Wet bedrijveninvesteringszones (BIZ)

1 december 2017
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2017
Kennis
Feestelijke opening van het winkelcentrum in 's-Gravenzande dat via een BIZ-initiatief is opgeknapt.

Sinds 1 januari 2015 functioneert de Wet bedrijveninvesteringszones (BIZ). En met succes. Er zijn inmiddels ruim 400 BIZ-fondsen actief, bij elkaar goed voor een extra investering in de lokale economie van 160 miljoen euro. Dit hele budget wordt opgebracht door lokale ondernemers. Overheidssubsidie komt er niet aan te pas. 

 

Het is eigenlijk vreemd dat er (nog) zo weinig bekend is over het succes van de Wet bedrijveninvesteringszones (BIZ). Deze vormt een aantrekkelijke ankeiler voor kleinschalige vormen van gebiedsontwikkeling, waarbij ondernemers of maatschappelijke organisaties het initiatief nemen om samen te investeren in een schone, veilige bedrijfsomgeving. Het gaat daarbij vooral om winkelgebieden en bedrijvenparken. Sinds de inwerkingtreding van de wet genereren de BIZ-fondsen een belangrijke, lokale investeringsimpuls in de openbare ruimte; een bedrag dat geheel door private financiering vrijkomt.

    Transparante opzet

    Hoe werkt het precies? Bij voldoende draagvlak onder belastingplichtige bedrijven (onroerendezaakbelasting) kan de gemeente (extra) belasting heffen die ze terugsluist naar een voor dit doel opgerichte stichting of vereniging, die het geld steekt in een vooraf ingediend plan van de gezamenlijke ondernemers. Vaak gaat het om het verbeteren van een bedrijventerrein, winkel- of stadscentrum. De ondernemers zelf staan aan de basis; de gemeente faciliteert slechts het proces.

    Die constructie blijkt te werken, ook al omdat de betrokken bedrijven en organisaties meebetalen. Landelijke winkelketens die willen profiteren van de investeringen maar geen geld afdragen, blijven buiten boord. Zo is in Nieuw-Vennep een BIZ-vereniging opgericht op Spoorzicht, een verouderd bedrijventerrein met ruim 250 ondernemingen, om collectief veiligheid te bevorderen door een netwerk van camera’s, gecombineerd met de aanleg van een glasvezelnet. 

    Participatiewet

    in een BIZ-plan spreken ondernemers samen af geld te steken in zaken als veiligheid, groenvoorziening, duurzaamheid, services en promotie. Zo kan extra worden ge.nvesteerd in duurzaam groenbeheer boven het standaardniveau dat de gemeente biedt. Het is ook mogelijk mensen in het kader van sociale werkvoorziening in te zetten voor de uitvoering van het groenbeheer. Daarmee ontstaat een verbinding met de Participatiewet. Mensen met een SWprofiel kunnen zo doorstromen naar een reguliere baan in de groensector.

    Nog zo’n voorbeeld: een BIZ-fonds in de gemeente Haarlemmermeer heeft plannen om samen met de op het bedrijvenpark gevestigde instelling voor beschut werk, recyclebare afvalstromen zoals papier, karton, cartridges en plastic te laten inzamelen door mensen vanuit de groep beschut werk, zodat het afvalbedrijf dit wekelijks centraal kan ophalen. Dit scheelt vervoersstromen, opslagruimte bij bedrijven en biedt mensen een zinvolle baan. Ook het afvalbedrijf is enthousiast over dit plan. Dit alles past heel goed in het streven van de gemeente Haarlemmermeer om een meer circulaire economie op de bedrijvenparken te realiseren.

      groei bevolking Reykjavik
      BIZ op Spoorzicht, in Nieuw-Vennep.

      Wanneer de nieuwe Wet BIZ en Participatiewet samen optrekken, kan ook het midden- en kleinbedrijf (MKB) als deelnemer in lokale BIZ-organisaties meer betrokken raken bij de inzet van mensen uit de doelgroep van de Participatiewet. Ondernemers kunnen allerlei klussen die ze willen uitbesteden, onderbrengen in een lokale arbeidspool, zodat fulltimebanen onder de koepel van het BIZ-fonds kunnen worden gerealiseerd.

      Moderne verhouding

      Volgens Arjen Schep van het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale Overheden past de wet BIZ ‘bij een moderne verhouding tussen gemeente en burgers en bedrijven’. Zeker nu gemeentelijke middelen beperkt zijn terwijl de behoefte aan een kwalitatief goede fysieke leefomgeving groot blijft. Dat moet als muziek in de oren klinken van het kabinet en organisaties als VNG, VNO-NCW en MKB Nederland. Ondernemers kunnen zo immers zelf de schouders zetten onder het verbeteren van hun directe leef- en werkomgeving.

      Daarbij kan deze vorm van samenwerking interessante schaalvoordelen opleveren bij gezamenlijke inkoop van bijvoorbeeld energie en collectief vervoer op een bedrijventerrein of onderhoud van gebouwen en groen. Het belangrijkste effect is toch wel dat zo heel direct, via alle betrokken ondernemers, een basis ontstaat voor een lokaal ondernemersfonds, inclusief medezeggenschap over de besteding van het geld. In de Verenigde Staten en Engeland bestaan deze fondsen al wat langer onder de naam BID: Business Improvement District.

      Opletten

      Een paar kanttekeningen zijn ook op z’n plaats. Zo bestaat het risico dat een gemeente groenonderhoud of verlichting op bepaalde plekken laat versloffen, wetende dat het BIZ-fonds het niveau wel zal opkrikken. Verder kan de koppeling met de Participatiewet leiden tot bureaucratisering, waardoor de slagkracht van BIZ en de directe invloed van ondernemers afnemen. Maar ondanks die bezwaren is BIZ tot nu toe heel succesvol in de verbetering van de fysieke leef- en werkomgeving.

       

      BRONNEN

      • Sels, T. & K. van Houdt 2016. Samen aan de slag met BIZ! BIZ Platform NL/ Buro voor Economische Ontwikkeling BEO, Gorinchem/Schiedam.
      • www.bizplatform.nl