Volhoudbaarheid

1 februari 2020
Auteurs:
Ronald Kranenburg
hoofdredacteur Geografie, KNAG
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2020
recensie
Opinie

De Bosatlas van de duurzaamheid  

Een dag na het tweede boerenprotest tegen de stikstofnorm op het Malieveld in Den Haag werd in het gebouw van de SER De Bosatlas van de duurzaamheid gepresenteerd. Aan actualiteit geen gebrek. 

 

Om met een domper te beginnen: de nieuwe Bosatlas van de duurzaamheid vertelt niet wat de beste route is naar een duurzame wereld. Of dat nu moet via consuminderen, versobering van onze levensstijl of de inzet van hightechoplossingen, de atlas doet er geen uitspraken over. Hij biedt wel een massa feiten en cijfers over de staat van planeet Aarde en de wereld. Onmisbaar voor wie geïnteresseerd is in onze leefomgeving, en voor het onderwijs een prima uitgangspunt om leerlingen zelf op onderzoek te sturen en oplossingen aan te laten dragen in het brede spectrum van versobering tot blijvende groei. 

Containerbegrip 

Duurzaamheid is een containerbegrip. Dat maakt de onderwerpkeuze in de atlas meer dan duidelijk. In 10 hoofdstukken van steeds 12 tot 16 pagina’s komen bekende en soms ook verrassende onderwerpen aan bod, zoals dat het Nederlandse weer steeds meer lijkt op dat van Midden- Frankrijk (hoofdstuk Klimaat), de mogelijkheid oude boorplatforms te transformeren tot waterstoffabriek (Energie), de circulaire economie van Friesland (Grondstoffen), de levenscyclus en zuinigheid van een koelkast (Industrie), circulair bouwen ( Gebouwen) en materiaalstromen in de metropoolregio (Steden). De brede scope betekent dat in 152 pagina’s niet alles uitputtend te behandelen is. Vaak wordt van een bepaald onderwerp de huidige stand van zaken geschetst, en getoond hoe de situatie in de toekomst te verbeteren is. De teksten zijn veelal aangeleverd door de partners die de atlas mogelijk hebben gemaakt. Daaronder bevindt zich een aantal grote, en bepaald niet schone bedrijven, zoals Tata Steel en Dow Chemical. Op de kaart met de CO2-uitstoot per Nederlandse gemeente in het hoofdstuk Klimaat laten ze een forse voetafdruk na (figuur rechts), maar elders in de atlas krijgen ze uitgebreid de ruimte hun ‘schone’ kant te laten zien. Vijanddenken brengt echter geen duurzaamheid. Het is te loven dat Noordhoff erin geslaagd is enkele van NederNederlands grootste industriële bedrijven openheid te laten geven over hun toekomstplannen. 

Nederlandse industrie 

Lezers van Geografie hebben in 2008 kennis kunnen nemen van de plannen van Biopark-Terneuzen. Het was de bedoeling een groot glastuinbouwcomplex slim te koppelen met vijf daar gevestigde concerns. Kunstmestfabriek Yara zou overtollige restwarmte leveren en samen met Nedalco ook CO2. De Biomassa Unie zou de reststromen verwerken. De zuivering van afvalwater en het terugsluizen van schoon water naar de glastuinbouw en de andere bedrijven was in handen van het recyclingbedrijf Heros. De nieuwe bio-ethanolfabriek van Nedalco en de biodieselfabriek van Rosendaal Energy zouden hun biomassa-afval kwijt kunnen aan de vergister van de Biomassa Unie. 

