Aardrijkskundeles van Annelies Beek
Aardrijkskundedocenten zijn er in verschillende soorten en maten, én met verschillende motivaties. In deze rubriek interviewt Ton van Rietbergen steeds een andere docent over de passie voor het vak en het onderwijs. Annelies Beek organiseert de Onderwijsdag en is blij daar steeds meer jonge docenten te zien.
Als laatste in de reeks docenteninterviews spreek ik met Annelies Beek die bij het KNAG aanspreekpunt is voor onderwijs, en verantwoordelijk voor de KNAG Onderwijsdag.
Terwijl er alom wordt gemopperd over de kwaliteit van het onderwijs, ving ik tijdens mijn rondgang langs aardrijkskundeleraren heel andere geluiden op. Een heilig geloof in het belang van onderwijs en een grote behoefte aardrijkskunde te laten aansluiten bij de problemen van vandaag en de interesses van de leerling. Alom gonst het van activiteiten en leuke experimenten, zoals Geo Future School en de door de KNAG georganiseerde Onderwijsdagen.
De afgelopen keer in Almere stond duurzaamheid centraal en waren er plenaire lezingen van publiektrekkers als Appy Sluijs (over palmen op de Noordpool en de CO2 -problematiek) en Maarten Kleinhans (hoe rivieren onder de duim te houden). Vanuit de praktijk vertelde Henk Mulder, wethouder ruimte, wonen en wijken in Almere, hoe het gemeentebestuur de ruimtelijke problemen te lijf gaat. Die plenaire sessie voorziet volgens Annelies echt in een behoefte.
‘De docenten willen toch even zien wie er allemaal zijn, en de dag plenair beginnen geeft een gevoel van saamhorigheid: de hele zaal vol met collega-aardrijkskundedocenten. Het betekent wel dat we door de enorme opkomst van de laatste jaren nogal beperkt zijn in het aantal locaties waar we terecht kunnen. We hebben een zaal nodig waar ruim achthonderd mensen in kunnen en tien zalen voor ongeveer honderd mensen. De laatste jaren bieden we telkens dertig workshops aan, waarbij deelnemers er drie kunnen volgen. De ruimte daarvoor vind je bijvoorbeeld nauwelijks op universiteiten. Wel maken we graag gebruik van de diensten van universiteiten en hogescholen.
'We kiezen voor steeds een andere regio, omdat we zo telkens een andere hogeschool of universiteit in het spotlicht kunnen zetten. Ook zijn de excursies een belangrijk onderdeel van het programma en we willen graag nieuwe dingen laten zien. Vooral excursies die docenten één op één kunnen overnemen, zijn populair. Verleden jaar hebben we de rafelranden van Almere bezocht en vaak is er ook een excursie naar een project van Ruimte voor de Rivier.
'Waarom het aantal deelnemers van de Onderwijsdag zo is toegenomen, weten we niet precies. We zien wel steeds meer jonge docenten. De lerarenopleiders spelen daarin een belangrijke rol, omdat zij hun studenten vertellen over het evenement. Die jonge generatie is ook actief op onze Facebookpagina. Verder mogen leraren in opleiding die stage lopen op een school, vaak met de aardrijkskundesectie mee naar de Onderwijsdag. En natuurlijk spelen we in op voor aardrijkskunde interessante zaken als klimaatverandering, duurzaamheid, het voedselvraagstuk, en ook hoe je bijvoorbeeld smartphones gebruikt in de aardrijkskundeles.
'We zijn al weer druk bezig met de volgende Onderwijsdag. Organisatorisch vergt het heel wat, van het regelen van de locatie en alle logistiek, tot de invulling van het programma. Maar het loont de moeite en de reacties van de docenten op de Onderwijsdag en ook andere activiteiten zijn vaak positief.
'We zijn nu samen met het KNMI een heel interessant project aan het opzetten. Onder de codenaam WOW wil het KNMI graag meetgegevens over luchtdruk, temperatuur, neerslag en wind voor het hele land verzamelen en daar kunnen ze wel wat hulp bij gebruiken. Daarom heeft het KNMI ons gevraagd daarvoor een lespakket te ontwerpen. Rob Adriaens, die ook heel actief is binnen de Geo Future School, heeft het pakket gemaakt en dat is op 24 april gepresenteerd. Het is de bedoeling dat alle middelbare scholen hieraan gaan meedoen.’