Besmet fosfaat uit de Westelijke Sahara
Marokko is een fosfaatsupermacht. Het land heeft de grootste reserves en is de belangrijkste exporteur. Een deel van het fosfaat komt echter uit de bezette Westelijke Sahara. De exploitatie en export van die reserves zijn illegaal, maar geen land weert dit ‘bloedfosfaat’.
Marokkaans fosfaat is afkomstig uit vier mijnbouwgebieden, waarvan een in de geannexeerde Westelijke Sahara. In de daar gelegen Bou Craa-mijn wordt jaarlijks 3 miljoen ton fosfaaterts gewonnen. Dat is ongeveer 10 procent van de Marokkaanse productie. De reserves zouden 1,1 miljard ton fosfaaterts omvatten. Hoewel ze slechts een klein deel uitmaken van de totale Marokkaanse reserves, zou een zelfstandige Westelijke Sahara na Marokko de grootste exporteur van fosfaat kunnen zijn. Het erts wordt op een ruim 100 kilometer lange transportband, de langste ter wereld, naar de exporthaven van El Aioun vervoerd. Volgens een rapport van Western Sahara Resource Watch (WSRW) ging het erts in 2013 naar elf landen. De Verenigde Staten waren verreweg de grootste importeur. Daarna volgde Rusland, dat fosfaaterts betrekt via EU-lid Litouwen.
Spaanse kolonie
Het fosfaaterts bij Bou Craa wordt in 1947 ontdekt. De Westelijke Sahara is op dat moment een Spaanse kolonie (en heet Rio del Oro of Spaanse Sahara). De Spanjaarden hebben er echter weinig interesse in, want er valt daar niet veel te halen (behalve vis voor de kust). Dat verandert na de ontdekking van de fosfaatreserves. Vanwege de enorme investeringen in de mijn, in de transportband voor de afvoer naar de haven, en de havenfaciliteiten in El Aioun duurt het nog tot 1972 voordat de mijn in exploitatie genomen wordt. Veel Spanjaarden en Saharawi’s, de oorspronkelijke bewoners, vinden er werk.
De Spaanse Sahara is een van de allerlaatste koloniën in Afrika. Ook de Saharawi’s willen een onafhankelijk staat en richten in 1973 de bevrijdingsbeweging Polisario op. Marokko en Mauritanië maken eveneens aanspraken op het gebied, omdat ze vóór de Spaanse kolonisatie in 1884 sterke banden onderhouden zouden hebben met de lokale nomadische volkeren. De kwestie wordt voorgelegd aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Dat erkent in 1975 de historische banden, maar oordeelt dat het gebied gedekoloniseerd moet worden, omdat Marokko en Mauritanië nooit daadwerkelijk gezag over het gebied hebben uitgeoefend. Bij de dekolonisatie moet het zelfbeschikkingsrecht van de Saharawi’s volgens het Hof voorop staan.
Groene mars
Spanje heeft op dat moment – vlak na de dood van dictator Franco in 1974 – andere prioriteiten. De Marokkaanse koning Hassan II maakt handig gebruik van de situatie. Hij heeft net twee mislukte staatsgrepen overleefd en wil zijn gezag en de nationale eenheid versterken. Hij claimt de Spaanse Sahara, stuurt zijn leger erop af en organiseert in november 1975 de zogenoemde Groene Mars, waaraan 350.000 Marokkanen deelnemen. Spanje bezwijkt onder de druk en trekt zich terug. Marokko en Mauritanië verdelen het gebied: het westelijke deel (twee derde) is voor Marokko, het oostelijke voor Mauritanië. Spanje behoudt wel een aandeel van 35% in de Bou Craa-fosfaatmijnen, die in het Marokkaanse deel liggen. Geen enkel land, noch de VN, erkennen de inlijving.
In 1976 neemt het Marokkaanse staatsbedrijf OCP het beheer van de Bou Craa-mijnen over. OCP schakelt daarmee een potentiële concurrent uit. In 2002 koopt het bedrijf ook de Spaanse aandelen op.
