AK en geschiedenis: waar zijn we goed voor?

1 mei 2024
Auteurs:
Adwin Bosschaart
Hoofddocent Aardrijkskunde, Hogeschool van Amsterdam
Tessa de Leur
docent-onderzoeker lerarenopleiding geschiedenis, HvA
Dit artikel is verschenen in: geografie 2024 | 4
onderwijs
Opinie

Wij, docenten/onderzoekers aardrijkskunde en geschiedenis, roepen op tot een intercollegiaal gesprek. Laten we verantwoordelijkheid nemen. Onzekerheid is van alle tijden, maar nu veranderingen, problemen en transities zo indringend op ons afkomen, moeten onze vakken meer gaan bijdragen aan het ontwikkelen van veerkracht bij leerlingen. Aardrijkskunde en geschiedenis maken inzichtelijk waarom andere plaatsen en tijden zo verschillen van de onze. Essentieel, maar niet genoeg.   

Adwin Bosschaart is hoofddocent Maatschappijvakken aan de Hogeschool van Amsterdam, Tessa de Leur is docent-onderzoeker lerarenopleiding geschiedenis, HvA. Iris Pauw is vakdidacticus aardrijkskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Vroeger alles beter

De toekomst is eng en vroeger was alles beter, dat beeld duikt veelvuldig op in de media. De mix van ingewikkelde vraagstukken die de leefwereld van leerlingen beïnvloedt, vraagt erom dat zij open en creatief leren denken over ruimte en tijd. Leerlingen kunnen op school leren omgaan met de realiteit dat de wereld zoals ze die kennen, niet onvermijdelijk zo is geworden als die nu is. En dat de toekomst er wel eens heel anders uit kan zien dan de huidige tijd. 

Onze leerlingen gaan de toekomst mee vormgeven en wij pleiten ervoor dit bewust met hen te oefenen door ze te laten nadenken over waarschijnlijke, mogelijke en wenselijke toekomsten. De burgers van de toekomst hebben een wendbare blik nodig, die kritisch openstaat voor scenario’s en mogelijkheden. Het gaat dan niet alleen om kennis, maar ook om voorstellingsvermogen en waarden. En niet alleen jouw belang speelt een rol, maar ook de belangen van andere mensen en ecologische grenzen.

Laat leerlingen nadenken over waarschijnlijke, mogelijke en wenselijke toekomsten

Niet vanzelfsprekend

Het is dus nodig dat aardrijkskunde en geschiedenis leerlingen laten ervaren dat de plaats en de tijd waarin zij nu leven, niet zo vanzelfsprekend zijn als ze misschien denken. De vraag is: hoe doe je dit? Wij willen hierover in gesprek en doen een voorzet met drie oproepen. 

  1. Erken de complexiteit van de wereld (in het verleden, het heden, de toekomst). De rommeligheid van ruimte en tijd is een gegeven en dat mag best benoemd worden. Waarom verstoppen we dat op school? Vraagstukken leren ‘afpellen’ is moeilijk en juist daarom moet je het meer oefenen. Dit vraagt aandacht en multidisciplinair denken: over ontstaansgeschiedenissen, meerdere toekomsten en achterliggende belangen.
  2. Erken dat leerlingen, in de adolescentiefase, een specifieke aanpak nodig hebben bij het ontwikkelen van veerkracht. Ze werken aan volwassenheid in een onvoorspelbare wereld: dubbel complex. Adolescenten vinden het lastig complexe zaken te vatten – dat is begrijpelijk. En dan kan er weerstand komen – natuurlijk. Probeer hen te verleiden tot een reality check van hun wereldbeeld en waarden. Kloppen die nog en wat vind jij ervan? Dit checken van je denkbeelden is nooit ‘af’ en gebeurt altijd met beperkte informatie: de wereld verandert en de leerling ook. Dat vraagt lef, van leerlingen en docenten. 
  3. Erken dat er letterlijk een wereld te winnen is. Wij willen onderwijs waarin ruimte is voor denkkracht (want kennis is fundamenteel), verbeeldingskracht en maakkracht om tegenwicht te bieden tegen polarisatie, angst en de waan van de dag. Dit biedt kansen voor een opener blik op de wereld. Een blik die de leerling niet meteen een vakjargon inzuigt. Kies voor werkvormen die langer stilstaan bij goede vragen en dilemma’s. 

Veel aardrijkskunde- en geschiedenisdocenten doen dag in, dag uit wezenlijk werk: de wereld duiden. Daar zijn we met z’n allen goed in. Wij zien noodzaak en mogelijkheden om het belang van onze vakken voor de samenleving sterk te vergroten: daar zijn we goed voor. 

Dit stuk is geschreven voor gelijktijdige publicatie in Geografie en Kleio, vakblad voor geschiedenisdocenten. De Kleio-redactie besloot echter het niet te plaatsen. Wij waarderen het zeer als u dit stuk deelt met collega-geschiedenisdocenten. 

Reacties zijn welkom