VWO-examenprogramma 2017-2025: Focus op Oost-Azië
Weet u waar de Chinese provincies Guizhou, Anhui en Zhejiang liggen? Zelfs veel geografen zullen in het duister tasten. China is een wereldmacht in opkomst, maar onze kennis over het land is niet op peil. Toch werd voor het vwo-examenprogramma van 2017-2025 een andere macroregio gekozen: Zuid-Amerika.
Van de landen die in opkomst zijn, heeft China duidelijk een aparte positie. Dit behoeft weinig toelichting gezien de geografische omvang, het inwonertal en de snelle groei van economische, politieke en militaire macht. Zowel in andere opkomende landen als in welvarende regio’s neemt de invloed van China toe. Dat zal waarschijnlijk nog lange tijd doorgaan. Scholieren verdienen het dit land beter te leren kennen.
Oost-Azië
In fysisch- en sociaalgeografisch opzicht is het zinnig ook Japan, Taiwan, Noord-Korea, Zuid-Korea en Mongolië erbij te betrekken. Elk van deze landen zit in een andere ontwikkelingsfase en neemt een eigen politieke positie in. Oost-Azië is dus een macroregio om van te smullen. Zijn er ook argumenten tegen de keuze voor Oost-Azië te bedenken? De huidige macroregio in het vwo-programma is Zuidoost-Azië. Zuid-Amerika lijkt dan echt weer eens wat anders. En gaat het in de les niet al zo vaak over China?
Nooit gekoloniseerd
Zuidoost- en Oost-Azië lijken in naamgeving op elkaar en zijn buren, maar de verschillen zijn natuurlijk enorm. Zo is Oost-Azië nauwelijks door Europeanen gekoloniseerd. De grotere afwezigheid van Europese invloed maakt de regio een interessante keuze, ook in vergelijking met Zuid-Amerika.
China van binnen
China, als hoofdmoot van Oost-Azië, wordt in het huidige programma vrij beperkt behandeld. Neem de interne geleding van het land: vaak we komen niet verder dan de bekende tweedeling tussen de kustprovincies en het binnenland. De historische ontwikkeling en geleding van steden, de spreiding van etnische groepen en de situatie op het platteland komen nauwelijks aan bod.
Toekomst
Het is glashelder dat geen regio zo sterk en structureel aan invloed wint als Oost-Azië. Tienduizenden middelbare scholieren zullen het vak aardrijkskunde eerst nog moeten kiezen. Aan hen valt niet uit te leggen dat we bij aardrijkskunde de andere kant op kijken, naar Zuid-Amerika. Steeds meer scholen bieden als taal Mandarijn aan. Ook bij het vak geschiedenis krijgt China steeds meer aandacht. Aardrijkskunde zou dat fantastisch kunnen aanvullen.
Procedure
Dat slechts 46 docenten hun voorkeur aangaven is een te magere basis
Hoe is de keuze voor Zuid-Amerika eigenlijk tot stand gekomen? Op de KNAG Onderwijsdag in december 2012 konden docenten hun voorkeur aangeven en Zuid-Amerika kreeg de meeste stemmen. Maar volstaat deze procedure? Niet elke docent krijgt immers toestemming om een lesdag in te ruilen voor de Onderwijsdag. En niet elke docent vindt de thematiek van de Onderwijsdag ieder jaar interessant genoeg. Verder was lang niet iedereen op de hoogte van deze peiling. Dat slechts 46 docenten hun voorkeur aangaven, is een te magere basis voor een zo belangrijke keuze. Minstens zo bezwaarlijk is dat er vooraf geen brede discussie over de alternatieven heeft plaatsgevonden. Daarom vinden wij dat deze procedure niet beschouwd kan worden als een echte raadpleging van het veld. Dat betreft evenzeer de keuze voor Brazilië in het havo-programma.
Oproep
Laten we erkennen dat we op de verkeerde weg zitten en de procedure herzien. Met de communicatiemiddelen van tegenwoordig moet het beter kunnen. Dat zijn we de leerlingen en de samenleving verplicht.