Aardrijkskunde: kijk op een veranderende wereld?

1 november 2014
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2014
onderwijs
Nieuws
FOTO: RICK
Extreem weer springt eruit bij de casussen. Op de foto: Supertyfoon Sepat nadert Taiwan.

Hoe ervaren vmbo-leerlingen het nieuwe examenprogramma aardrijkskunde? De eerste peiling wijst uit dat de meesten het wel een leuk, interessant vak vinden en ook wel belangrijk, maar het leidt niet per se tot meer betrokkenheid. Weersextremen zijn populair als casus, watermanagement minder.

 

Per augustus 2013 is het nieuwe examenprogramma aardrijkskunde in de bovenbouw van het vmbo een feit. Na een lange aanloop, met als ijkpunt het KNAG-adviesrapport Kijk op een veranderende wereld, besloot het ministerie van Onderwijs in 2010 tot de invoering van een nieuw programma. Het eerste examen zal aan het eind van dit schooljaar, mei 2015, afgenomen worden.

SLO, het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, is in 2013 gestart met een onderzoek om de eerste ervaringen van leerlingen en docenten met het nieuwe programma in kaart te brengen om het examenprogramma op termijn (indien nodig) te verbeteren. In december 2013 is een digitale vragenlijst onder docenten uitgezet. Ruim honderd vmbo-aardrijkskundedocenten vulden deze in. De resultaten zijn te vinden op www.slo.nl, zoek op vmbo en aardrijkskunde. In juni dit jaar volgde een digitale vragenlijst onder leerlingen uit 3 vmbo, waarop we hier ingaan.

De leerlingen moesten reageren op stellingen rond de vragen ‘wat vind je van aardrijkskunde’, ‘zijn de onderwerpen interessant en moeilijk’ en ‘wat doe je bij aardrijkskunde’ en stellingen over schoolexamentoetsen. Leerlingen konden antwoorden op een vierpuntsschaal. Zo’n zeshonderd leerlingen verdeeld over 28 klassen en 21 scholen deden mee. De groep is een goede afspiegeling van de totale leerlingenpopulatie als het gaat om sekse, leerweg en sector.

Interessant en leuk, maar ook best een beetje moeilijk 

Veel leerlingen zijn (redelijk) positief over aardrijkskunde. Bijna driekwart vindt aardrijkskunde een interessant vak; twee derde vindt het leuk en een kleine meerderheid vindt het belangrijk. De meningen zijn verdeeld als het gaat over de bruikbaarheid van aardrijkskunde buiten de school. Een kleine meerderheid vindt aardrijkskunde (een beetje) moeilijk. Een minderheid (een derde) vindt dat aardrijkskunde meer moeite kost dan andere vakken en meer tijd kost. Toch denken zes op de zeven leerlingen een voldoende te halen voor aardrijkskunde op de eindlijst

Aardrijkskunde geeft een beeld van de wereld, maar leidt niet per se tot meer betrokkenheid 

Negen op de tien leerlingen vinden dat aardrijkskunde een beeld van de wereld geeft . Maar of je door aardrijkskunde de wereld beter kent, daarover zijn de meningen verdeeld. Slechts een kwart voelt zich door aardrijkskunde meer betrokken bij de samenleving. Over de onderwerpen zijn de leerlingen niet zo uitgesproken. Twee derde vindt het goed dat het ook over de eigen omgeving gaat. Een kleine meerderheid vindt dat aardrijkskunde over mens en natuur gaat en dat het vooral over de onderwerpen natuur, klimaat en water moet gaan.

Leerlingen vinden aardrijkskunde vooral een leervak en geen doevak. Een kleine meerderheid vindt dat je bij aardrijkskunde je eigen mening kunt geven. Driekwart heeft aardrijkskunde niet gekozen omdat het belangrijk is voor de vervolgopleiding of beroep. Ongeveer de helft wilde aardrijkskunde graag in het examenpakket.

