Aan het einde van het Carboon, tijdens de Varistische orogenese, de een-na-laatste gebergtevormende periode van ongeveer 300 miljoen jaar terug, werd de Eifel geplooid en opgeheven. Er ontstond hier een hooggebergte zo groot en hoog als de huidige Alpen. Dit is in de miljoenen jaren erna door erosie gesloopt en veranderd in een zacht golvende vlakte, een schiervlakte. Veel later, tijdens de Alpiene orogenese, is deze schiervlakte weer enkele honderden meters opgetild en vormt nu het middelgebergte, een deel van het Rheinische Schiefergebirge. Die opheffing verliep zeer geleidelijk. Daarbij ontstonden breuken in het oude massief, die deels het latere vulkanisme stimuleerden doordat dit zwakke plekken bleken en water hier in de breuken kon lopen.
Vulkanen om de hoek

De Eifel
Voor vulkaanuitbarstingen in Nederland hoef je niet te vrezen, als je de Bovenwindse Eilanden in de Caribische Zee niet meerekent. Maar vlak de Eifel niet uit. Op zo’n 200 kilometer van de Nederlandse grens wemelt het van de vulkanen, die geologisch gezien kort geleden voor heftig vuurwerk zorgden. Schuilt daar nog gevaar?
’De Etna barst spectaculair uit: as slingert tien kilometer de lucht in’, meldde het Belgische Nieuwsblad in februari 2022. De onrust was echter van korte duur. En ach, de Etna is ver weg. Een vulkaanuitbarsting is geen gebeurtenis waarover we ons in Nederland druk maken.

In historisch opzicht klopt dit. Onder de Waddenzee is enkele jaren geleden bij boringen diep in de ondergrond een vulkaan ontdekt, maar die dateert uit het Krijt, tientallen miljoenen jaren geleden. Sinds 10 oktober 2010, toen de Bovenwindse Eilanden van de Nederlandse Antillen bestuurstechnisch bij Nederland werden ingedeeld, hebben we echter heuse vulkanen binnen onze grenzen. Maar die liggen nog veel verder weg dan de Etna. Daarover hoeven we ons in Nederland dus ook geen zorgen te maken.
Nog geen 13 duizend jaar geleden, da's geologisch heel kort, vond op de Eifel een enorme uitbarsting plaats
Enorme uitbarsting dichtbij
Toch ligt vulkanisme dichtbij. En geologisch gezien nog maar heel kort geleden – 12.900 jaar – vond op het oude massief van de Eifel (zie gelijknamig kader) een enorme uitbarsting plaats, op een slordige 200 kilometer van de huidige Nederlandse grens. Door deze uitbarsting ontstond de Laacher See, een reusachtige krater, die over een oppervlakte van ruim 6 vierkante kilometer gloeiend hete as uitbraakte en daarmee behoort tot de een na hoogste klasse op de Volcanic Explosivity Index (VEI), een zogeheten Plinische uitbarsting.
Na een zware explosie van hete gassen en uitstoot van assen volgde een kokende lavastroom en een enorme lahar, een hete modderstroom als gevolg van het uitregenen van een gloedwolk verzadigd met regenwater. Deze baande zich een weg door het Tönissteiner Tal, nu beter bekend als de Wolfsschlucht, vulde vervolgens het Brohltal met een dik pak van 60 meter en kwam uiteindelijk bij de Rijn tot stilstand. De restanten daarvan zijn nog steeds zichtbaar bij het plaatsje Brohl-Lützing. Hier ligt een gestolde lavastroom tot aan de overzijde van de Rijn, nu enkel onderbroken door de rivier.
Het Trass-gesteente dat zich vormde uit de vulkanische as in het Brohltal, bleek zeer bruikbaar voor de bouw – zelfs al in de Romeinse tijd. In de buurt, bij Jägerheim, 4 kilometer ten noorden van de Laacher See, liggen oude groeven, Trasshöhlen, waar het gesteente tot het begin van de 20e eeuw uit de rotswanden werd gehouwen, waarna het vermalen werd tot cement en in de ontstane ‘grotten’ werd opgeslagen (zie kader Mijnbouw).

De Eifel kent een eeuwenlange traditie van mijnbouw. In de buurt van Koblenz liggen groeven waar nog altijd tientallen meters dikke lagen as worden uitgegraven. Een deel wordt gebruikt voor wegverharding, of als de laag compacter is, voor bouwstenen onder de naam Bims (puimsteen). Hier dichtbij liggen ook basaltgroeven, waar basaltzuilen gewonnen worden. Die zijn onder meer gebruikt bij de versterking van de zee- en rivierdijken in Nederland.
De laatste decennia zijn veel groeven gesloten met het oog op landschaps- en natuurbehoud. De overheid wil niet dat alle vulkanen worden afgegraven.
De invloed van de vulkaanexplosie op het oude massief reikte nog veel verder: een groot deel van Europa werd met de gloeiende as bedekt. De as is teruggevonden tot in Zuid-Zweden. Er moeten meer van deze uitbarstingen zijn geweest, want van een andere eruptie is de as-afzetting tot in Noord-Italië te vinden.