Een decennium later is een deel van de plannen gerealiseerd en wil men de bedrijven rond Terneuzen in de toekomst nog meer met elkaar vervlechten. Er is een verbinding voorzien tussen Dow Chemical, ICL-IP en Yara. Waar de kunstmestfabriek eerst werd verbonden met de kassen in het zuiden om restwarmte te leveren, gaat ze nu zelf via een leidingnet vanuit het noorden waterstof ontvangen van Dow. Waterstof is een bijproduct van het ‘kraken’ van lpg en nafta en wordt nu nog verbrand. Op termijn levert de nieuwe koppeling niet alleen een jaarlijkse energiebesparing op ter grootte van het gasverbruik van 3000 huishouden, ook zal er 80% minder transport van waterstof over de weg nodig zijn en moet de CO2-uitstoot van Dow, ICL-IP en Yara verminderen met 40.000 ton (figuur rechts). Die besparing klinkt geweldig, maar is relatief bescheiden bij de winst die het oplevert. De CO2-uitstoot van Yara lag volgens de Nederlandse Emissieautoriteit in 2017 op ruim 3,8 miljoen ton, de hoogste in vijf jaar. 

Bij staalproducent Tata Steel in IJmuiden ging in 2017 maar liefst 12.600.000 ton CO2 de lucht in (7,7% van de totale Nederlandse uitstoot). Via nieuwe technieken voor staalproductie (HIsarna), elektrificatie van het productieproces en het afvangen van CO2 voor gebruik elders wil Tata in 2050 helemaal geen CO2 meer uitstoten. Het is de vraag wat daarvan terecht komt gezien de plannen van het moederconcern voor inkrimping van het personeel in de Europese productielocaties, die vier dagen na de presentatie van de atlas bekend werden. Een mogelijke verplaatsing van de staalproductie van Nederland naar India vermindert de CO2-uitstoot hier zeker, maar lost op mondiale schaal natuurlijk niets op. 

Feiten 

Emeritus hoogleraar milieubeleid Peter Leroy sprak in het vorige nummer van Geografie over de sociale component van duurzaamheid. Volgens hem gaat er achter het milieuvraagstuk een gigantisch herverdelingsvraagstuk schuil en treffen maatregelen mindergeprivilegieerde groepen het hardst. Hoewel de makers van de atlas het belang van de sociale component wel erkennen, getuige de overhandiging van de atlas aan Mariëtte Hamers, de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, is hierover in de atlas weinig terug te vinden. Die beperkt zich in hoofdzaak tot natuur en milieu; de sociale component ontbreekt grotendeels. Hopelijk gaat het lesmateriaal dat de coöperatie Leren voor morgen bij de atlas ontwikkelt, daar wel in voorzien, zodat docenten een verbinding kunnen maken tussen natuurwetenschappelijke en sociale processen. De atlas biedt in ieder geval een enorme berg bouwstenen in de vorm van feiten rond natuur en klimaat. Hoe lastig het kan zijn op basis van deze feiten politieke beslissingen te nemen, toont de figuur ‘Gevolgen van winning en verwerking van grondstoffen’ (hier niet afgebeeld). Waar de winning en eerste verwerking van biomassa een relatief geringe impact hebben op het klimaat en de gezondheid (fijnstof), veroorzaken ze lokale waterschaarste en een enorm verlies aan biodiversiteit. Welke keuzes zijn de beste? 

Tijdens de presentatie van De Bosatlas wees klimaatgezant Marcel Beukeboom, die in 2018 namens Nederland onderhandelde op de klimaattop in Katowice (Polen), nog op het probleem van de ‘feitenvrije’ politiek. Indien de uitkomst ongewenst is, negeren belanghebbenden, bestuurders en burgers de feiten. Ook Nederland wordt hiermee geconfronteerd: klimaatontkenners zien geen verband tussen menselijke activiteit en opwarming, ouders willen hun kinderen niet laten vaccineren, en de Farmers Defence Force verwerpt de stikstofberekeningen van het RIVM, omdat die niet waar kunnen zijn. 

