Wereldreiziger Herman Verstappen (1925-2020)

15 november 2020
Auteurs:
Ben de Pater
Departement Sociale Geografie & Planologie Universiteit Utrecht
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2020
in memoriam
Nieuws
Herman Verstappen (uiterst rechts) in Nieuw-Guinea tijdens de expeditie naar het Sterrengebergte in 1959.

De foto op de rouwkaart (rechts afgedrukt) toont Herman Verstappen in 2018 in De Slufter op Texel. Dochter Chandra: ‘Dat was een plek waar we vroeger vaak kwamen en samen naar terug gingen bij een van onze vader-dochteruitjes’. Hij was een echte buitenman, maar ook vanuit het vliegtuig genoot hij van het landschap, ‘ons prachtige ruimteschip de Blauwe Planeet’.

Als fysisch geograaf was Herman Verstappen zeer begaan met de aarde, haar natuur en bewoners. Zijn betrokkenheid blijkt uit elke pagina van zijn autobiografie Zwerftocht door een wereld in beweging (2006). Behalve aan Texel had Verstappen zijn hart verpand aan Indonesië. Direct na zijn studie fysische geografie in Utrecht (1942-1949) kreeg hij een baan bij het Geografisch Instituut, onderdeel van de Topografische Dienst, in Jakarta. Daar, en later ook aan universiteiten in Yogyakarta en Bandung, gaf hij onderwijs aan Indonesische studenten en deed hij onderzoek naar kustontwikkeling in de Baai van Jakarta. Hij promoveerde hierop in 1953 in Utrecht. Maar zijn mooiste maanden beleefde Herman Verstappen tijdens zijn reizen door de Indonesische archipel. Het waren behalve onderzoeksreizen ook halve ontdekkingstochten. Alle vulkanen boven de 3000 meter heeft hij er beklommen.

In 1957 stuurde Soekarno alle Nederlanders het land uit. Professor Schermerhorn – geodeet, ex-premier van Nederland en rector van het toen nog in Delft gevestigde ITC – nodigde Verstappen uit om te komen werken bij het ITC in Delft (tegenwoordig in Enschede gevestigd als het International Institute for GeoInformation and Aerial Survey). Hij zou er tot zijn pensionering in 1989 als hoogleraar geomorfologie aan verbonden blijven. Alleen in 1959 nam hij een half jaar onbetaald verlof om mee te doen aan de allerlaatste KNAG-expeditie. Die ging naar het Sterrengebergte in Nieuw-Guinea, toen nog net een Nederlandse kolonie. In de reportage die Andere tijden daar in 2006 aan wijdde zie je Verstappen vriendschappelijk omgaan met Papoea’s, die nog ‘in de steentijd’ leven maar niet schrikken van een helikopter en vrijmoedig kennis komen maken. De apotheose van de expeditie had voor Verstappen de beklimming van de toen nog met een dik pak ijs bedekte Julianatop (huidige naam: Mandala) moeten worden, 4640 meter hoog. Vijf weken klimmen, tien bivaks, de top wel gehaald maar geen uitzicht: op de top hing dagenlang een dichte mistbank. Verstappen wilde op de berg naar 15.000 jaar oude gletsjersporen zoeken. Wie zijn autobiografie leest, krijgt de indruk dat het ook een beetje een alibi is om als eerste mens op de top te staan.

In de autobiografie zijn negen van de dertien hoofdstukken gewijd aan de jaren 1949-1959 in Indonesië; het lijken Verstappens finest years. Zijn leven na 1959 vat hij in drie hoofdstukken samen. Toch verzette Verstappen in Delft en later in Enschede veel werk. Hij gaf onderwijs aan ITC-studenten die veelal uit ontwikkelingslanden komen, en deed onderzoek op het gebied van de toegepaste fysische geografie/geomorfologie, zoals naar natuurrampen. Zijn lijst met publicaties telt ruim tweehonderd nummers, te beginnen met een artikel in het Tijdschrift van het KNAG in 1949 over bodemerosie in Indonesië. De lijst en veel andere feiten uit zijn leven zijn te vinden op de site van Academia Europaea. Herman Verstappen bleef de wereld rondreizen, steeds meer ook als bestuurder van de Internationale Geografische Unie. Hij was vanaf 1984 bestuurslid en tussen 1992 en 1996 als enige Nederlander tot nu toe president van de IGU. Bij zijn pensionering in 1989 werd hij Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het KNAG spelde hem in 1998 de Plancius-medaille op. Ook internationaal kreeg hij tal van onderscheidingen. Op 14 september 2020, 95 jaar oud, is Herman Verstappen, zoals op de rouwkaart staat, vertrokken ‘op zijn laatste reis’.