Maaren
De Laacher See is lang niet de enige vulkaan in de Eifel. Het gebied telt 270 kleine en grotere vulkanen. Geen van hen heeft ooit het stadium van explosiviteit van de Laacher See bereikt. Maar tot 10.000 jaar geleden is er toch aardig wat heftig vuurwerk in het nabij gelegen gebergte geweest. Bekend in de Eifel zijn de Maaren: bijna cirkelvormige meertjes die grotendeels zijn ontstaan bij een enkele explosie. Er werden wat stenen en as uitgestoten tijdens een flinke ontploffing en dat was het dan. De diepe gaten in de oppervlakte werden opgevuld met een beetje as en stenen die uit de kraterpijp werden meegesleept. Ze zijn nog te vinden langs de rand van zo’n maar en in groeven in de buurt. Ooit waren dat mooie plekken om vulkanische stenen en uit de kraterpijp meegesleurd gesteente te rapen. Maar veel groeven zijn inmiddels dichtgegooid met afval. De ‘explosiegaten’ raakten gevuld met regenwater en vormden zo de tientallen ronde meertjes die vooral in de West-Eifel voorkomen. Enkele bekende zijn de Dauner Maare bij het stadje Daun, waaronder een zogeheten Doppelmaar: twee explosiegaten direct naast elkaar. Het ene is nog een meertje, het andere is dichtgeslibd en staat dus droog.
De explosies zijn voornamelijk veroorzaakt door water dat diep in scheuren in de aardkorst drong en door de hitte veranderde in stoom. Daardoor werd de druk te groot en kwam het tot een ontploffing. Dat die een enorme kracht had, bewijst een kogelronde steen van wel 7 meter doorsnee, die bij het plaatsje Strohn ligt. Het is een zogeheten vulkanische bom, een brokstuk dat bij een vulkaanuitbarsting omhoog is gekomen.

Er zijn nog meer vulkanische resten uit die explosieve tijd te vinden. In de buurt van het plaatsje Manderscheid ligt het Meerfeldermaar. Dit is voor de helft dichtgeslibd met sediment. Op het droge deel ligt het dorp Meerfeld. Dit is dus eigenlijk gebouwd in een krater. Op de hooggelegen akkers aan de zuidkant boven het maar zijn olivijnknollen te vinden: stenen met het groene mineraal olivijn, dat afkomstig is van de bovenkant van de mantel van de aarde, dus diep onder de aardkorst. Dit bewijst dat de explosie vanuit grote diepte is gekomen.
Basalt
Behalve de vulkaankegels, meren, Trasshölen en maren is in de Eifel ook nog basalt te zien, een vulkanisch uitvloeiingsgesteente dat na een uitbarsting geleidelijk afkoelt in een zeshoekig patroon. In de groeven waar basalt gewonnen wordt, zijn niet altijd van zulke mooi gevormde zuilen zichtbaar. Dan liggen ze bedolven onder rommelige resten van vulkanische as. Maar gelukkig zijn er ook een paar heel mooie voorbeelden bewaard gebleven, bijvoorbeeld ten westen van de Laacher See op de flanken van de Hohe Acht, en aan de indrukwekkende Erpeler Ley, pal aan de Rijn bij het stadje Remagen.
Geoparken
De Eifel kent een hele reeks geoparken, alle een bezoek waard. In de West-Eifel ligt sinds 2004 het Unesco Geopark Vulkaneifel, met meer dan honderd maaren, rode zandsteen, tropische riffen en machtige sedimenten uit de zee.
Binnen dit Unesco-park, dicht bij het dorpje Bettenfeld, op de oude schiervlakte van de Eifel, hoog boven het Meerfeldermaar, is het geologisch Vulkanerlebnispark Mosenberg ingericht. Er liggen verse vulkanische gesteenten uit de omgeving met de namen erbij en er staan borden met fraaie geologische kaarten die de variatie in gesteenten laten zien. Hogerop, boven dit park, ligt de top van de Mosenberg, een vulkaan met twee kraters naast elkaar. Je kunt er een mooie wandeling over diverse vulkanen maken. Vanaf de top heb je rondom een prachtig uitzicht over de schiervlakte van de Eifel.
In de Oost-Eifel ligt het Nationaal Geopark Laacher See. Behalve het meer, waar je omheen kunt wandelen, zijn hier zes belevenis- en informatiecentra waar talrijke slakkegels, maaren, tuf- en puimsteenwanden en gestolde lavastromen zichtbaar zijn. Daarnaast kun je historische mijnen en steengroeven uit de verschillende tijdperken te bezoeken.
Uitgedoofd?
Om terug te keren bij het begin: het is nog maar de vraag of het vulkanisme in de Eifel momenteel geen gevaar vormt. In de Laacher See komt nog steeds postvulkanisme voor. Langs de oevers van het meer zie je telkens belletjes koolzuurgas uit het water opborrelen. Postvulkanisme betekent niet het definitieve einde van het vulkanisme. Want de grens van ‘uitgedoofd’ vulkanisme ligt bij ongeveer 10 tot 13 duizend jaar geleden. Wie weet wat er nog kan gebeuren.
BRONNEN
- Frechen, J. (1971). Laacher Vulkangebiet & Maargebiet der Westeifel. Sammlung Geologischer Führer 56. Berlin/Stuttgart: Borntraeger.
- Meyer, W. (2002). Vulkanpark Brohltal / Laacher See. Verbandsgemeinde Brohltal. Koblenz: Görres Verlag.
- Meyer, W. (1983). Geologische wandelgids van de Eifel. Zutphen: Thieme.
- Meyer, W. (2013). Geologie der Eifel. Stuttgart: Schweizerbart.