderzijds zien ze hun leefomgeving veranderen in een onherkenbare plek. Ruimte, rust en groen is hier voor bewoners heel belangrijk, zie kader. Maar nu: ‘Het lijkt wel het red light district van Amsterdam hier ‘s avonds’, zegt een geïnterviewde, doelend op de verlichting op windmolens. Daar komt bij dat omwonenden dagelijks worden geconfronteerd met het aangezicht van de windmolens, maar zelf amper van de opgewekte stroom kunnen profiteren. Hierover bestaat verontwaardiging onder de plaatselijke bevolking.

    AFBEELDING: KIMBERLEY TJEERDSMA

    De ontevredenheid over windmolens in de woonomgeving ontstaat niet alleen door persoonlijk hinder. Maatschappelijke bezorgdheid en boosheid over het proces spelen een belangrijke rol in het gevoel dat inwoners hebben over windmolens. De provincie Noord-Holland geeft aan het niet nuttig te vinden inwoners te betrekken bij de vraag óf energiebronnen in de omgeving gerealiseerd moet worden, maar ze wel te willen betrekken bij hóe de inpassing het beste kan plaatsvinden. Dit is volgens de provincie overigens een taak van de gemeente. Blijkbaar gebeurt dit nog niet, bewoners voelen zich door deze manier van werken onvoldoende betrokken. Wederom een reden voor ontevredenheid, al met al maakt dat bewoners in opstand komen. Dit vertraagt de productie van duurzame energie. Maar als Nederland de energiedoelstellingen wil behalen is draagvlak onder de bevolking hard nodig.

      AFBEELDING: KIMBERLEY TJEERDSMA
      Weerstand tegen windmolens, per wijk.

      Van tuincentrum naar datacentrum

      De Kop als regio krijgt de laatste tijd veel aandacht. Zo liet Arjen Lubach in het najaar van 2020 in zijn show zijn stem horen over de veranderingen in de Kop. Dit heeft alles te maken met de ingrepen in het landschap. De komst van Agriport A7 bepaalde in grote lijnen het lot van dit gebied. Agriport is een nog steeds groeiend industrieterrein van momenteel ongeveer 100 hectare. De naam doelt op de geografische locatie langs de snelweg en de productie van voedsel in kassen. Deze kassen beslaan inderdaad nog steeds het grootste deel van het industrieterrein, maar worden inmiddels omsingeld door datacentra van Google en Microsoft.

        FOTO: JARD VAN DE COOLWIJK
        Agriport.

        Een veelgehoord punt van bewoners van de regio gaat over de ontwikkeling van deze datacentra. Ze vrezen dat door de komst van deze centra nog meer windmolens nodig zijn dan de 200 geplande (zie kader), om de polder duurzaam te kunnen voorzien van energie. Een woordvoerder van Alliander geeft in een artikel in Trouw aan dat ‘één datacentrum een gemiddelde stroomcapaciteit vraagt van een plaats als Diemen of Zaandam’. Om zo’n datacentrum te voorzien van groene stroom zal er een uitbreiding nodig zijn van duurzame energie-installaties, zoals windmolens.

          Windmolens in Wieringermeer

          In de omgeving Wieringermeer in de Kop van Noord-Holland staat Nederlands grootste windpark op land, met 99 windmolens. De gemiddelde tiphoogte van de windmolens is 177 meter, even hoog als de hoogste, gerealiseerde woontoren in Nederland (De Maastoren, Rotterdam). In heel Noord-Holland staan nu 158 werkende windmolens, 62 procent van alle windmolens in Noord-Holland is dus te vinden in Wieringermeer. De overheid wil graag 200 windmolens extra te realiseren in de provincie Noord-Holland, nog twee keer het huidige aantal windmolens. Dit ligt niet in lijn met de vraag van de burgers naar minder windmolens in de woonomgeving.

          Datacentra zijn voor Nederland van financieel belang: ze dragen 1,5 miljard euro bij aan ons bruto binnenlands product. De gemeente Hollands Kroon geeft aan dat datacentra economische ontwikkelingen brengen binnen de regio, zowel lokaal als regionaal zorgt dit voor een economische impuls en bredere economische basis. Maar de centra gebruiken ook veel energie. Gelukkig draait 80 procent van deze datacentra in Nederland op groene stroom, in lijn met verduurzamingsbeleid van de grote multinationals. De gemeente zegt dat er zelfs voldoende aanbod is om dit naar 100 procent op te schalen, hier wordt in het Klimaatakkoord aan gewerkt. Maar hiervoor zal de bouw van duurzame energie-installaties toenemen binnen de regio.