Marokkanse Berm
Polisario blijft na de verdeling van het land actief, vooral in het oostelijke deel waar Mauritanië zijn gezag nauwelijks laat gelden. In 1976 roept Polisario de Arabische Democratische Republiek Sahara (ADRS) uit. In 1979 geeft Mauritanië zijn aanspraken op. De ADRS wordt in 1984 erkend door de Afrikaanse Unie, wat voor Marokko reden is zich uit de unie terug te trekken. Enkele tientallen staten erkennen de ADRS, maar daaronder bevinden zich geen westerse landen. Om zich te beschermen tegen Polisario, dat verscheidene aanvallen pleegt op de kwetsbare transportband van de Bou Craa-mijn naar de haven van El Aioun, geeft koning Hassan II in 1981 opdracht om een enorme, 2700 kilometer lange versperring van zandwallen, bunkers, prikkeldraad en mijnenvelden te bouwen. Deze zogenoemde Marokkaanse Berm komt in 1987 gereed en deelt het land in tweeën.
Schending mensenrechten
Met 266 duizend vierkante kilometer is de Westelijke Sahara zes keer zo groot als Nederland, maar het land telt slechts 570 duizend inwoners. Ongeveer 125 duizend van hen leven al decennialang in vluchtelingenkampen in Tindouf, net over de grens met Algerije. Zij zitten vast in de woestijn, zonder paspoort, werk en met weinig middelen. De meeste Saharawi’s wonen ten westen van de Berm. Regelmatig verschijnen er rapporten over excessief politiegeweld tegen hen. Martelingen door de politie en het afdwingen van valse bekentenissen komen vaak voor. Openbare bijeenkomsten zijn verboden en worden met geweld uit elkaar gedreven.
In oktober 2010 zetten honderden Saharawi’s een tentenkamp op bij Gdim Izik, uit protest tegen de hoge werkloosheid, de discriminatie op de arbeidsmarkt en de slechte sociale en economische omstandigheden. Bij de ontruiming ervan vallen elf doden en zevenhonderd gewonden; 22 Saharawi’s zitten lange gevangenisstraffen uit, opgelegd door militaire rechtbanken. Organisaties als Human Rights Watch, Amnesty International en de Moroccan Association for Human Rights worden geweerd; in 2015 worden ten minste veertig buitenlandse journalisten en onderzoekers het land uitgezet.
Internationaal recht
Als in 2003 olie gevonden wordt voor de kust, concluderen de VN dat ‘verdere exploratie- en exploitatieactiviteiten die ingaan tegen de belangen en wensen van de Saharawi’s in strijd zijn met het internationaal recht’. Hetzelfde geldt voor fosfaat: de exploitatie moet ten goede komen aan de lokale bevolking. OCP beweert de grootste particuliere werkgever in het gebied te zijn met zijn 2100 werknemers; meer dan de helft van hen wordt lokaal geworven. Andere bronnen stellen dat de mijnen maar aan 200 Saharawi’s werk bieden en dat zij worden gediscrimineerd. Slechts een enkeling heeft promotie gekregen sinds 1975, de meesten zijn ontslagen. OCP zegt verder een belangrijke basis te vormen voor de economie en het welzijn van de inwoners van de regio door het leveren van sociale en medische voorzieningen.
In hoeverre de lokale bevolking daadwerkelijk profiteert, is onduidelijk. Dat komt mede omdat de regering de vestiging van Marokkanen in de regio stimuleert en hun banen aanbiedt die Saharawi’s ook hadden kunnen vervullen.
Het lijkt er niet op dat dit beleid snel verandert. ‘Marokko zal in haar Sahara blijven en de Sahara zal tot in de eeuwigheid deel uit blijven maken van Marokko’, zegt koning Mohammed VI bij de 39e herdenking van de Groene Mars in 2014, en in 2015 wordt het 40-jarig jubileum van de Groene Mars groots gevierd. De herdenking is een nationale feestdag. De investeringsplannen van OCP liegen er ook niet om. Het bedrijf denkt te kunnen profiteren van de onrust in andere fosfaatproducerende landen, zoals Tunesië en Syrië. De komende jaren wil OCP 10 miljard euro investeren om de productiecapaciteit te verdubbelen.
