Arnhem

Richting Arnhem volgt ‘de lijn van Dan’ het tracé van de Amsterdamseweg langs en door een reeks landgoederen met aansprekende landschappelijke namen. Vijverberg, Lichtenbeek, Hoog Erf en Mariëndaal verwijzen alle naar het water en unieke reliëf van Arnhem en omgeving. De sprengenbeken ten noorden van de stuwwal van Arnhem en Oosterbeek zijn extreem kort, hooguit een kilometer. Ze ontspringen vrij hoog op de stuwwal, maar waar het water vandaar in de spoelzandwaaier van Schaarsbergen stroomt, verdwijnt het direct in het grove zand en grind. Ten zuiden van de stuwwal en de Amsterdamseweg is de Slijpbeek iets langer en stroomt door de uiterwaarden in de Nederrijn. Het reliëf ten zuiden van de Amsterdamseweg is voor Nederlandse begrippen extreem steil. Dit komt vooral doordat de Rijn hier de stuwwal vanuit het zuiden heeft geërodeerd. Op de Geomorfologische kaart wordt dit een ‘ondergraven stuwwalzijde’ genoemd. Opmerkelijk is dat de heuvels van Arnhem en Oosterbeek veel eerder ook vanuit het zuiden zijn opgestuwd door een gletsjer die tussen het huidige Arnhem en Nijmegen westwaarts stroomde.

Scheepswerf
Aan de rand van de bebouwde kom in het noorden kruist de Arnhemseweg de Schelmseweg. Voor het toerisme rondom Arnhem is de laatste van groot belang; deze weg voert naar Burger’s Zoo én het Nederlands Openluchtmuseum. De reliëfrijke stuwwal is een mooie landschappelijke basis voor de dierentuin. Maar voor het Openluchtmuseum werkt het wat bevreemdend. Een woonboerderij uit Hoogmade, een scheepswerf uit Marken en een watersnoodwoning uit Raamsdonksveer zijn niet helemaal op hun plek onder de eiken en beuken van de Waterberg. De vanuit heel Nederland verplaatste gebouwen hebben op hun huidige standplaats trouwens ook weer een eigen lokale geschiedenis en betekenis gekregen. Tijdens en na de Slag om Arnhem deden ze dienst als noodwoningen voor de geëvacueerde bewoners van de stad.
Droogdal
Richting het centrum van Arnhem loopt de Zijpendaalseweg, opnieuw een naam die verwijst naar water en reliëf. Al wordt het dal waar de weg doorheen loopt, op de Geomorfologische kaart een droogdal genoemd, er siepelt wel degelijk water omhoog. Van oorsprong gaat het om een natuurlijke bron, maar voor de bedrijvigheid zijn er langs de dalwand diverse ‘sprengkoppen’ gegraven. Het extra water dat zo uit de stuwwal stroomde, dreef over een afstand van 3 kilometer maar liefst elf watermolens aan. Slechts twee zijn nog herkenbaar en in één molen kan nog graan gemalen worden. De Sint Agnieten- of Bagijnemolen heeft nog een klein rad dat een beetje energie opwekt voor het Nederlands Watermuseum, aan de rand van landgoed Sonsbeek. Het grootste deel van dit museum ligt ondergronds. Bij de bouw is echter onvoldoende rekening gehouden met piekbuien, waarbij de Jansbeek buiten de oevers treedt. Het regenwater stroomde via de trappen de ondergrondse expositieruimte in. Daarmee werd het onbedoeld een echt watermuseum.

Tussen de Bagijnemolen en de Witte Molen enkele honderden meters verderop lagen in de tweede helft van de 20e eeuw visvijvers van de Heidemij. De vijvers waren, gezien de grote impact van de Heidemij op het Nederlandse landschap, relatief klein. Samen met ‘cultuurmaatschappijen’ als de Grontmij en Oranjewoud is de Heidemij (nu Arcadis) verantwoordelijk geweest voor het in cultuur brengen van grote arealen ‘woeste grond’. De vochtige heidevelden werden met ossen en stoomploegen omgeploegd tot akkers. De gronden die daarvoor niet geschikt waren, werden bos – de huidige boswachterijen. Boven de Jansbeek en de voormalige visvijvers ligt De Witte Villa, nu een horeca- en trouwlocatie, maar ooit het gebouw van de Bosbouw en Cultuurtechnische School. Deze was een direct voortvloeisel van de bedrijfsopleiding van de Heidemij en bevindt zich nog steeds in de omgeving van Arnhem. De opleidingen Bos en Natuurbeheer en Land en Watermanagement van Hogeschool van Hall Larenstein in Velp leiden nog altijd mensen op om het landschap in te richten en te beheren volgens de laatste inzichten. Deze studenten zijn nu heel druk met het omvormen van door hun voorgangers bedachte en ingerichte gebieden naar meer biodiverse en klimaat-robuuste landschappen.
De studenten van nu zijn bezig met de omvorming van door hun voorgangers bedachte en ingerichte gebieden naar meer biodiverse en klimaatrobuuste landschappen