Beoordeling wetenschappelijk onderzoek onder vuur

1 januari 2014
Auteurs:
Henk Donkers
Geograaf, aardrijkskundeleraar, wetenschappelijk medewerker, docent geografie/planologie/milieu en wetenschapsjournalistiek, wetenschapsjournalist
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2014
Opinie
wetenschap
FOTO: ANDY ROAST/FLICKR

Er is veel discussie en onvrede over de beoordeling van sociaalwetenschappelijk onderzoek en het grote gewicht van artikelen in Engelstalige wetenschappelijke tijdschriften – zie ook het ‘oktoberoffensief’ van de academische actiegroep Science in transition. De sociologen namen het voortouw met een scherpe analyse van hun huidige onderzoekspraktijk en een vurig pleidooi voor een evenwichtiger beoordelingssysteem. Moeten geografen zich daarbij aansluiten?

 

Het onderwerp is voor ons vakgebied actueel nu de universitaire onderzoeksgroepen en -instituten worden beoordeeld in het kader van onderzoeksvisitaties. Ze schrijven daarvoor nu zelfstudies of hebben deze reeds af. Sommige zijn al bezocht door een commissie, andere wachten daar nog op. De beoordeling is gebaseerd op het Standaard Evaluatie Protocol 2009-2015 van de KNAW, VSNU en NWO. Voor de periode na 2015 moet er nieuw protocol komen. Dient er iets te veranderen en zo ja, wat dan?

Ook internationaal speelt de discussie. Zo was er op het congres van de International Geographical Union (IGU) in augustus 2013 in Kyoto een verhit debat over de dominantie van Engelstalige tijdschriften van commerciële uitgevers. Ton Dietz, voormalig hoogleraar sociale geografie in Amsterdam en huidig directeur van het Afrika Studiecentrum in Leiden, zwengelde de discussie aan samen met de Belg Christian Vandermotten en de Zuid- Afrikaan Michael Meadows. Vandermotten deed onderzoek naar de rankings van 787 tijdschrift en waarin geografen publiceren. Volgens hem wordt de geografie meer dan andere sociale wetenschappen gedomineerd door Angelsaksische tijdschrift en van grote commerciële uitgevers – hij spreekt zelfs van ‘Angelsaksisch wetenschappelijk imperialisme’ – zonder dat de kwaliteiten van de artikelen dat rechtvaardigen. Ook worden gespecialiseerde, niet specifiek geografische tijdschriften bevoordeeld ten opzichte van de meer algemeen geografische en gebiedsgerichte bladen. Het trio bepleit andere procedures voor de beoordeling van onderzoek en het verdelen van onderzoeksgelden. Geen journal-based metrics op basis van rankings van tijdschrift en waarin artikelen gepubliceerd zijn, maar een intrinsieke waardering van het onderzoek zelf en een betere benutting van via internet toegankelijke, niet-commerciële open access tijdschrift en (ook in andere talen dan het Engels). Ze zijn voorstanders van slow science (die niet uit is op snelle resultaten) en verzetten zich tegen managers die beslissingen willen nemen op basis van simpele parameters, en tegen de merchandising van de wetenschap.

In deze Geografie gaan we in op de analyse door sociologen van het onderzoek in hun eigen vakgebied. Hierop reageren de sleutelfiguren uit ons vakgebied: de voorzitter van het KNAG, de twee decanen van ruimtelijke faculteiten in Utrecht en Groningen en de twee voorzitters van geografie-afdelingen in Amsterdam en Nijmegen. Lezers van Geografie kunnen ook reageren naar henkdonkers@gmail.com. 

Science in transition

De onvrede over het functioneren van de wetenschap bestaat al langer. In de Nederlandse media brandde de discussie los in oktober. De academische actiegroep Science in transition publiceerde toen haar position paper ‘Waarom de wetenschap niet werkt zoals het moet, en wat daar aan te doen is’ (www.sciencein transition.nl). In november volgde een tweedaagse conferentie. De actiegroep keert zich tegen de perverse prikkels in het wetenschapsbedrijf, wil de samenleving meer betrekken bij het formuleren van onderzoeksagenda’s en het verdelen van onderzoeksgelden, minder promovendi, andere maatstaven voor wetenschappelijke kwaliteit, en meer duidelijkheid over onzekerheden en belangen in de wetenschap.