Bijna driekwart van de leerlingen vindt aardrijkskunde een interessant vak

Meeste examenonderwerpen redelijk interessant en niet echt moeilijk 

Voor alle onderwerpen geldt dat er meer leerlingen zijn die het interessant vinden dan die het minder of niet interessant vinden. Tot nu toe zijn in het derde leerjaar vooral de SE-onderwerpen behandeld. Over de CE-onderwerpen (weer en klimaat; water; bevolking en ruimte) heeft een grote groep nog geen mening. Het meest interessante SE-onderwerp is arm en rijk, gevolgd door grenzen en identiteit. Interessante casussen (alleen voor gl/tl) vinden leerlingen: extreem weer en grote steden. Niet zo interessant vinden de leerlingen energiebeleid en watermanagement.

Voor alle onderwerpen geldt dat er meer leerlingen zijn die het makkelijk vinden, dan die het moeilijk vinden. Leerlingen vinden het onderwerp arm en rijk relatief het makkelijkst. Bij de casussen kunnen veel leerlingen dat (nog) niet zeggen. De SE-casussen zijn in sommige klassen al wel behandeld in het derde leerjaar. Arm en rijk in de gezondheidszorg en identiteit van de (eigen) regio vinden leerlingen iets vaker makkelijk en energiebeleid juist (iets) vaker moeilijk.

Weinig onderzoekjes, de kaart wordt langzaam digitaal 

Ruim de helft heeft nooit onderzoekjes binnen of buiten de school uitgevoerd. Terwijl het wel de bedoeling is dat die in het schoolexamen voorkomen. De meeste leerlingen werken wel eens in groepjes. Relatief weinig leerlingen hebben al eens een presentatie gegeven.

Bijna allemaal gebruiken ze de atlas: zo’n 60 procent regelmatig, een derde soms. Bijna de helft geeft aan dat wandkaarten nooit gebruikt worden. Kaarten via het digibord worden iets vaker gebruikt dan wandkaarten. Bijna de helft van de leerlingen heeft nooit luchtfoto’s of satellietbeelden gebruikt. Zes op de tien hebben wel eens een kaart op de computer gebruikt (bijvoorbeeld Google Maps).

Veel leerlingen vinden dat de docent hen goed voorbereidt op de SE-toetsen. Zes op de tien zeggen te weten welk soort vragen ze kunnen verwachten bij een schoolexamentoets. Ongeveer de helft heeft nog nooit geoefend met schoolexamenvragen. Nog meer leerlingen hebben nog niet geoefend met vragen voor het centraal examen.

Jongens en meisjes: er zijn verschillen 

Het onderzoek geeft ook zicht op verschillen tussen jongens en meisjes. We noemen de belangrijkste. Meer meisjes dan jongens vinden aardrijkskunde moeilijk. Ze geven vaker aan dat het hen meer tijd en moeite kost dan andere vakken.

Jongens geven iets vaker dan meisjes aan dat ze aardrijkskunde hebben gekozen omdat het een interessant vak is en dat ze aardrijkskunde graag in het examenpakket wilden. Dit komt wellicht omdat jongens relatief meer in de vmbo-sector economie zitten en er daar bewuster voor kiezen. Meisjes zitten naar verhouding meer in de sector zorg en welzijn. Aardrijkskunde zit hier al vaker ‘standaard’ in het pakket.

Bijna alle leerlingen verwachten een voldoende te halen voor aardrijkskunde op de eindlijst, maar jongens zijn daar sterker van overtuigd.

Jongens zijn iets meer dan meisjes geïnteresseerd in weer en klimaat, bronnen van energie en watermanagement. Meisjes hebben meer met de onderwerpen arm en rijk, arm en rijk in de gezondheidszorg en identiteit van de eigen regio. Mogelijk komt ook dit omdat de (bevraagde) jongens veel meer in de sector economie zitten en de (bevraagde) meisjes veel meer in zorg en welzijn.

Meisjes hebben wat vaker dan jongens moeite met bronnen van energie en energiebeleid. Opvallend is dat meisjes vaker dan jongens aangeven dat ze nooit of slechts één keer geoefend hebben met centraal examenvragen.