          Maatschappelijke bezorgdheid

          En opvallend genoeg zorgt juist deze verduurzaming van de multinationals voor overlast. Voor de bewoners van het gebied betekent dit namelijk dat er een heel ander landschap ontstaat. De windmolens maken een zoevend geluid en werpen een langwerpige schaduw over weilanden, wegen of soms achtertuinen. Als je als bewoner ter ontspanning door de omgeving fietst is het nu bijna onmogelijk je aan de windmolens te onttrekken. Een bewoner vertelt: ‘Ik haat de windmolens en al die grote gevallen die worden gebouwd nu. Als we hier ’s avonds terug komen rijden, zien we een zee van rode lampjes in het donker. En je hoort ze zoemen als je daar fietst.’

            AFBEELDING: KIMBERLEY TJEERDSMA
            Geluidsoverlast door windmolens.

            De geluidsoverlast is een van de zorgen van bewoners. Ze zijn bezorgd over de effecten van de windmolens op de mensen die vlakbij een windmolen wonen. De Volkskracht berichtte: ‘Zwoep, zwoep, zwoep, doen de windmolens. Boer Ad kan het niet meer aanhoren’, over geluidsoverlast die wordt ondervonden in Middenmeer. Lichtvervuiling is een ander punt. Gelijkenissen met een landingsbaan voor vliegtuigen worden gemaakt, door mensen die niet eens direct naast windmolens wonen.

            Men maakt zich ook zorgen over de aantasting van het open landschap en om de effecten op de flora en fauna. Inwoners van de Kop van Noord-Holland hechten veel waarde aan het open landschap, een van de belangrijkste kenmerken van de regio. ‘Ik heb geen idee hoe het met de natuur gaat, wat voor effecten er zijn op de huidige flora en fauna en of de natuur lijdt onder zo’n windmolenpark. Ik zou het heel erg vinden als dat zo zou zijn’, zegt een bezorgde bewoner.

            Een belangrijke andere zorg gaat om het profiteren van de opgewekte stroom. Hier wordt de tweestrijd weer duidelijk. Een geïnterviewde bewoner vindt het belangrijk dat Nederland energieneutraal wordt. Van windmolens en groene energie voor eigen gebruik worden mensen wel enthousiast. Maar de angst is dat alle energie van de geplande windmolens naar de datacentra gaat. ‘Wij hebben dan niks aan die groene energie en dat vind ik heel zorgelijk.’ Zo dragen de bewoners wel de lasten maar krijgen ze niet de voordelen van de bouw van windmolens.

            Burgerparticipatie

            Waar zijn de rust, ruimte en het groen die de bewoners van de regio zo belangrijk vinden gebleven? De uitdaging waar het gebied voor staat is hoe de omgeving aangenaam te houden voor de huidige en toekomstige bewoners op zowel natuurlijk, economisch als sociaal gebied. Deze taak ligt bij de bestuurlijke functie van de Kop, maar de bewoners moeten hier wel bij betrokken worden. Er zijn voor alle grote projecten in de regio verschillende initiatieven waarbij de gemeenten inspreekavonden bieden aan inwoners. Deze werden tot nu toe echter pas georganiseerd toen de plannen al min of meer klaar lagen. Op deze manier probeert de gemeente te doen aan ‘burgerparticipatie’ zonder dichter bij de bevolking te komen.

            Hoogleraar klimaatbeleid Heleen de Conick erkent dit probleem. Volgens haar zou de instelling van een burgerraad een mogelijke oplossing kunnen zijn. Een burgerraad houdt zich op meer langdurige wijze bezig met de klimaatproblematiek, en ook het burgerperspectief erbij betrekken. Dit bestaat al in experimentele vorm in Frankrijk en Duitsland en ook de Nederlandse overheid overweegt de invoering hiervan. Zou zo’n burgerraad er ook op lokaal niveau komen, dan kunnen bewoners van een gebied vanaf het begin betrokken worden bij projecten en maak je de rol van de burger betekenisvoller. Op die manier kan de Kop wel werken!

              Burgerforum

              In Noord-Holland is het principe van een burgerforum al eens toegepast in Amsterdam waar er een oordeel geveld kon worden over de luchtkwaliteit in de stad. Vanuit de 600 respondenten is een groep diverse mensen uitgenodigd die dichtbij de populatie staan. De plannen die uiteindelijk voortkwamen vanuit de bijeenkomst zijn geleverd aan de Amsterdamse wethouder van verkeer. Daarbij heeft hebben de plannen een rol gespeeld in de besluitvorming over Het Verkeersplan Oude Stad.

              BRONNEN