Fluwelen handschoenen
Voor de EU is de Westelijke Sahara een precair onderwerp. Marokko is niet alleen een belangrijke partner bij het tegengaan van migratie en de strijd tegen terreur. Het land voorziet de Europese markt ook van goedkope vis, olie, levensmiddelen en fosfaat; 35 procent van het fosfaat in de EU komt uit Marokko. De EU behandelt Marokko dan ook met fluwelen handschoenen. In 2015 verklaart het Europese Hof van Justitie een vrijhandelsakkoord tussen de EU en Marokko echter nietig. Polisario heeft dit akkoord over landbouw- en visserijproducten aangevochten en vindt gehoor. Het Hof oordeelt dat er geen garanties zijn dat de overeenkomst ten goede komt aan de lokale bevolking. Marokko reageert vol onbegrip en verbreekt meteen alle contacten met EU-instellingen. De Raad van ministers gaat direct in beroep tegen de uitspraak. De EU doet er alles aan om het Marokko naar de zin te maken. Van een eventuele boycot van ‘bloedfosfaat’ uit bezet gebied (vergelijkbaar met een boycot van landbouwproducten van joodse nederzettingen op de Westbank) is geen sprake.
Referendum
In de VS ligt Hillary Clinton onder vuur, omdat OCP 5 miljoen dollar gedoneerd heeft aan de Clinton Foundation en het Clinton Global Initiative voor een conferentie in 2014 in Marrakech. Clinton zou bij de regering Obama voor een plan van koning Mohammed VI gepleit hebben. Die hoopt met een plan voor meer autonomie voor de Westelijke Sahara Polisario de wind uit de zeilen te nemen en de annexatie van Westelijke Sahara acceptabel te maken voor de internationale gemeenschap.
Polisario is tegen meer autonomie en houdt vast aan een referendum over onafhankelijkheid. Dat is in 1991 beloofd in resolutie 690 van de Veiligheidsraad. Toen werd Minurso ingesteld, Mission des Nations Unies pour le Référendum dans le Sahara Occidental. Deze organisatie moet toezien op een staakt-het-vuren en een referendum organiseren. Het mandaat voor deze VN-organisatie is 41 keer verlengd, maar nog steeds is er geen referendum gehouden waarin de Saharawi’s kunnen kiezen voor onafhankelijkheid of voor aansluiting bij Marokko. Polisario heeft zijn medewerking aan het opstellen van kieslijsten gestaakt. Volgens de bevrijdingsbeweging blijft de Marokkaanse regering massaal Marokkanen vestigen in het betwiste gebied om verzekerd te zijn van een overwinning in het referendum. Een aantal VN-gezanten, onder wie de Nederlandse diplomaat Van Walsum, heeft geprobeerd Marokko en Polisario dichter bij elkaar te brengen, maar zonder resultaat. Zo blijft de toekomst van de Westelijke Sahara onbeslist en blijft een escalatie van het conflict een risico voor de wereldwijde fosfaatvoorziening.
BRONNEN
- Bovenkamp. E. van 2012. Eindeloze weg naar vrede. Trouw, 28 augustus.
- Lesuis, E. 2013. Een vergeten conflict: De Westelijke Sahara. Verspers.
- Human Rights Watch. 2015. World Report 2015: Morocco/Western Sahara. Events of 2014.
- Priest, M. 2016. The war that time forgot. What now for the forgotten conflict in Western Sahara?
- Western Sahara Resources Watch 2014. P for Plunder. Marocco’s exports of phosphates from occupied Western Sahara, 2012 & 2013.
- Western Sahara Resources Watch 2015. EU appeals ECJ annulment of EU-Morocco Free Trade deal.
- Zunes, S. 2015. Hillary Clinton, Phosphates and Western Sahara. The World Post 29 Sept.