FOTO: RIJKSWATERSTAAT/JOOP VAN HOUDT
Met watermanagement – hier de Zandmotor als kustbescherming bij Ter Heijde, 13 september 2014 –
hebben de meeste leerlingen minder.

Goede leerlingen positiever 

Goede leerlingen (die ten minste een 7 voor het vak hebben) zijn over het algemeen positiever over aardrijkskunde. Zij vinden het vaker een leuk, interessant en belangrijk vak. Betere leerlingen kiezen het iets vaker bewust en geven vaker aan dat wat ze bij aardrijkskunde leren ook buiten schooltijd te gebruiken is, dat ze door aardrijkskunde de wereld beter begrijpen en zich meer betrokken voelen bij de samenleving. Verder denken ze eerder dat aardrijkskunde ook over de eigen omgeving gaat en dat ze er hun eigen mening kunnen geven. Ook vinden ze de afzonderlijke onderwerpen interessanter.

De minder goede leerlingen (met minder dan een 6 voor het vak) vinden aardrijkskunde naar verhouding een iets moeilijker vak, dat meer moeite en tijd kost dan andere vakken, en in het derde leerjaar moeilijker is dan in het tweede. Ze vinden de afzonderlijke onderwerpen ook lastiger. Dat geldt het duidelijkst bij bevolking en ruimte, arm en rijk, en grenzen en identiteit.

Verschillende ervaringen in leerwegen en sectoren 

Tl-leerlingen vinden aardrijkskunde iets vaker een leuk en interessant vak, hebben het daarom ook vaker gekozen en wilden het vaker graag in hun examenpakket. Ze geven relatief minder vaak aan dat ze in groepjes of in tweetallen werken. In de tl wordt wel meer gewerkt met kaarten via het digibord, met luchtfoto’s of satellietbeelden en met kaarten op de computer.

Leerlingen in de sectoren economie, en zorg en welzijn beoordelen aardrijkskunde vaker als interessant, leuk en belangrijk, hebben het daarom ook vaker gekozen en wilden het graag in hun examenpakket hebben. Leerlingen economie vinden vaker dat ze door aardrijkskunde de wereld beter begrijpen.

Wordt vervolgd 

Het onderzoek geeft een interessant beeld van de eerste ervaringen met het nieuwe programma. Docenten oordeelden in december 2013 redelijk positief over de inhoud ervan. Ook de eerste peiling onder leerlingen stemt hoopvol. Al kiezen leerlingen het vak meestal niet heel bewust en zien ze beperkt de waarde ervan voor vervolgopleiding en beroep, de meerderheid vindt het wel een leuk, interessant en enigszins belangrijk vak. Een behoorlijke groep vindt het ook (een beetje) moeilijk, al denken de meeste leerlingen dat ze er wel een voldoende voor zullen halen op hun eindlijst. Arm en rijk vinden ze (tot nu toe) het meest interessant. Bij de casussen springt extreem weer eruit. De meeste leerlingen hebben minder met energiebeleid en watermanagement.

Kijkend naar de beoogde vernieuwing van het vak vinden de meeste leerlingen dat aardrijkskunde hen inderdaad een beeld van de wereld geeft , maar niet zozeer dat ze door aardrijkskunde meer betrokken zijn bij de samenleving. Dat aardrijkskunde ook gaat over de eigen omgeving, herkennen de meeste leerlingen wel. Vernieuwingen gaan langzaam: onderzoekjes binnen en buiten de school worden (nog) niet veel verricht. De atlas wordt met enige regelmaat gebruikt en kaarten op het digibord en de computer vervangen langzaam de traditionele wandkaart.

In de loop van dit schooljaar zullen docenten en leerlingen opnieuw bevraagd worden naar de ervaringen met het nieuwe examenprogramma. Via Geografie houden we u op de hoogte van de uitkomsten.

 



Rapportages van het onderzoek onder docenten en leerlingen zijn te vinden op de website van SLO: www.slo.nl, zoek op vmbo en aardrijkskunde.