Zelf doen 

Voortrekker en eindredacteur Henk Leenaers sprak de aanwezigen ook aan op de eigen verantwoordelijkheid. Elke dag stoot de Nederlander 30 kg broeikasgassen uit. Dat is 70% van het totaal, de rest komt van de overheid en bedrijven. Met veranderingen in vier activiteiten kunnen wij onze klimaatvoetafdruk beperken: de 4V’s, verwarming, voedsel, vervoer en vakantie. Twee weken op vakantie met de trein naar Frankrijk in plaats van met het vliegtuig naar Bali bespaart bijvoorbeeld per persoon 3630 kg CO2. Een dag in de week naar het werk met de trein in plaats van met de auto scheelt 800 kg. Leerlingen zal vooral het verhaal over urban mining aanspreken. Oude mobiele telefoons bevatten een schat aan grondstoffen, in de atlas heel aansprekend gepresenteerd met een opengewerkte telefoon (figuur rechtsboven). In 100 smartphones zit 3 gram goud. Voldoende om een trouwring van te maken, iets waar anders 600 kg gouderts voor nodig is. Een aansprekend voorbeeld, zo zeer zelfs dat er een waarschuwing bij staat je mobieltje niet zelf open te breken. Wie wil bijdragen aan een duurzame toekomst laat z’n afgedankte smartphone niet in de kast liggen, maar biedt deze bij een afvalstation aan voor recycling.

Energietransitie 

Een van de grootste opgaven is de transitie in gebruik van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Dit onderwerp is zo complex en veelomvattend dat energie in de atlas niet alleen een eigen hoofdstuk heeft, maar ook op diverse andere plaatsen opduikt. Het hoofdstuk Gebouwen bijvoorbeeld bevat een spread over warmtenetten en warmtepompen, Vervoer een spread over elektrisch rijden en Water behandelt aquathermie. Uit de kaartjes in Energie blijkt dat Nederlanders veel elektriciteit verbruiken en dat die grotendeels is opgewekt met fossiele brandstoffen. Er is een omslag nodig naar een heel nieuw systeem waarin energie steeds meer lokaal wordt opgewekt en opgeslagen en waarin energiestromen twee kanten op kunnen: bijvoorbeeld ’s nachts van windpark naar thuisbatterij en overdag van zonnepaneel op het dak naar industrie. Hoewel we steeds meer elektriciteit lokaal gaan opwekken, blijven grote centrales nodig. De kaart over de ontwikkeling van de stroomvoorziening (figuur links) toont dat deze in 2030 nog niet allemaal ‘schoon’ zijn. Om de sluiting van vervuilende centrales te compenseren, komen er nieuwe windparken, vooral op de Noordzee. 

Broodje gezond 

Het boerenprotest heeft duidelijk gemaakt dat veel agrariërs bezorgd zijn over hun toekomst. Hoezeer ons land verweven is met voedsel vergeten we als niet-boer weleens. Meer dan de helft van Nederland is in gebruik voor de productie van voedsel. Dat eten we niet allemaal zelf op; een groot deel is bestemd voor de export. En een deel van het voedsel dat we kopen, eindigt in de vuilnisbak. Soms is daar niets aan te doen, denk aan schillen, schalen en korsten, maar vaak ook wel. We gooien per inwoner jaarlijks meer dan 30 kg voedsel weg, omdat we te veel hebben ingekocht, de datum is verlopen of we bij nader inzien toch liever uit eten gaan. Op dat punt is onze duurzaamheid vrij makkelijk te verbeteren. Net als wanneer we meer letten op de milieu-impact van voedselproducten (figuur rechts). Een broodje gezond maakt ons duurzamer. Of beter nog: meer aardappelen en volkorenbrood eten en minder biefstuk. De milieu-impact daarvan is namelijk 50 keer zo hoog. Het laat zien dat de protesterende veeboeren een achterhoedegevecht voeren. De veestapel moet krimpen en we zullen minder vlees gaan consumeren. De Bosatlas van de duurzaamheid laat het zien: duurzaam en gezond is het vervangen van vlees door eieren, peulvruchten en noten. Dat zijn de harde feiten. Maar hoe je consumenten en producenten zo ver krijgt, vertelt de atlas niet.

Duurzaam en gezond is vlees vervangen door eieren, peulvruchten en noten

De Bosatlas van de duurzaamheid (2019), Noordhoff Atlasproducties. 152 pagina’s, € 29,95 

Alle scholen in het voortgezet onderwijs krijgen een set. De coöperatie Leren voor morgen brengt dit voorjaar lesmateriaal uit bij De Bosatlas van de duurzaamheid